Welk ijs is gladder dan de leugen?
FAKE NEWS Pieter Bergé steunt het voorstel om politiek nepnieuws te bestraffen. De tegenargumenten van politici zijn beschamend.
Zopas verscheen een boekje met drie lezingen van de oer-Europeaan Stephan Zweig. In de eerste voordracht, uit 1932, laat Zweig zien hoe leugens haat zaaien, en hoezeer een deftige democratie nood heeft aan een orgaan dat het liegen aan banden legt: ‘De ervaring leert dat de haat tussen naties, rassen en klassen of tussen afzonderlijke groepen mensen nauwelijks van binnenuit ontstaat, maar meestal voorkomt uit besmetting of ophitsing; en het gevaarlijkste middel om dat aan te wakkeren, zijn de publiekelijk verspreide onwaarheden.’
Zweig pleit daarom voor de oprichting van ‘een transnationale instantie die elke leugen aanpakt voor ze zich wereldwijd verspreidt’. Volgens Zweig is zo’n instantie ook ‘makkelijk in het leven te roepen: het volstaat als zes of twaalf beroemde en gerenommeerde personen zo snel mogelijk een gezaghebbende rectificatie kunnen opleggen door middel van een in meerderheid of unaniem genomen besluit.’
Moedige poging
Zweig heeft het over internationale politiek, maar zijn oproep geldt voor elk domein waar mensen moedwillig een loopje nemen met de waarheid – de binnenlandse politiek, bijvoorbeeld. Het is dan ook interessant dat het Uitgebreid Bureau van het Vlaams Parlement zich gisteren boog over een voorstel dat precies dat probleem aankaart.
Het voorstel beoogt om actief op te treden tegen parlementsleden die opzettelijk liegen en misleiden, en om hen eventueel te bestraffen met een blaam. Het is een moedige poging om de opgang van de leugen als doodgewoon communicatiemiddel te stuiten, en zo misschien ook de geloofwaardigheidscrisis in de politiek.
Eigenlijk is dat voorstel zo evident dat het bijna beschamend is om het te bekritiseren. Maar de leugen is blijkbaar een belangrijk politiek wapen geworden, dat politici niet zomaar willen afstaan. De tegenargumenten die in deze krant stonden, zijn lamentabel (DS 28 november).
Feiten zijn feiten N-VA-fractieleider Wilfried Vandaele geeft aan dat er ‘een vage grens is tussen fake news en een retorische overdrijving’. Dat is onzin. Feiten zijn feiten, dat blijven we vergeten. En al zijn niet alle feiten eenvoudig, ze zijn nooit, maar dan ook nooit te verwarren met retorische leugens.
Björn Rzoska vindt het ‘geen goed idee’. ‘We begeven ons op glad ijs als we collega’s in een deontologische commissie gaan beoordelen over fake news’, aldus de fractieleider van
Groen. Welk ijs is er gladder dan de leugen, vraag ik me af. Maar vooral: waarom wijst hij een voorstel af op basis van een argument dat rechtstreeks in tegenspraak is met dat voorstel zelf. Want initiatiefnemers Katia Segers en Hannelore Goeman (beiden SP.A) geven ondubbelzinnig te kennen dat het niet de bedoeling is dat politici zelf over elkaars bedrieglijke communicatie gaan oordelen. Ze zeggen alleen dat ook de politici zelf een initiatief moeten nemen om de opmars van fake news te stuiten.
De leugen is een belangrijk politiek wapen geworden dat politici niet zomaar willen afstaan
CD&V-fractieleider Peter Van Rompuy maakt dezelfde demarche en voegt er een klassiek bureaucratenargument aan toe: volgens hem heeft de juridische dienst van het Vlaams Parlement brandhout gemaakt van het voorstel. Mogelijk is dat zo. So what? Doe een beter voorstel, maar gooi het kind niet met het badwater weg. Hoe slecht het ook zou zijn, neem het aan als een uitnodiging om een beter voorstel uit te werken.
Er is ook goed nieuws. Minister van Media Benjamin Dalle (CD&V) lijkt vastberaden om met een factcheckplatform politiek en ander nepnieuws aan te pakken. Hij wil dat opentrekken en medewerking zoeken bij media en universiteiten. Nu syt wellecome, zou ik zeggen, want de zoektocht naar nieuwe geloofwaardigheid is er een die alleen via breed maatschappelijk overleg vorm kan krijgen. Elke tegenwerking daarvan is zonder meer pervers.