Mijn zus, mijn buitenstaander H
et leven op aarde is een reeks van allerlei handelingen, emoties en gebeurtenissen. Een reeks van ontmoetingen, van impact, van eerste en ook laatste keren. Soms hebben we voor het laatst een avondmaal met iemand, met vis en brood, met water en wijn, zonder dat wij ons bewust zijn van het unieke moment waarin we ons bevinden. Dat is zo. Op een bepaald moment in je kind zijn ontdek je dat ook jij sterfelijk bent. Soms laat het je koud, soms ben je er jarenlang niet mee bezig, maar soms overvalt het je en doet het van alles met je. Dat de mens dood gaat. Soms verkruimelt het je, boetseert het je tot de volwassen persoon die je ooit (misschien) zult zijn.
Ik geloof heel erg in impact; dat je iets voelt wat er niet meer is, dat je voelt wat er is geweest. Dat je blijft. Wie Jezus ook is geweest, of Mohammed, of Boeddha, hun impact strekt zich tot aan de dag van vandaag. Hun namen worden nog steeds genoemd, hun verhalen worden nog steeds verteld. Ze leven nog. Het leven werd me een stuk lichter wanneer ik begreep hoe impact voort blijft bestaan, zelfs wanneer de persoon of het organisme of iets er niet meer is. Het leven werd me zoveel lichter.
Impact komt in meerdere vormen. In gebouwen en materiaal, in structuren, in ideeën en theorieën, in onderzoek en in gevoel. Ik ontdek het de laatste jaren continu. Nalatenschap heeft invloed hebben op de nagelatenen – ik ontdek dit in het woord. Het geschreven of vertelde woord. Taal is erfgoed. De verhalen die we vertellen zijn erfgoed.
Een tijdje geleden dook ik voor het eerst in het nalatenschap van Audre Lorde. Het begon bij haar bundel essays Sister outsider, over al haar poëzie, tot Your silence will not protect you en weer terug naar Sister outsider. Ik las haar, ondersteboven, achterstevoren, van rechts naar links en nog eens. Haar teksten zitten boordevol lessen. Voor mij als vrouw, voor mij als geliefde en liefhebber, voor mij als vrouw van kleur en ga zo maar door. Audre Lorde heeft geen verrijzenis nodig, we zullen haar niet kwijtraken in de vergetelheid, want ze is er nog. Ik leer van haar wat stilte is, dat er verschillende vormen van stilte zijn en dat we stilte behoren te verbreken. Ik ben het gewend om mijn verhaal voor mijzelf te houden, maar Audre Lorde zegt: zelfs als je zwijgt, zul je lijden en zelfs als je zwijgt, zul je sterven.
Die woorden raken mij het allerhardst. Ik merk vaak dat ik op zoek ben naar bevestiging van de wereld rondom mij, ook van de wereld op mijn beeldscherm. Zo zit ik op Instagram en Facebook en deel ik enkel mijn gezicht wanneer ik vind dat ik er goed uitzie. Met goed bedoel ik: beter dan op een doorsnee vrijdagmiddag. Ik deel mijn vakanties, mijn toppunten, mijn succesverhalen. Achter al deze blijheid schuilt het echte verhaal, de mislukkingen, de pijnpunten, de keerpunten, de grote openbaringen die komen vanuit verdriet – en zoveel verdriet heb ik ook weer niet gekend. Maar toch. Ik zwijg erover.
Audre Lorde leert me over mannelijkheid en hoe ik niet alle gevoelens kan uitvogelen voor een man; dat moet ie zelf doen
Audre Lorde vertelt me dat niet te doen, haar woorden zijn de reden waarom ik schrijven blijf. Telkens wanneer ik mijn stilte verbreek en iets zeg wat ik liever niet uitspreek, denk ik aan haar. Mijn hele grote zus. Mijn zus die mijn moeder had kunnen zijn. De moeder van mijn moeder had kunnen zijn.
Ze leert me over zusterschap. Over mannelijkheid en hoe ik niet alle gevoelens kan uitvogelen voor een man; dat moet ie zelf doen. Ze leert me over de wereld van vandaag. Soms vraag ik me af wat ze nu zou zeggen. Over ons. Over vandaag. Niet over de Afro-Amerikaan, maar over de Afro-Europeaan. Als ze toch heel even hier kon zijn. Niet enkel in impact, maar in levenden lijve. Hoe komt het dat ik mij zo kan vinden in de wereld zoals zij die beschreef? Hebben we het goed volgehouden? Is er iets veranderd? Iets heel kleins, misschien, op z’n minst?
Kinderrechtencommissarissen, scholieren, pediaters en psychiaters roepen op om van het welzijn van jongeren een prioriteit te maken op school.
Dit bijzondere jaar vraagt een grondige evaluatie. Scholieren, ouders, kinderartsen, kinderpsychiaters, schoolartsen, maatschappelijk werkers en sociaalculturele animatoren namen de tijd om terug te blikken op het afgelopen jaar, maar vooral ook om vooruit te blikken en oplossingen te bedenken. In de laatste maanden van dit schooljaar moeten we de kans met beide handen grijpen om een prioriteit te maken van de gezondheid en ontwikkelingsnoden van jongeren.
Het grotendeels openhouden van de scholen heeft een ramp voorkomen, maar de psychologische schade bij jongeren blijkt toch verontrustend groot. Ondanks grote inspanningen van leerkrachten en scholen zijn we te weinig in staat geweest om een aangepaste en zinvolle psychosociale omkadering te bieden aan jongeren. Veel jongeren raakten de afgelopen weken afgevlakt en uitgedoofd en hun drive en zin tot leven kalfden af. Ze lijden onder sociale, sportieve en culturele ontbering, medische problemen, verdriet en rouw, eenzaamheid, isolement, depressie en angst. De jeugdhulpverlening wordt overspoeld door ernstige psychische problemen zoals zelfmoordpogingen en acute eetstoornissen. Verontrustend veel van deze jongeren blijven in de kou staan door een structureel én acuut tekort aan middelen in de sector.
