‘Godzijdank heb ik nooit toegegeven aan twijfel’
De Egyptische sopraan Fatma Said (29) is de rijzende ster van de opera. Op haar debuut brengt ze een mix van Arabische en westerse muziek. ‘Als ik naar Spaanse muziek luister, begint alles in mij te trillen.’
‘Nu besef ik pas wat vliegtuigen en hotelkamers aanrichten: plots straalt mijn huid en heb ik geen puistjes meer’
‘De dood van de concertcultuur is al vaak voorspeld. Maar zolang er mensen zijn die nieuwe manieren vinden om klassieke muziek te laten horen, komen we er wel’, zegt Fatma Said wanneer ons gesprek onvermijdelijk bij corona belandt. De Egyptische stak begin dit jaar een platencontract met Warner Classics op zak. Als ik haar op Facetime tref, is haar debuut El nour zes dagen oud.
‘Aan de roots van dit album liggen zo veel wensen en dromen, dat ik me niet kon voorstellen dat het er op een dag echt zou zijn. Weet je dat ik er jaren over heb gedaan om het aanbod van Warner te aanvaarden? Want wat kan een zanger nog toevoegen aan de discografie? Ik wilde niet nog een Schubert- of Mendelssohn-plaat maken, maar iets waarin je mijn muzikale DNA zou herkennen. En dus werd het een mix van Arabische klassiekers en westerse liederen in ongehoorde arrangementen: een gewaagd idee dat enige overtuigingskracht vergde, maar het is gelukt.’
Wat is het verhaal van El nour?
‘El nour, “het licht”, is in de Arabische wereld nauw verbonden met onderwijs, opvoeding en groei. Dat is wat ik wilde doen: de smaak van het publiek doen groeien door het van iets nieuws te laten proeven. Opera in Egypte is niet evident. Hetzelfde geldt voor Arabische liederen in de westerse wereld. Voor wie de muziek al kent, hoop ik haar in een ander licht te tonen. En door repertoires uit Egypte, Frankrijk en Spanje te verbinden hoop ik de raakvlakken uit te lichten tussen op het eerste gezicht uiteenlopende muziektradities.’
Zijn die raakvlakken belangrijker dan de verschillen?
‘Individualiteit en eigenheid zijn belangrijk, maar ik ben ervan overtuigd dat we een oorsprong delen of ooit elkaars pad hebben gekruist. Dat mag ik met vertrouwen zeggen: in mijn geboorteplek hebben zoveel religies, nationaliteiten en culturen voet aan de grond gezet. Als kind vond ik Egypte het beste land ter wereld en Egyptische muziek de mooiste. Maar gaandeweg ben ik gaan beseffen dat ik door al die invloeden op veel plaatsen thuishoor en van veel soorten muziek ben gaan houden.’
Hebt u die kosmopolitische smaak thuis meegekregen?
‘Ben ik kosmopoliet of is muziek universeel? Mijn interesse in westerse muziek is niet zozeer een kwestie van cultuur, maar van natuur. Ik heb geen Europese familie, maar hoe verklaar je dat alles in mij begint te trillen als ik naar Spaanse muziek luister? Waarom krijg ik als ik werk van García Lorca zing het gevoel dat het door een Egyptenaar gecomponeerd zou kunnen zijn? Ik merk hetzelfde bij mijn familie, die niet muzikaal is. “Ha, dat is onze muziek!’”, riep mijn moeder toen ze de liederen van Manuel de Falla hoorde. Muziek is zo’n krachtig verbindend element. Je hoeft niets uit te leggen of te vertalen.’
U combineert kunst en volksmuziek met een vleugje jazz. Krijgt u soms kritiek van puristen?
‘“Weet je wat jouw probleem is? Je kunt het niet bij één ding houden”, hoor ik soms. Dat heeft me weleens doen twijfelen, maar godzijdank heb ik daar nooit aan toegegeven! Kijk, natuurlijk wil ik op een dag mijn Schumann-album – ik hoor de plaat zelfs al in mijn hoofd. Maar tegelijk denk ik: er is tijd. Er is nog zoveel dat ik wil doen vooraleer ik aan dat soort kroonjuwelen toekom.’
U bent een podiumbeest. Hoe beleeft u deze dagen?
‘Alle zwarte gedachten die je je daarbij kunt voorstellen, heb ik ook gehad. Maar kleine dingen helpen me erdoor: tijd met familie, studeren, mijn lichaam laten bekomen van het reizen … Nu besef ik pas wat vliegtuigen en hotelkamers aanrichten: plots straalt mijn huid en heb ik geen puistjes meer. Af en toe de muziek laten voor wat ze is, blijkt verrassend gezond. (lacht)’
Wat wilt u nog bereiken?
‘Ik ben absoluut geen volleerde zangeres, als dat al bestond. Mijn docenten zijn cruciaal in de keuze van projecten en ze helpen me om nieuwe dingen uit te proberen. Ook met mijn stem, die nu heel anders is dan in mijn tienerjaren en weer zal transformeren als ik een dertiger ben. De zoektocht stopt nooit, maar dat is goed. Joyce DiDonato (een Amerikaanse mezzosopraan, red.) zei ooit: “Er is geen ‘het’.” Ik heb “het” gemaakt! Dit is “het”! Dat is een illusie. De reis is de bestemming.
El nour, met liederen van Maurice Ravel, Manuel de Falla, Federico García Lorca, Najib Hankash, Sayed Darwish e.a. is verschenen bij Warner Classics