‘De stad was nog nooit zo ruimdenkend. Overal maken mensen muziek’
Mosul, de Iraakse stad waar Abu Bakr al-Bagdadi zich in 2014 uitriep tot kalief van Islamitische Staat, werkt aan zijn herstel. In cafés wordt weer muziek gemaakt, maar niet iedereen kan het verleden achter zich laten. ‘Wij zijn net zo verwoest als deze stad.’
Ahmed Abdulhadi Jassem stapt de kelder van de gemeentebibliotheek van Mosul binnen. Hij doet het lampje van zijn telefoon aan en loopt de trap af. Het licht valt op stapels verscheurd papier en omvergegooide boekenkasten. ‘IS heeft onze boeken verbrand’, zegt de bibliothecaris, gekleed in een blauw jasje met een speldje in de vorm van de Eiffeltoren. ‘Deze barbaren zijn net als de nomaden die vroeger de boeken in de Tigris gooiden. Ze hebben geen idee wat de waarde van kennis is.’
In de hoek van de kelder ligt een nog intact Hebreeuws liturgisch werk uit de negentiende eeuw en een Duitse vertaling van Pasternaks Dokter Zjivago. Volgens Jassem werden ze gespaard omdat de strijders van Islamitische Staat het schrift niet konden lezen. ‘Zo ging het ook met Shakespeare’, grijnst hij. ‘Ze hebben de Arabische vertalingen verbrand, maar waren te dom om de Engelse versie te herkennen.’
Terug op de begane grond wijst Jassem trots op de gerestaureerde leeszaal en een nieuwe afdeling voor kinderboeken. In een kantoor verderop wordt gewerkt aan het herstel van de handgeschreven catalogus. ‘De vorige keer kostte ons dat vijftien jaar. Maar we gaan door tot het af is, want boeken horen bij deze stad.’
De Noord-Iraakse stad Mosul werd in 2014 veroverd door Islamitische Staat. Honderdduizenden sloegen op de vlucht, kunstschatten werden aan stukken geslagen, publieke onthoofdingen waren aan de orde van de dag. Toen het Iraakse leger de stad in 2017 heroverde, werden nog eens tienduizend burgers gedood en grote delen van de stad met de grond gelijk gemaakt.
Heimelijke foto’s
Bijna vier jaar later worden nog altijd verrotte lijken onder het puin vandaan gehaald. Maar tussen de brokstukken bloeit ook nieuwe levenslust, ziet fotograaf Ali al-Baroodi (39). Tijdens de bezetting door IS maakte hij er een levensgevaarlijke gewoonte van op zijn fiets door de stad te rijden en heimelijk foto’s te maken van de plekken waar hij opgroeide. Het gaf hem rust, zegt hij, maar was ook een liefdesverklaring aan een stad die hij weigerde te verliezen.
‘Ik heb wel eens gedacht dat het voorgoed voorbij was’, vertelt Baroodi, die ook Engels doceert aan de universiteit van Mosul. ‘Na de bevrijding was de verwoesting onvoorstelbaar, het deed denken aan Berlijn of Warschau na de Tweede Wereldoorlog. Maar al tijdens mijn eerste fietstocht door de bazaar zag ik ook dingen die me hoop gaven. Nog voordat de regering ergens te bekennen was, waren kinderen al begonnen om het puin bij elkaar te vegen.’
De fotograaf, met diepe wallen onder zijn grijsblauwe ogen, zit in het Mosul Book Forum, een cultureel café dat direct na de bevrijding werd opgericht. Aan de muur hangen oude stadsgezichten en portretten van Iraakse dichters. Een groep jongens zit lurkend aan een waterpijp een potje te kaarten. In een hoek speelt een verliefd stel samen muziek. ‘Dit is de wederopstanding waar ik het over heb’, glimlacht Baroodi. ‘Zelfs vóór IS hadden we hier niet zo kunnen zitten, want in Mosul waren de extremisten al veel langer aan de macht. Maar nadat we IS overleefd hadden, werd onze drang naar vrijheid te groot. Overal in de stad zie je nu mensen muziek maken, gedichten voordragen en van gedachten wisselen. Mosul is nog nooit zo open-minded geweest.’
Scheve toren
Niet iedereen kan het verleden zo achter zich laten. Aan de oevers van de Tigris strijken twee grootouders neer op een picknickkleedje. Hun kleindochtertje speelt langs het water. Het meisje werd geboren in het jaar dat IS Mosul binnenviel. ‘Haar moeder vertrok toen ze twee was’, vertelt de oma. ‘Ze kon het leven met onze zoon niet meer aan. Hij heeft zware psychologische problemen, sinds hij zag hoe mensen voor zijn ogen zijn doodgeschoten en er een raket naast zijn slaapkamer insloeg.’
De grootouders besloten de zorg voor hun kleindochter op zich te nemen. ‘Maar het is niet makkelijk een kind op te voeden zonder inkomsten’, zegt de grootvader.’ ‘Ikzelf ben werkloos en mijn zoon zit nog steeds thuis aan de pillen. Wij zijn net zo verwoest als deze stad.’
