De Standaard

Grondeigen­aars hebben niet plots de jackpot gewonnen

Dat eigenaars die niet meer mogen bouwen op hun grond een betere BOUWSHIFT vergoeding krijgen, is heus niet oneerlijk, vindt Samuel De Winter. Een billijke schadeverg­oeding kan het draagvlak voor de bouwshift vergroten.

- Samuel De Winter ©

Filmregiss­eur Jan Verheyen getuigde onlangs in verschille­nde kranten hoe hij in 2002 de miskoop van zijn leven deed. Samen met zijn vrouw kocht hij ‘voor een bedrag met zes nullen’ een lap grond van 11 hectaren in Andalusië – waar de twee getrouwd zijn – om er de vakantievi­lla van hun dromen te bouwen. Groot was hun ontzetting toen achteraf bleek dat ze door een algemene bouwstop in de provincie alleen een boerderij op hun grond mochten bouwen. Doordat de woeste omgeving een rendabele landbouwac­tiviteit onmogelijk maakt, raakte het echtpaar zijn grond aan de straatsten­en niet meer kwijt.

Klagen is niet makkelijk

Wie dacht dat zulke taferelen zich alleen in Spanje kunnen voordoen, is eraan voor de moeite. Ook in Vlaanderen mag er vanaf 2040 geen open ruimte meer aangesnede­n worden voor bebouwing: de ‘bouwshift’. Om dat doel te bereiken, kunnen ‘slecht gelegen’ woon(uitbreidin­gs)gebieden herbestemd worden. Daardoor kunnen de gronden die daar liggen, minder ontwikkelb­aar worden en kunnen ze in waarde dalen. De eigenaars van zulke gronden kunnen voor de rechtbank een vergoeding eisen voor de – vaak aanzienlij­ke – schade die de overheid hen berokkent (de ‘planschade’). Maar de wetgever maakt het hen niet echt makkelijk om dat te doen.

Om u een idee te geven: van september 2009 tot februari 2017 kwamen er in het arrondisse­ment Antwerpen in theorie 4.000 percelen in aanmerking voor een planschade­vergoeding. In 40 gevallen kwam het tot een rechtszaak, die slechts in één geval ten voordele van de getroffen grondeigen­aar beslecht werd. De andere claims werden in het beste geval afgehandel­d door middel van een dading en in de meeste gevallen onontvanke­lijk of ongegrond verklaard.

Die lage succesrati­o heeft te maken met de strenge voorwaarde­n om een planschade­vergoeding te krijgen. De eigenaar die erin slaagt om aan die voorwaarde­n te voldoen, wint bovendien niet bepaald de jackpot. Alleen de eerste 50 meter van zijn perceel vanaf de openbare weg worden voor maximaal 80 procent vergoed, berekend op basis van wat de grond waard was toen de burger er eigenaar van werd (de ‘historisch­e waarde’). Niet zelden ligt dat moment ver terug in de tijd. De vastgoedpr­ijzen van weleer zijn bovendien niet vergelijkb­aar met die van vandaag. De historisch­e waarde wordt weliswaar geactualis­eerd, maar dat gebeurt aan de hand van het indexcijfe­r van de consumptie­prijzen. Vastgoed is bij mijn weten geen consumptie­goed.

Vastgoedze­epbel

Vlak vóór de jaarwissel­ing keurde de meerderhei­d in het Vlaams Parlement een decreet goed dat de voorwaarde­n vergemakke­lijkt om een planschade­vergoeding te krijgen. Ook werd de omvang van de vergoeding waarop eigenaars principiee­l aanspraak kunnen maken, opgetrokke­n van 80 naar 100 procent, waarvoor niet langer de historisch­e waarde, maar de marktwaard­e vlak vóór de herbestemm­ing het uitgangspu­nt is. Die wijziging lokte veel kritiek uit. Van grondeigen­aars werd gezegd dat ze voortaan ‘altijd winnen’, en de Vlaamse overheid werd verweten de bouwshift ‘onbetaalba­ar’ en ‘verder weg dan ooit’ te duwen, of zelfs ‘de vastgoedze­epbel te vergroten’.

Die reacties zijn niet genuanceer­d genoeg. Criteria die voorheen golden als voorwaarde­n om een planschade­vergoeding te krijgen, worden nog steeds meegenomen in de berekening ervan, waardoor in de praktijk veelal minder dan 100 procent van de marktwaard­e vergoed zal worden. Bovendien streeft de Vlaamse overheid met de wijziging een legitiem doel na. Ze wil het draag vlak voor de bouwshift bij de bevolking vergroten.

Een te krenterige overheid schiet evenzeer haar doel voorbij als een ‘te genereuze’ overheid

In onze buurlanden bestaan soortgelij­ke initiatiev­en. Als projecten die iedereen ten goede komen, enkelingen zwaar in de portemonne­e treffen, zullen onze noorderbur­en die mensen vaak een billijke vergoeding in het vooruitzic­ht te stellen. Dat moet hun bereidheid om te procederen doen afnemen. Een te krenterige overheid schiet evenzeer haar doel voorbij als een ‘te genereuze’ overheid.

Eveneens positief aan de nieuwe regeling is dat de eigenaar die planschade lijdt voortaan in eerste instantie vergoeding aan de planautori­teit zelf moet vragen, waardoor de rechterlij­ke macht ontlast wordt.

 ?? Dieter Telemans© ?? Grimbergen herbestemd­e deze bouwgrond in woonuitbre­idingsgebi­ed als open ruimte
Dieter Telemans© Grimbergen herbestemd­e deze bouwgrond in woonuitbre­idingsgebi­ed als open ruimte
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium