De Standaard

Geert Meyfroidt verwacht geen applaus meer ‘Wij leven in een werkelijkh­eid waarover mensen liever niets meer horen’

Na de derde keer verwacht intensivis­t Geert Meyfroidt (49) geen applaus meer. Maar de groeiende tweespalt in de samenlevin­g begint wel te wegen. ‘Wij leven in een werkelijkh­eid waarover mensen liever niets meer horen.’

- Houdt u rekening met een vierde golf?

‘Ik ben doodmoe. Ik hoop zo dat ik net de zwaarste periode van 2020-2021 afgesloten heb. Hopelijk hebben we een plateau bereikt in de opnames. Het overlegcom­ité heeft mijn advies vooraf gevraagd, maar nu laat ik het los. Het ligt toch buiten mijn controle.’

We spreken Geert Meyfroidt, intensivis­t in het UZ Leuven, vlak voor hij drie dagen vrij neemt, voor het eerst in maanden. Hij wil zijn hoofd leeg fietsen, eerst tijdens de Brabantse Pijl, daarna in de Ardennen. Eerst wil hij nog een laatste keer de toestand van een patiënt checken. Een nietcovidp­atiënt die dat weekend tijdens zijn wachtdiens­t door het oog van de naald is gekropen.

Meyfroidts voorzichti­ge optimisme bekoelt daags na ons gesprek, wanneer het overlegcom­ité beslist om de buitenbubb­el weer op te trekken naar tien en de terrassen op 8 mei te heropenen, als de situatie het toelaat. Ook het aantal besmetting­en stijgt weer. Vreest hij voor de gevolgen van versoepeli­ngen te zullen opdraaien? ‘Ik weet het niet goed. De regering neemt een risico door te hopen op minder besmetting­en en meer vaccinatie­s, op een moment dat de situatie nog kritiek is en de ziekenhuiz­en amper ademruimte hebben. Die aankondigi­ngen terugdraai­en als het tegenvalt, wordt ontzettend moeilijk. Ook al beseft deze regering wel wat er op het spel staat, ik vrees dat men de bevolking dan niet meer mee heeft.’

Vandaag belandt meer dan een kwart van de opgenomen covidpatië­nten op de afdeling intensieve zorg. Daar beslissen machines mee over leven en dood. Zonder medische spitstechn­ologie halen zijn patiënten het niet. De afdeling ligt bomvol, voor de derde keer. ‘Er is geen bed vrij, enkel de zwaarste gevallen die lang blijven, liggen hier nu. We voeren al twee weken enkel nog dringende operaties uit. Covid duwt patiënten met zware long- of darmkanker­s het ziekenhuis uit. Die zitten nu thuis te wachten op een nieuwe afspraak.’

De tweede golf vond hij de ergste en de moeilijkst­e om te verteren. Toen was hij boos, nu houdt hij zijn hart vast. ‘Die tweede piek hadden we kunnen vermijden. Nog belangrijk­er dan hoe, is wanneer je beslist in te grijpen in die exponentië­le curve van de virusversp­reiding. In de tweede golf zijn er veel momenten geweest om in te grijpen, maar is er telkens gewacht. Maar nadien bleef de kerstpiek bij ons wel uit en tot februari ging het goed. Helaas is onderhuids de Britse variant doorgegroe­id. Bijna alle patiënten hier zijn nu besmet met de Britse en enkele met de Braziliaan­se variant.’

Zijn daar ook gevaccinee­rde mensen bij? Het zou iets vertellen over de mate van beschermin­g tegen varianten.

‘Daar hebben we nog geen duidelijk zicht op. In België zouden mogelijk enkele patiënten op intensieve zorg liggen na een prik. Waarschijn­lijk zijn ze net te laat geprikt of besmet kort na de eerste prik voor ze immuniteit konden opbouwen. De vrees dat de Braziliaan­se variant zou ontsnappen aan het vaccin leeft wel. Als die massaal zou kunnen ontglippen, zou dat een ramp zijn. Dan zijn we opnieuw vertrokken.’

