Megastallen splijten buurten en besturen
Waar ze verrijzen, splijten megastallen buurten en besturen. De wanhoop van omwonenden is voelbaar. ‘Gaan we echt ons historische landschap opofferen voor massale vleesproductie?’
‘Kun je je voorstellen dat ze hier straks een grote varkensstal én een kippenfabriek neerpoten op een vlaai beton? Met alle verkeer, ammoniakuitstoot en stank die zoiets meebrengt?’ We staan op het einde van de tuin van Jos Moors in Gors-Opleeuw, een gehucht van Borgloon. Voor ons ontvouwen zich de Haspengouwse landerijen. Hier en daar een boerderij die past in de schaal van het landschap. Maar dat kan snel veranderen.
In de tuin verzamelt een tiental trekkers van het actiecomité dat zich verzet tegen de komst van megastallen in deze regio. Met mappen vol documenten geven ze aan wat volgens hen fout zit in het dossier van varkensboer Jean-Paul Haesen. Die wil uitbreiden van ruim 2.000 varkens naar 3.971 mestvarkens en 1.680 biggen. Daarnaast wilde hij voor zijn dochter een hangar met 180.000 kippen. Na uitvoerig burgerprotest weigerde de provincie een vergunning, waarna de familie naar minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) trok. Toen ook die weigerde, halveerden ze de aanvraag tot 90.000 kippen. Die loopt nog. Het actiecomité verzamelde 4.240 bezwaarschriften.
Dwars door de dorpskern
Het dossier van Haesen is een voorbeeld van hoe alle registers worden opgetrokken om een megastal goedgekeurd te krijgen, zeggen de buren: er wordt gegoocheld met cijfers over ammoniakuitstoot, de geuroverlast wordt onderschat, de afstanden tot het nabijgelegen bos kloppen niet, de stal ligt te dicht bij woongebied. ‘Maar het strafste is dat de aanvraag voor de varkens en kippen apart wordt ingediend, om de geurimpact en de ammoniakuitstoot te minimaliseren’, zegt Ronald Jacobs, die vanuit Natuurpunt Limburg mee verzet aantekende.
De aanvraag van Haesen is geen alleenstaand geval. Op ongeveer één kilometer, tegen de rand van de dorpskern van Kortessem, staat een grote kippenstal van de familie Roebben. Zij kregen van toenmalig minister van Omgeving Koen Van den Heuvel (CD&V) een vergunning om uit te breiden tot 177.300 slachtkippen. Ook daartegen ging de buurt in beroep. Het kippenbedrijf legt een zware last op het dorp, zeggen de tegenstanders: de opleggers die kuikens, voeder, mest en kippen af- en aanvoeren, moeten dwars door de dorpskern.
Jos Houbrechts woont in het huis naast de plek waar de nieuwe stal moet komen. ‘De vangploeg komt de kippen ’s nachts uithalen. Ze laden de kooien met veel lawaai in de vrachtwagen. We hebben last van de stank, ik vrees voor mijn gezondheid en die van mijn kleinkinderen. Ik wil hier weg, maar mijn vrouw wil niet verhuizen. Geloof me, ik slaap er niet meer van.’
‘De impact van zo’n stal is groot’, zegt ook buurtbewoner Dominique Kempeneers.
‘We vrezen het fijnstof en de stikstof die uit die stallen komt. En waterschaarste. Uit berekeningen blijkt dat het grondwater hier met anderhalve meter zou zakken. En dat in een streek waar zoveel fruittelers het water nodig hebben.’ Jos Moors en zijn buurman Jo Bollen knikken: ‘Er is ook het visuele: die veefabrieken passen niet in dit historische landschap, met zijn beschermde hoeves en dorpskernen. Ze maken alles kapot wat ons dierbaar is.’
Voor Nederland?
Veel van de vrachtwagens die de twee veebedrijven bedienen, komen uit Nederland. De actievoerders zijn ervan overtuigd dat de megastallenhouders voor de Nederlandse agro-industrie werken. ‘Ook in andere dossiers zien we Nederlanders opduiken’, zegt Jacobs. ‘Dat maakt het nog erger. De winsten van enkele bedrijven mogen niet opwegen tegen de gezond
heidsrisico’s en de overlast voor een grote groep mensen in de nabije omgeving.’
Michaël Roebben wenst niet te reageren. Jean-Paul Haesen antwoordt emotioneel. ‘Ik zweer dat wij niet voor de Nederlandse agro-industrie werken. Mijn varkens zijn voor het label van Colruyt. Wij zijn een familiebedrijf, mijn twee dochters willen instappen. Dat is alleen leefbaar als we uitbreiden.’ Toch zijn de actievoerders ervan overtuigd dat grotere belangen spelen. ‘Zo’n project van 4 miljoen euro kun je alleen aan als je een stevig bedrijf achter je hebt’, stellen ze.
