Zwaar getroffen in eerste golf? Dat zegt niets over tweede golf
Regio’s die in de eerste golf veel besmettingen en doden optekenden, hebben het gemiddeld niet minder hard te verduren in de tweede. Het omgekeerde geldt net zozeer. Van een aanzet tot groepsimmuniteit of een oogsteffect lijkt geen sprake.
Geen gemeente telde in de eerste coronagolf meer besmettingen per inwoner dan Alken. In de tweede golf bungelt de Limburgse gemeente helemaal onder aan het lijstje. Datzelfde patroon geldt voor de nabijgelegen gemeenten Sint-Truiden, Gingelom en Nieuwerkerken. Ook de oversterfte toont dat patroon. In de Limburgse provincie vielen tussen maart en juni opvallend veel coronadoden te betreuren. De voorlopige cijfers voor de tweede golf geven aan dat er vandaag nauwelijks meer doden vallen dan in andere jaren.
Zou het dan zo zijn dat regio’s die zwaar getroffen werden in de eerste golf het minder hard te verduren hebben in de tweede? Leiden de vele besmettingen tot bescherming en een aanzet tot groepsimmuniteit? En zijn de meest kwetsbaren al gestorven, waardoor het virus minder slachtoffers maakt?
Dat blijkt niet het geval als we uitzoomen naar het volledige land. Hoe zwaar een gemeente getroffen werd in de eerste golf, blijkt geen voorbode voor de tweede golf. De correlatie tussen het aantal besmettingen per inwoner in de eerste en de tweede golf bedraagt 0,0: er is dus geen verband. Datzelfde geldt voor de oversterfte. De Limburgse arrondissementen werden, net als de regio rond Leuven, zwaar getroffen in de eerste golf, maar amper in de tweede. In tegenstelling tot Borgworm, Bastenaken, Luik en Verviers, die twee keer pech hadden. Oostende en Virton wisten in beide golven dan weer het aantal doden te beperken.
‘Ik heb er mij ook al het hoofd over gebroken’, zegt viroloog Steven Van Gucht (Sciensano). ‘Zou er in zwaarder getroffen regio’s een begin van groepsimmuniteit zijn? Het reservoir van wie nog vatbaar is, wordt kleiner, en je verwacht dat een tweede golf minder wild om zich heen slaat. Maar als je naar de cijfers kijkt, dan stel je vast dat er geen touw aan vast te knopen valt.’
Volgens Van Gucht was het aantal besmettingen in de eerste golf ‘ruim onvoldoende’ om een begin van groepsimmuniteit op te bouwen.
Ook het in de wetenschappelijke literatuur beschreven ‘oogsteffect’ lijkt niet op te treden. Dat houdt in dat regio’s met uitzonderlijk veel doden in een periode daarna minder overlijdens optekenen omdat de meest kwetsbaren al overleden zijn. ‘Dat oogsteffect is er niet’, zegt Patrick Deboosere, professor demografie aan de VUB. ‘Dat zou alleen het geval zijn als de sterfte in de eerste golf vijf tot tien keer hoger was geweest.’ Er zijn immers honderdduizenden mensen die, gezien hun hoge leeftijd of onderliggende aandoeningen, erg kwetsbaar zijn. Gelukkig is van hen maar een fractie besmet in de eerste golf, en nog een veel kleiner deel overleden.
Meer besmettingen, minder doden
De cijfers voor de tweede golf zijn uiteraard nog onvolledig, aangezien die nog niet voorbij is. Maar als de cijfers verder blijven dalen, wordt die wel minder dodelijk. Nochtans raakten er in de tweede golf beduidend meer mensen besmet. In de eerste golf werden bijna 18.000 patiënten opgenomen in het ziekenhuis, voor de tweede gaat het al om bijna 23.000 mensen. Toch ligt de oversterfte beduidend lager. In de eerste golf stierven 8.600 mensen meer dan verwacht. Van september tot midden november waren dat er minder dan 5.000. Tellen we daar ook de covid19-doden bij van de voorbije twee weken, dan staat de teller op 6.750.
Een verklaring voor de lagere sterfte is dat ziekenhuizen patiënten nu beter kunnen behandelen. ‘Maar de allerbelangrijkste reden is dat de woonzorgcentra in verhouding beter standhouden’, zegt Van Gucht. ‘Onder meer door een betere toegang tot mondmaskers.’
Dat blijkt ook uit de cijfers: in de eerste golf was bijna twee derde van de covid-doden een bewoner van een rusthuis. In de tweede golf is dat minder dan de helft.
‘Je verwacht dat het virus in een al zwaar getroffen regio minder wild om zich heen slaat. Maar er valt geen touw aan vast te knopen’
Steven Van Gucht
Viroloog Sciensano