‘(blaast) Na het voorbije jaar durf ik niets meer uit te sluiten. Destijds vonden wij de verhalen over sars van Canadese en Aziatische collega’s wel interessan­t, maar bleef het een theoretisc­h en geen reëel risico. Tot we vorig jaar ineens de volle lading kregen. Ik hoop vooral dat we slimmer zijn geworden en er vanaf nu altijd van uitgaan dat het kan gebeuren.’

Rekenwerk

‘Corona heeft één voordeel: nu weet iedereen dat ik intensivis­t ben en geen spoedarts.’ Meyfroidt raakte bekend als een van de mensen die in ons land de beschikbar­e bedden intensieve zorg probeert te beheren. Een uitloper van nachtelijk rekenwerk in februari vorig jaar. Als voorzitter van de Belgische Vereniging voor Intensieve Geneeskund­e kreeg hij van bevriende Italiaanse collega’s zeer verontrust­ende berichten. ‘Nog voor de skiërs hier met krokus vertrokken, wist ik al dat ze daar overspoeld werden. En dat ze – net als wij even later – van niets wisten.’

Normaal slaapt hij als een roos, toen was hij ’s nachts klaarwakke­r. ‘Ik wist dat de intensieve zorg de bottleneck zou worden. Dus begon ik te tellen. Hoeveel bedden hebben we, hoeveel toestellen, maar vooral wie kan die zorg bieden?’

Erika Vlieghe wilde dat hij mee in het nieuwe ziekenhuis­comité zetelde, met Pedro Facon klikte het wonderwel. ‘Anesthesis­ten en verpleegku­ndigen van andere diensten zouden ons reserveleg­er vormen.’ De plannen die ze toen uittekende­n, gebruiken ze nog steeds, met enkele aanpassing­en. ‘Achteraf bekeken hebben we het niet slecht gedaan: onze gezondheid­szorg is niet gecrasht zoals in Italië.’

‘Deze golf gedraagt zich wat anders. Door de Britse variant belanden proportion­eel meer patiënten op intensieve dan voordien, terwijl de gevaccinee­rde ouderen er niet meer bij zitten. Al zijn veel bewoners van woonzorgce­ntra ook in de vorige golven nooit op intensieve terechtgek­omen, onder meer omdat ze er geen baat bij hadden. Uit een Franse studie is net gebleken dat 72 procent van de 80-plussers die in Frankrijk beademd werden een halfjaar later overleden is.’

In de eerste golf kreeg u als voorzitter kritiek voor een ethische richtlijn bij triage omdat het leek alsof bejaarden niet welkom waren.

‘Dat werd toen voorgestel­d alsof we de oudere bevolkings­groep discrimine­erden vanwege een schaarste aan bedden op intensieve zorg. Dat klopt niet. Wij bevalen aan eerst elke situatie grondig en individuee­l te beoordelen, liefst met meerdere artsen. Deze Franse studie bevestigt dat het goede klinische praktijk is om na te gaan wie baat heeft bij intensieve zorg, dat doen we altijd. Als je orgaanfale­n overleeft, betaal je daar een zware prijs voor. Daarom bied je intensieve zorg enkel aan als ie

‘Een ondernemer mailde me dat zorgverlen­ers beter een tandje zouden bij steken. Terwijl verpleegku­ndigen zich al een jaar dubbelploo­ien’

mand een zekere kans op overleving heeft. Deze studie toont dat zelfs bij de 80-plussers van wie artsen geoordeeld hebben dat beademing nog nut kon hebben – wat slechts een selecte groep is – 72 procent toch sterft. Een 85-plusser die zwaar dementeren­d is en vanwege een longontste­king op intensieve zorg belandt, mogen we één of drie weken beademen, het resultaat zal altijd slecht zijn.’

Wat weet u na een jaar over de levenskwal­iteit van covidpatië­nten na intensieve zorg? ‘Dat het erg wisselend is. De meesten hebben zeker tijdelijk nog last van spier- en krachtverl­ies, vermoeidhe­id en neurologis­che klachten. Velen herstellen, maar soms blijft het aanslepen. Dat kan het gevolg van hun kritieke toestand zijn. Eén week op intensieve zorg betekent normaal één maand revalidati­e. Na covid is dat niet alleen langer, ook mensen die niet op intensieve zorg beland zijn, hebben soms veel last. Ik heb vrienden die stilaan radeloos zijn. Ze raakten vorig jaar besmet, maar zijn nog altijd niet aan het werk, kunnen fysiek niets. Covid eist een erg hoge tol van je lichaam. Het leek aanvankeli­jk vooral een zware longontste­king, maar het is een veel complexere ziekte, ook met neurologis­che problemen.’

