Verzet tegen Franse licentie voor Chinese staatstelevisie
CHINA Dertien slachtoffers van gedwongen bekentenissen vragen Europa om het partijkanaal CGTN te bannen.
Het China Global Television Network (CGTN) worstelt om te overleven in de Europese ether. Het kanaal staat onder controle van de Communistische Partij en brengt zowel actualiteit met Chinese duiding als pure propaganda. Begin februari trok de Britse mediaregulator Ofcom (Office of Communication) de licentie van CGTN in, ‘omdat de inhoud van programma’s op CGTN bepaald werd vanuit Peking en niet het bedrijf zelf’, aldus de Britten. Sinds China de rechtsstaat in Hongkong aantastte, stelt het Verenigd Koninkrijk zich harder op tegen Chinese beïnvloeding.
CGTN week daarop uit naar Frankrijk. Een vaste voet aan de grond daar is cruciaal voor Peking. Zo kan het honderden miljoenen Europeanen bereiken, maar ook de Chinese diaspora. In Frankrijk kreeg CGTN zopas een licentie van de Franse toezichthouder, alleen gebaseerd op technische criteria. Op die manier kan het uitzenden via Eutelsat, het Europese netwerk voor televisie via satelliet. ‘Wij zijn objectief’, klinkt het vanuit CGTN.
Geen echte journaliste
In een open brief vragen dertien mensen, die in China gedwongen bekentenissen moesten afleggen, aan Eutelsat om de uitzendingen te stoppen. Bekentenissen van verdachten zijn gangbaar in het Chinese nieuws. ‘Kunnen democratische samenlevingen nog wel gemanipuleerde inhoud uitzenden die voortkomt uit marteling, zonder moreel medeplichtig te zijn?’, aldus de briefschrijvers. Het gaat onder anderen om de dochter van de gekidnapte boekverkoper Gui Minhai (DS 25 februari 2020) en voormalig attaché bij de Britse diplomatie, Simon Cheng, die werd vastgehouden in China tijdens de crisis in Hongkong.
In Frankrijk groeit het verzet nu blijkt dat de éénpartijstaat niet op de waarachtigheid van details let als hij zijn boodschap wil verspreiden. Op 28 maart schreef een zekere Laurène Beaumond een opiniestuk op de site van CGTN. Daarin ontkende ze alle misbruiken van Oeigoeren in Xinjiang. CGTN stelde haar voor als ‘afgestudeerd aan de Sorbonne in de journalistiek, met werkervaring op meerdere Parijse redacties’. Navraag bij de Franse journalistenbond leerde echter dat er geen journaliste met die naam bestond. Le Figaro ontdekte dat het ging om een Franse vrouw met een andere naam die in China voor CGTN had gewerkt, onder andere als vertaalster en presentatrice.