Ze wijzen ook op de rol van burgemeester Eric Awouters (Open VLD), die een Crelan-kantoor openhoudt. Van hem wordt gefluisterd dat hij erg dicht bij de boeren staat. De burgemeester ontkent formeel. ‘Die mensen zijn geen klant van mij. Ik heb in die dossiers geen enkel belang. Integendeel, als ik stemmen wil ronselen, zou ik me beter aan de kant van de klagers scharen. Maar dat doe ik niet. Want zeg me eens: willen we nog landbouw in Vlaanderen? Dan moeten we projecten als deze aanvaarden. Zien we dat niet zitten? Koop boeren als Haesen dan uit, sluit de veeteeltbedrijven, en haal je vlees uit het buitenland.’
Muur van 200.000 kippen
Die discussie wordt niet ten gronde gevoerd. Dus blijven veefabrieken vergund worden en komen mensen in alle uithoeken van het land daartegen in opstand. Op een maandagochtend zakken we af naar het Oost-Vlaamse Lievegem. Ook daar halen twee kippendossiers mensen uit hun slaap. Twee actiecomités strijden er al vijf jaar met wisselend succes. Er ging samen al meer dan 30.000 euro aan advocatenkosten aan op.
Aan de ene kant van de gemeente, in Waarschoot, mag een kippenboer een nieuwe hangar zetten. Op een steenworp daarvan heeft hij al 200.000 kippen zitten. De stallen vormen een muur van 200 meter in de velden langs het kanaal de Lieve. ‘Blijkbaar is dat niet genoeg’, zegt Fons Standaert, die met het actiecomité Liever Zuiver in beroep ging. ‘De nieuwe stal zou pal in de open ruimte komen, dicht bij het natuurgebied Het Leen en de bebouwde kom. Zestig gezinnen zouden last krijgen van geurhinder.’
In deelgemeente Zomergem is de situatie al even prangend. Tussen enkele kleine hoeves, omringd door akker- en weiland en grillige bomenrijen, staan twee fonkelnieuwe kippenhangars. ‘Ze zijn van een koppel uit Sinaai’, zegt akkerbouwster Christel Boone, van actiegroep Liever Open Ruimte. ‘Daar moesten ze stoppen omdat ze te dicht bij een natuurgebied aan zaten. Hier, midden in de open ruimte, kregen ze wel een vergunning.’
Ook aan dit dossier schort van alles, zeggen de actievoerders. ‘De stal ligt in overstromingsgevoelig gebied en stuurt de waterhuishouding in de war. Er is geen rekening gehouden met de overlast die alle andere landbouwbedrijven in de buurt al geven. De gemeente was tegen, de Raad voor Vergunningsbetwistingen floot de provincie terug. En toch kreeg het bedrijf telkens weer een vergunning.’
Tegen de boeren? Onzin!
Hoewel er nog twee beroepsprocedures lopen, is de stal gebouwd. De kippen zitten erin. De knotwilgen, waar steenuilen huisden, zijn gerooid. ‘We staan voor een voldongen feit’, zegt buurtbewoonster Katrien De Muynck. ‘Veel buren vrezen dat het koppel de stal niet meer zal moeten slopen. Over twee weken komt de zaak opnieuw voor. Wat er ook wordt beslist, niemand komt hier als winnaar uit.’
Ook voor de kippenhouders is het bang afwachten. Die riskeren alles weer te moeten afbreken. ‘We konden niet anders dan te beginnen bouwen’, zegt Daniella Bordeyne. ‘Onze vergunning in Sinaai liep vorig jaar af. Eind december is ons bedrijf daar gesloten, dus hadden we geen inkomen meer. We stonden met onze rug tegen de muur.’ Het koppel zit al sinds 2016 in een emotionele rollercoaster, zegt ze. ‘Toen we hoorden dat we moesten stoppen, zijn we in Oost- en West-Vlaanderen op zoek gegaan naar een nieuwe plek. De Vlaamse Landmaatschappij heeft ons bedrijf opgekocht, en de nieuwe stal mee gefinancierd. En dan kom je hier, en word je vijandig onthaald door mensen die tegen de landbouw zijn. Nu riskeren we alles te verliezen.’
Katrien De Muynck zucht. ‘Landbouwers zijn bang om ons te steunen, omdat wij “tegen de boeren zijn”. Niets is minder waar. We koesteren de typische gemengde landbouwbedrijven van ons Meetjesland. Dit is van een andere orde. We offeren ons historische landschap op voor vleesfabrieken waar goedkoop vlees voor de export wordt gekweekt. Wat voor zin heeft dat? Waar stopt het?’
De buren vrezen dat het niet bij deze strijd zal blijven. ‘De kippenkweker heeft de eigenaars van het naburige perceel al gepolst of ze willen verkopen’, zegt actievoerder Patrick Ghysels. ‘Hij zal zeker willen uitbreiden. De open ruimte is aangetast, straks volgen er nog.’
Ammoniakpiek
De megastallen splijten gemeentes. Ze zetten de loyaliteit tussen boeren en omwonenden op losse schroeven. Zeker in regio’s met grote concentraties, zoals in West-Vlaanderen of de Noorderkempen, gaat het er soms heftig aan toe.
In Wuustwezel, dat net geen twee miljoen kippen heeft, is er stilaan sprake van een kippenoorlog. Het grensgehucht Braken telt 26 veefabrieken. Ze liggen tegen enkele door Europa beschermde natuurgebieden aan. De kippenhouders en hun families zien het probleem niet, omdat dit landbouwgebied is. Maar voor de andere bewoners is de maat vol. ‘Wij zijn verhuisd’, zegt Ilse Schrijvers. Aan de overkant van de straat bouwde aannemer Guy Van de Locht vijf nieuwe stallen voor 175.000 kippen. ‘Mijn man houdt zelf wat koeien en paarden. Maar dit is anders. We hadden voortdurend last van lawaai en stank.’ Na jaren verzet en 5.000 euro aan advocaten gaven ze het op.
Na een rondrit door Braken begrijp je waarom buitenstaanders over de ‘Chicken Valley’ spreken. Er valt niet naast de grote kippenhangars te kijken. De 86-jarige Pieter Roelands, die de verhalen over de stallen afwisselt met pittige anekdotes over zijn verleden als smokkelaar, is een oudstrijder in het kippenverzet. ‘Toen ik klein was, zat de heide vol met patrijzen en kieviten. De konijnen sprongen tegen je broekspijpen omhoog.’ Hij kijkt om zich heen terwijl een striemende regen zijn gezicht geselt. ‘Natuurlijk veranderen de dingen. Maar hier hebben ze het te ver laten komen.’
Laatst stonden twee jonge kippenboeren op zijn oprit. Ze riepen dat ze hem ‘zouden opruimen’. ‘Dat was nadat ik met een journaliste van de Gazet van Antwerpen had gesproken. Maar ik laat me niet bangmaken. In het dorp noemen sommigen me een held, omdat er eindelijk iemand is die zich durft uit te spreken.’
‘Ik ben eens in die dossiers gedoken’, zegt Roelands’ buurman Frank van der Lee. ‘Hier wat verderop wilde Patrick Aernouts een van zijn stallen uitbreiden tot 168.000 kippen. Volgens het milieueffectenrapport (MER) is de impact daarvan nihil. Dat is onmogelijk, dit gebied is al zwaar overbelast. Nu blijkt dat de aangeleverde geurstudie de impact zwaar onderschatte.’
Van der Lee heeft thuis zijn eigen meetstationnetje. Hij klapt zijn laptop open en scrolt door wat grafieken. ‘Elke ochtend zie je een piek in de ammoniakconcentratie. Ook de fijnstofconcentraties zijn veel te
‘Door zo’n stal zou het grondwater met anderhalve meter zakken. En dat in een streek waar zoveel fruittelers het nodig hebben’
Dominique Kempeneers
Buurtbewoner GorsOpleeuw, een gehucht van Borgloon
‘Willen we nog landbouw in Vlaanderen? Dan moeten we megastallen aanvaarden. Zien we dat niet zitten? Koop boeren uit en haal vlees uit het buitenland’
Dieter Wouters
Burgemeester Wuustwezel
Op een kaart tekende hij cirkels van één kilometer rond elke megastal in de buurt. ‘Wij wonen binnen negen van die cirkels. De Wageningse Universiteit beschouwt die afstand tot één stal al als risicovol voor de gezondheid.’
Kippenpauze
Enkele kilometers verderop, in het gemeentehuis van Wuustwezel, heeft burgemeester Dieter Wouters (CD&V) de handen vol met de megastallen. ‘Het lijkt alleen nog over kippen te gaan dezer dagen.’ Twee jaar geleden besliste het gemeentebestuur dat het goed was geweest. Het voerde een ‘kippenpauze’ in. Sindsdien zit het er bovenarms op met sommige kippenhouders. Daarbij wordt forse taal niet geschuwd. Wouters zucht. ‘Een kippenpauze invoeren is zowat het slechtste wat je kunt doen als lokaal bestuur. Bij de boeren hebben we het verkorven. Maar ook de andere burgers zijn niet tevreden, want in beroep worden die stallen door de provincie gewoon goedgekeurd.’