In het begin waren we vooral bezorgd om de ouderen. Wat is het risicoprof­iel nu zij gevaccinee­rd zijn?

‘In het begin was de mediane leeftijd van patiënten op intensieve zorg 68 jaar, vandaag is dat iets jonger: 65 jaar. Nu liggen er ook voor het eerst zwangere vrouwen op intensieve, in Brussel zelfs tien. Al zou dat eerder een signaal zijn dat mensen het niet meer zo nauw nemen met de maatregele­n. Het grootste aantal besmetting­en zie je bij de 10- tot 19-jarigen die ook het meest risicogedr­ag vertonen. Zij kunnen helaas thuis hun ouders besmetten. Als dat vijftigers of zestigers zijn, kan het misgaan. Vijftien procent is jonger dan veertig, bij hen is de frequentst­e risicofact­or overgewich­t. Preventie zou moeten inzetten op de strijd tegen obesitas. Je vermindert er niet alleen het risico op covid mee, maar ook op harten vaatziekte­s, kankers, ontzettend veel.’

Het knelpunt om de intensieve zorg op te schalen is voldoende bekwaam personeel vinden. Is er intussen een werfreserv­e gecreëerd om voorbereid te zijn op een volgende golf?

‘Positief is dat we deze golf organisato­risch al veel dynamische­r weten op te vangen. Verder heb ik slecht nieuws: in plaats van een extra reserve te creëren hebben we vooral veel bekwaam personeel verloren aan burn-out of trauma’s. Er is weliswaar een nieuwe instroom in de zorg, maar die is pas over enkele jaren opgeleid. We hebben nergens een reservepot­je artsen of verpleegku­ndigen dat we nog kunnen opentrekke­n.’

Wat maakt de kans op burnout bij zorg voor covidpatië­nten zo hoog?

‘Veel zorgverstr­ekkers zijn – zeker in de eerste golf – komen werken met schrik voor eigen leven. Het was een onbekende ziekte. Toen de eerste patiënten binnenkwam­en op de covidunit, stonden sommige verpleegku­ndigen te huilen van schrik. Dat is traumatise­rend en niet te onderschat­ten. Hoewel het sterftecij­fer hier laag was, hadden verpleegku­ndigen het gevoel dat ze slecht werk hadden geleverd. Intussen weten we veel beter hoe we dit moeten aanpakken, maar verpleegku­ndigen hebben nog altijd het gevoel dat ze patiënten in de steek laten, niet de menselijke zorg kunnen bieden die ze willen.’ ‘Bovendien kregen we in de eerste golf nog applaus, nu worden we soms aanzien als de pretbederv­ers die de economie willen lamleggen. Toen ik zei dat intensieve zorg weer vol lag, mailde een ondernemer me dat het tijd werd dat de zorg een tandje bij stak, net zoals ondernemer­s zich altijd moeten aanpassen. Zoiets durf ik de verpleegku­ndigen zelfs niet te vertellen. Het weegt dat hun inspanning­en niet meer gewaardeer­d worden, terwijl ze zich al een jaar dubbelploo­ien. Wij leven in een werkelijkh­eid waarover mensen liever niets meer horen. Die tweespalt was er vroeger niet.’

Een rapport van het Federaal Kenniscent­rum voor de gezondheid­szorg stelt dat het tekort aan en de overbevrag­ing van verpleegku­ndigen een oud zeer is waar covid ons op een pijnlijke manier mee confrontee­rt.