De terugkeer naar (bijna) volledig contactonderwijs is een eerste stap in de goede richting om de gezondheid en ontwikkeling van onze jongeren weer op de rails te krijgen. Als jongeren voltijds terugkeren naar school, moeten we beseffen dat leerlingen met een emotionele rugzak zullen opdagen. Scholen zullen worden geconfronteerd met een grote groep jongeren met ernstige problemen. Het is aangewezen dat scholen hun aanpak verruimen. Ongeziene overrompelende situaties vragen om een ongeziene en vernieuwende aanpak. Onze scholen bieden het uitgelezen kader om voor alle schoolplichtige jongeren het verschil te maken.
Nodig kunstenaars uit
Uiteraard moeten onze jongeren niet stoppen met schoolse kennis en vaardigheden te ontwikkelen, maar sociaal contact met leeftijdsgenoten en samen ervaringen en levenslust tanken, moet minstens even hoog op de agenda staan. Scholieren en leerkrachten moeten de tijd krijgen om te praten met en te luisteren naar elkaar. Leerlingen moeten uit hun isolement kunnen breken. Onze jeugd moet zich weer beter in haar vel voelen zodat ze weer voeling kan krijgen met het verlangen en vermogen om te leren.
Scholen kunnen zich dit schooljaar niet alleen richten op het verwerven van schoolse kennis. Traditioneel wordt de maand juni gewijd aan revisie en examens, met als orgelpunt het attest of diploma op het einde van het schooljaar. Door de vele waarschuwingen van leerachterstanden is de druk voor leerkrachten en leerlingen erg hoog. Maar het is ondenkbaar om over te schakelen naar business as usual: scholieren die al kampen met sociale en emotionele moeilijkheden gaan niet beter studeren door de druk te verhogen. Om de kansen op leren te optimaliseren, moet naar een gezond evenwicht gezocht worden tussen het toetsen van leerstof en het inzetten op sociale verbinding en emotioneel welzijn. Ook in bedrijven wordt opgeroepen tot mildheid wanneer volwassenen in deze bijzondere omstandigheden niet op hetzelfde niveau presteren als in nietcoronatijden. Laten we diezelfde mildheid tonen bij onze scholieren.
We vragen dat er een evaluatie gemaakt wordt van welke leerstof en taken essentieel zijn om de overstap naar het volgend schooljaar te maken. Schrap in het curriculum wat niet noodzakelijk is. Maak daarnaast ruimte voor verbindende activiteiten. In een normaal schooljaar zijn dat klasuitstappen en sportieve en culturele activiteiten. Die zijn nu allemaal geschrapt, maar in de komende weken en maanden moeten we op zoek naar gelijkaardige activiteiten die binnen het kader van de maatregelen wel nog mogelijk zijn.
Voer gesprekken met leerlingen waarin zij kunnen aanbrengen wat hen kan helpen zich weer beter in hun vel te voelen. Nodig kunstenaars en hulpverleners uit op school. Denk samen met hen na over hoe de komende maanden het best kunnen aansluiten bij de noden van jongeren die niet alleen een leer- maar ook een leefachterstand opliepen. Wat is nodig om hun ontwikkeling weer op gang te trekken? Alleen als we met vereende krachten onze jeugd voorzien van de nodige ondersteuning, kan de impact van deze crisis op lange termijn beperkt gehouden worden. Laat scholen niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk hun ramen en deuren weer openzetten en als klasbubbel contact zoeken met de buitenlucht en buitenwereld, zodat de broodnodige zuurstof weer door de aderen van onze jeugd kan vloeien.
Overheersende puntencultuur
Daarom roepen we alle beleidsmakers en verantwoordelijken op om scholen de kans te geven om, naast het stimuleren van kennis, ook een prioriteit te maken om de sociale en emotionele ontwikkeling van jongeren weer op gang te trekken. Scholen moeten de ruimte krijgen om in te zetten op essentiële leerstof en waar mogelijk in het curriculum te schrappen. Geef scholen de toelating om mild te evalueren. Geef scholen de toestemming om hulpverleners uit te nodigen om laagdrempelig en op groepsniveau aanwezig te zijn voor scholieren, om bijvoorbeeld per klasgroep één uur per week een groepsgesprek te begeleiden. Scholen moeten de kans krijgen actoren uit het culturele en verenigingsleven uit te nodigen, zodat het leven en leren van hun leerlingen weer verrijkt kan worden, bijvoorbeeld met binnen de schooluren één klasactiviteit per week en buiten de schoolmuren één klasactiviteit per maand, niet-betalend voor ouders. We vragen ook om voor dit alles financiële middelen vrij te maken.
Bied scholen de kans om tijdens de laatste maanden van dit schooljaar los te komen van een overheersende puntencultuur. Laat hen in plaats daarvan focussen op de psychosociale en lichamelijke gezondheid van leerlingen. Zodat scholen zich gemachtigd zien om een eindejaar te organiseren dat zich emancipeert van de traditionele evaluatie-en-sanctie-logica door de talrijke levendige en helende krachten te mobiliseren waar onze maatschappij rijk aan is. Om onze jeugd alles te bieden wat zij nodig heeft om zich te ontwikkelen en te bloeien ondanks deze crisis, die ook haar zwaar getroffen heeft.
Scholieren die al kampen met sociale en emotionele moeilijkheden gaan niet beter studeren door de druk te verhogen
Lacroix