De oude man wijst op de ravage aan de overkant van de rivier, waar vrachtwagens grind verplaatsen voor de aanleg van een nieuwe brug. Hij vertelt over het Mosul van vroeger, de Ottomaanse huizen langs de waterkant, de drukke bazaar, de scheve gebedstoren van de al-Nuri-moskee. ‘Onze moeder minaret’ werd die liefkozend genoemd, omdat ze al acht eeuwen over de stad leek te waken. In dezelfde Nuri-moskee riep Abu Bakr al-Baghdadi zich in juli 2014 uit tot kalief van IS. Drie jaar later waren zijn strijders er omsingeld door het Iraakse leger. In een ultieme wraakactie bliezen ze de moskee en de minaret op.
Geen plan, geen geld
‘Dit was mijn jeugd’, vertelt dertiger Ahmad Ismail op de plek waar eens de minaret stond. Hij woonde in een huis met uitzicht op de moskee en verloor de helft van zijn gezin door de luchtaanvallen van het Iraakse leger. ‘IS gebruikte ons als menselijk schild’, zegt hij. ‘Iedereen die probeerde te ontsnappen, werd doodgeschoten. Eén van hen was mijn moeder.’ Hij bouwde zijn huis met eigen handen weer op, vertelt hij, maar kreeg sinds vorig jaar ook steun van Unesco. De VN-organisatie ontving tientallen miljoenen euro’s van onder meer de Europese Unie en de Verenigde Arabische Emiraten om het oude centrum van Mosul te herbouwen. ‘Sindsdien gaat het veel beter’, aldus Ismail. ‘Dat geld maakt een enorm verschil.’ Lang niet alle inwoners van Mosul maken
‘IS-fanatici hebben de Arabische vertalingen van Shakespeare verbrand, maar ze waren te dom om de Engelse versie te herkennen’
Ahmed Abdulhadi Jassem Bibliothecaris in Mosul
‘De verwoesting was onvoorstelbaar. Maar nog voor de regering ergens te bekennen was, waren kinderen het puin al bij elkaar aan het vegen’
Ali al-Baroodi Fotograaf en inwoner van Mosul
aanspraak op internationale fondsen, zegt Ghada Abd al-Jabbar, een bouwkundige in dienst van de gemeente. ‘De wederopbouw gaat over meer dan alleen historisch erfgoed. Wegen, bruggen en 140.000 huizen zijn beschadigd of verwoest. Zelfs ons eigen gemeentegebouw in West-Mosul ligt nog steeds in puin. Maar er is geen plan voor de toekomst en veel te weinig geld.’
Jabbar weigert te zeggen of dat laatste ook te maken heeft met wanbeleid. ‘Ik werk voor de overheid’, lacht ze ongemakkelijk. Maar volgens mensen op straat is het duidelijk: geld dat bedoeld is voor Mosul, verdwijnt in de zakken van machtige militieleiders en corrupte politici in Bagdad. ‘Corruptie is het grootste obstakel voor de wederopbouw’, zegt ook koopman Thiya Muthafar. Het gevolg is volgens hem dat de lokale economie nauwelijks kan herstellen. Nog maar een kwart van de winkels van het oude financiële centrum van de stad is weer geopend.
De 61-jarige Muthafar werkt sinds zijn achtste in de oude bazaar. Hij wijst op de gesloten rolluiken tegenover hem. ‘Daar maakte mijn grootvader leren portemonnees. In die winkel daarnaast zat ik vroeger met mijn vader. Het was vaak zo druk dat we niet eens tijd hadden om de prijzen uit te rekenen, dus kreeg iedereen korting.’
Tegenwoordig verkoopt de oude man voornamelijk instantkoffie. De tien klanten per dag die langskomen, zijn familie of vrienden. ‘Ik kom hier niet voor de inkomsten’, zegt hij. ‘Ik kom voor de herinneringen.’ Volgens fotograaf Ali al-Baroodi kunnen juist die herinneringen aan vroeger Mosul helpen haar eigenwaarde terug te vinden. Hij droeg daarom bij aan een door Google gefinancierd project, ‘De kunst en de ziel van Mosul’, dat het cultureel erfgoed van de stad in kaart brengt. ‘In de media is Mosul al jaren synoniem met oorlog en verwoesting’, zegt Baroodi. ‘Het wordt tijd dat we een positief verhaal over onszelf vertellen.’
Liefde
Toch stelt ook hij vast dat de toekomst er niet rooskleurig uitziet. Hij wijst op het feit dat honderdduizenden vluchtelingen nog steeds niet zijn teruggekeerd. ‘De regering moet veel meer doen om de mensen gerust te stellen en financieel te steunen. In plaats daarvan zien we dat het parlement net een nieuw jaarbudget heeft aangenomen waarin nauwelijks extra geld wordt uitgetrokken voor Mosul. Ze houden geen rekening met de kosten van de wederopbouw.’
Maar zo achteloos als de regering in Bagdad is, zo betrokken zijn volgens Baroodi zijn stadgenoten. ‘We behandelen Mosul alsof de stad familie van ons is’, zegt hij. ‘Net als voor een familielid geldt: als je op het punt hebt gestaan om haar te verliezen, besef je pas echt hoeveel je van haar houdt.’