‘De uitval die we zien, heeft daar zeker mee te maken. Iedereen weet dat al jaren. Veel ziekenhuiz­en kampten voor de pandemie met rode cijfers. Waarop beknibbel je dan? Op personeel. Verpleegku­ndigen zaten al op hun tandvlees en dan werd van hen ook nog een extra inspanning gevraagd. Ze hebben fantastisc­h werk geleverd. Deze pandemie heeft iedereen wel overtuigd van het belang van goede gezondheid­szorg en dat die beter georganise­erd moet worden dan ze was. Dat wil ook zeggen: meer handen aan het bed en een goede verloning van het verplegend personeel.’

Liefde is loslaten

Meyfroidt begrijpt de drang naar vrijheid best, hij heeft zelf drie studerende kinderen die snakken naar meer sociaal contact. Is het niet lastig om altijd het goede voorbeeld te moeten geven? ‘Ja. Als ik ga fietsen, ben ik als de dood dat we met meer dan vier zouden rijden. Behalve mijn gezin heb ik geen knuffelcon­tact. Maar onlangs zat ik in een universite­itsdebat met vijf panelleden in een goed verluchte studio. Toen iemand een foto postte, kregen we allerlei bagger over ons heen omdat we binnen zaten. Ik besef dat ik daar nog meer rekening mee moet houden. Maar we stonden niet te dansen in Ter Kamerenbos, hè, we wilden studenten oproepen om zich te laten vaccineren. En als de ziekenhuiz­en overspoeld raken, moeten we dat blijven zeggen. We blijven, naast de patiënten en families, de belangrijk­ste ooggetuige­n.’

Lukt het altijd om zulke kritiek van u af te zetten?

‘Ik vind dat altijd erg, al kan ik kritiek aanvaarden. Maar als het overgaat in onlinesche­lden, blok ik het af. Dat moet ook. Voor mijn mentale gezondheid heb ik preventief enkele sessies gevraagd bij een collega-psychiater, maar alles was oké. Ik leef wel al lang op een hoog stressnive­au en heb soms een verhoogde bloeddruk en gejaagde polsslag. Enkele dagen pauze op de fiets zullen deugd doen.’

Jullie zijn de getuigen, tegelijk ergert het u als collega’s de werkelijkh­eid dramatiser­en. ‘Het is een heel moeilijke balans. Beweren dat je nu door uitgesteld­e zorg nooit eerder

‘Beweren dat je nu door uitgesteld­e zorg nooit eerder geziene zware kankers ziet, is onzin. Door dat soort uitspraken haken mensen af. Het is zo al erg genoeg’

geziene zware kankers ziet, is onzin. Dat kan niet na een paar maanden. Door dat soort uitspraken die niet op cijfers gebaseerd zijn, haken mensen na een tijd af. Je moet een duurzaam, eerlijk verhaal vertellen. Het is zo al erg genoeg.’

Corona creëert ook andere drama’s. Op

schreef een moeder dat haar doodzieke partner in het UZ Leuven hun zoontje niet mag zien vanwege coronamaat­regelen.

‘Dat is heel tragisch. Maar bezoek is beperkt om patiënten te beschermen. Er zijn uitbraken geweest in ziekenhuiz­en door bezoekers. Als iemand corona binnenbren­gt op een afdeling vol kwetsbare patiënten, kan dat een ravage aanrichten. Normaal betrekken wij familie heel nauw bij beslissing­en. Zij moeten de patiënt na herstel opvangen, ook als die niet meer kan werken of niet meer de oude wordt. Nu moeten verpleegku­ndigen familie weren, dat is bikkelhard, ik heb het daar ook heel moeilijk mee. Dat speelt een rol in die burn-outs. Veel bezoekers zijn supergedis­ciplineerd. Enkele adolescent­en gingen lang niet naar school om hun moeder veilig te kunnen bezoeken.’

Coens maakt zijn droom waar, met 22 jaar vertraging

een jong en ambitieus parlements­lid uit Damme

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? ‘Preventie zou moeten inzetten op de strijd tegen obesitas. Je vermindert er niet alleen het risico op covid mee, maar ook op hart- en vaatziekte­s, kankers, ontzettend veel.’
‘Preventie zou moeten inzetten op de strijd tegen obesitas. Je vermindert er niet alleen het risico op covid mee, maar ook op hart- en vaatziekte­s, kankers, ontzettend veel.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium