Halo, helm, handschoen
Dat Romain Grosjean zondag in Bahrein vrijwel ongeschonden uit een brandende auto kon ontsnappen, dankt hij aan zeventig jaar ontwikkeling in de Formule 1. De zeven belangrijkste veiligheidsaanpassingen op een rij.
1 Van hoofddoek naar helm
Toen de Formule 1 in 1950 van start ging, droegen de rijders een soort hoofddoek met stofbril, een outfit die niet veel meer deed dan de ogen beschermen tegen insecten, olie en stof, en het kapsel in model hield. Vanaf 1952 werden helmen uit kurk, verstrekt met lijm, verplicht. In de jaren zestig kwam kunststof op. Nog zonder vizier, weliswaar, waardoor de bestuurder nog steeds een bril moest dragen, aangevuld met een doek over mond en neus. In 1972 werden vizieren kogelwerend nadat Helmut Marko zijn linkeroog had verloren door een opspringend steentje. De huidige generatie helmen is op maat gemaakte spitstechnologie met maximale schok- en vuurbestendigheid. Bovendien beperken ze de geluidsoverlast tot onder de honderd decibel. Veel oudere F1-rijders zijn halfdoof geworden door het lawaai.
2 Tshirt wordt vuurbestendige overall
In de pioniersjaren droegen rijders wat ze wilden. Om zichzelf zo veel mogelijk bewegingsruimte te gunnen, droegen ze bij voorkeur losse kledij. Korte mouwen moesten voor afkoeling zorgen. In 1963 verplichtte de internationale automobielfederatie FIA het gebruik van overalls. In 1975 moest kledij vuurbestendig zijn en werd een brandblusapparaat aan boord verplicht, maatregelen die een jaar later het leven redden van Niki Lauda. De bolide van de Oostenrijker vatte vuur na een crash op de Duitse Nürnburgring. Lauda liep zware brandwonden op, maar overleefde het incident. De huidige pakken moeten elf seconden lang temperaturen tot 800 graden kunnen verdragen en zijn niet alleen veiliger, maar door het lichtere materiaal ook comfortabeler.
3 De titaniumbeugel die een dubbeldekker aankan
De halo – een beugel uit titanium die de cockpit overspant – bewees ook in Bahrein zijn nut. Het element moet de coureurs vooral beschermen tegen rondvliegend materiaal, maar vangt ook klappen op en beschermt het hoofd. Sinds 2018 is een halo verplicht bij de F1 en zijn nevenbonden. Het ding kan het gewicht van een dubbeldekker dragen zonder te breken en kan zelfs de impact van een andere bolide weerstaan. Voorafgaand aan Grosjean hadden ook Tadasku Makino en Charles Leclerc hun leven mede te danken aan die technologisch vernieuwing. Beiden kregen te maken met de bolide van een concurrent die bovenop hun wagen landde.
4 Het Hanssysteem
Dat Max Verstappen in 2015 zonder schade een klap in Monaco doorstond, had vooral te maken met het Hanssysteem, dat in 2003 werd ingevoerd. Hans staat voor Head and Neck Support. Het systeem beperkt de ruimte waarin hoofd en nek kunnen bewegen. Het lichaam zit vastgesnoerd, maar het hoofd wordt alleen ondersteund door nek- en schouderspieren, wat bij een ongeval onder meer kan leiden tot een fatale schedelbasisfractuur, zoals bij Roland Ratzenberger in 1994. Het systeem reduceert de impact met meer dan 70 procent. Op die manier zouden al vele levens gespaard zijn gebleven.
Een halo kan het gewicht van een dubbeldekker dragen zonder te breken en kan zelfs de impact van een andere bolide weerstaan
5 De overlevingscel die een crash van 227 kilometer per uur naar nul in 0,72 seconden weerstaat
De coureur bevindt zich in de monocoque, een overlevingskooi uit koolstofvezel van 6 millimeter dik die ook een brandblusinstallatie bevat. Die cel is sinds 1981 in gebruik, maar onderging in de loop der jaren aanzienlijke verbeteringen. Het materiaal is twee keer zo sterk als staal, maar vijf keer lichter. De monocoque weegt rond de 35 kilogram, maar kan geweldige krachten weerstaan. Toen Giancarlo Fisichella in 1997 tijdens een crash in amper 0,72 seconden van 227 kilometer per uur tot stilstand kwam, was dat het equivalent van een val van 200 meter hoog. De Italiaan liep slechts een lichte knieblessure op.
6 Van strobaal tot grindbak
De eerste circuits kenden amper beschermende maatregelen. Als er dan toch een barrière gebruikt werd om ontsporende auto’s af te remmen, waren dat vaak strobalen. Niet meteen het meest brandveilige materiaal. Pas in de jaren zestig werden de laatste strobalen opgeruimd en kwamen er echte vangrails, maar die constructies functioneerden verre van optimaal. In 1974 werd Helmuth Koinigg onthoofd toen zijn auto onder een vangrail doorschoof. Later werden circuits uitgerust met bandenstapels, muren en grindbakken. De nieuwere omlopen kregen naast de baan grote stroken asfalt, waar stuurloze bolides zonder obstakel kunnen vertragen.
7 Handschoenen met sensoren
Sinds 2018 dragen piloten biometrische handschoenen, waarin sensoren zijn aangebracht die hartslag en zuurstofgehalte registreren. Op die manier krijgt het medische team in real time informatie over de toestand van de piloot na de crash. Moeten ze hem zo snel mogelijk uit het wrak halen, of kunnen ze eerder rustig aan de slag gaan om hem te bevrijden?