In het dossier van Aernouts ging het bestuur in beroep bij minister Demir. Tot verbazing van de burgemeester hield zij de geplande uitbreiding tegen. We treffen Patrick Aernouts en zijn vrouw Godelieve Van Gils net nadat ze het nieuws hebben gehoord. Ze zijn teleurgesteld. Ze zien politieke spelletjes – Aernouts is zelf actief bij de lokale N-VA. ‘Alleen in ons dossier ging het CD&V-bestuur in beroep. De andere laten ze passeren. Terwijl wij een prachtig dossier hadden, met een “Beter Leven”-kip, een speelbos en een kijkstal.’
Het valt op dat onder meer gemeenteraadslid Roger Aernouts (CD&V) wel nog een grote varkensstal mag bouwen. Ook tegen gemeenteraadslid Greet Keysers (CD&V), die haar kippenstal wil uitbreiden tot ruim 180.000 stuks, zal de gemeente niet in beroep gaan. ‘We hebben al vier jaar geprocedeerd tegen de stal van mevrouw Keysers’, reageert Wouters. ‘Dat minister Demir een uitbreiding weigert van een partijgenoot, bewijst dat er geen spelletjes worden gespeeld. Geloof me, dit is niet evident. Ik heb begrip voor de ondernemende spirit van onze landbouwers. Maar wij moeten verder kijken dan hun individuele belang. Factoren als geur, fijnstof en ammoniak spelen ook een rol.’
Deken van stank
In alle gemeenten van de Noorderkempen is het op eieren lopen. Overal spelen persoonlijke belangen. Zo is de schoonzoon van de Ravelse burgemeester Walter Luyten (CD&V) een megakippenboer. Landhoog.’ bouwschepen Eric Van Gestel (CD&V) houdt zelf varkens. ‘Meer dan de helft van onze inwoners heeft landbouwroots’, verwoordt de Ravelse schepen voor Ruimtelijke Ordening, Carine Couwenberg (CD&V), het dilemma. ‘We willen dat onze boeren kunnen groeien. Maar tegelijk moeten we opletten dat het draagvlak bij de rest van de bevolking niet overschreden wordt. Dus wegen we elke aanvraag kritisch af.’
Toch lijken de Kempische besturen te vinden dat de limiet bereikt is. Wuustwezel en Hoogstraten bestelden een studie bij de onafhankelijke onderzoeksorganisatie Vito waaruit blijkt dat de uitstoot van ammoniak ver boven de toegelaten grenswaarden voor de kwetsbare natuurgebieden zit. Wuustwezel en Hoogstraten leven onder een deken van stank. Samen met de naburige gemeenten, de landbouwsector en de provincie bekijken ze hoe ze uit de impasse kunnen raken.
‘Het is vijf over twaalf’, zegt Michel Jansen (N-VA), schepen van Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu en Klimaat in Hoogstraten. ‘Lokale landbouwers moeten kansen krijgen om te groeien en hun bedrijf milieutechnisch te verbeteren. Maar een nieuwe stal zetten kan niet meer. We hebben hier ook al de tuinbouw in reusachtige serres die een stevige voetafdruk nalaten. Het wordt te veel.’
Voor de veehouders zelf klinkt het allemaal erg bitter. Zij kaatsen de bal terug. ‘Iedereen die tegen megastallen is, moet zich eens afvragen of hij in de supermarkt de duurste kip kiest’, stelt de Linterse kippenhoudster Veronique Buntinx. ‘Wij produceren wat de consument vraagt: goedkoop vlees. Ik wil best minder maar duurdere kippen houden, die trager groeien en meer plaats hebben. Maar niemand wil daarvoor betalen. Dan houdt het op. De meeste mensen hebben geen besef van wat er zich afspeelt achter de productie van hun eten. Het is de wereldmarkt die ons duwt naar goedkope massaproductie. En daar zijn wij allemaal een deel van.’
Ine Renson onderzoekt de opkomst en de impact van megastallen in Vlaanderen.
‘Ik wil best minder maar duurdere kippen houden, die trager groeien en meer plaats hebben. Maar daarvoor wil niemand betalen’
Veronique Buntinx
Kippenhoudster
Donderdag deel drie: Wat komen Nederlandse veehouders zoeken in Vlaanderen?