De vernieuwing die wel heel bekend voorkomt
Twee partijvoorzitters, twee gelijkaardige vernieuwingsoperaties. Maar de botte bijl van Conner Rousseau (Vooruit) kan Joachim Coens zich bij CD&V duidelijk niet veroorloven. Waarom?
hij wil de partij ook niet te zwaar bruuskeren. Zijn startnota is al het resultaat van ‘lang en veelvuldig overleg en discussie tussen de verschillende niveaus van de partij’. Ook Coens wil af van de oude krokodillen in zijn partijbestuur, maar kiest daarbij voor een uitdoofscenario door hun zitje voor het leven af te schaffen.
Marketeers vs. herkenbaarheid
De voorzichtigheid van Coens is niet alleen ingegeven door de christendemocratische gedachte, maar ook door de latente spanning binnen de partij. Bij Vooruit kreeg Rousseau 72 procent van de stemmen achter zich bij de voorzittersverkiezingen. Coens haalde het maar nipt, met 53,12 procent van de stemmen, van toenmalig jongerenvoorzitter en nu staatssecretaris Sammy Mahdi. Veel CD&V’ers hadden gehoopt op een jong, fris gezicht à la Rousseau en blijven wat ontgoocheld achter.
Ook dat lijkt weliswaar eigen aan de partij. Net als bij Patrick Janssens, een man uit de reclamewereld, koos de SP.A ook nu voor een verrassende nieuwe voorzitter. Ook Rousseau profileert zich nu vooral als een sterke marketeer die zijn ( jonge) publiek weet te bespelen. En net als met De Clerck koos CD&V ook nu met Coens eerder voor de zekerheid van een consensusfiguur die het christendemocratische huis van binnen en van buiten kent.
Nog een belangrijk verschil is dat Rousseau zich veel meer kan permitteren, omdat het hoe dan ook vijf voor twaalf was voor zijn partij. Bij de socialisten was iedereen daarvan doordrongen na de passage van zijn voorganger John Crombez. Bij CD&V zit dat enigszins anders. De partij heeft lokaal nog altijd ongenaakbare burgemeesters, heeft ministers in twee regeringen en telt amper nieuwe gezichten onder de parlementsleden. Het gevolg: niet overal binnen de partij leeft hetzelfde gevoel van urgentie. Nochtans lijkt het intussen wel duidelijk dat het ook bij CD&V een kwestie van overleven wordt.
‘We moeten opletten dat het niet zo ver moet komen als bij de SP.A. Iedereen binnen de partij moet nu die klik maken’, zei Vincent Van Peteghem vorig jaar nog over de vastgeroeste structuren binnen zijn partij (DS 14 september 2020). Hij sprak toen nog als woordvoerder van de Twaalf Apostelen, de werkgroep die CD&V doorlichtte na de zware verkiezingsnederlaag van 2019. Vandaag is hij mee het gezicht van de vernieuwing als vicepremier.
Complexere band met het verleden
Bovendien sleept Coens, in tegenstelling tot Rousseau, ook een veel complexer verleden met zich mee. Bij CD&V blijft het voor velen moeilijk afscheid te nemen van wat hen al die tijd groot en machtig maakte in de Belgische politiek. Als onvervalste standenpartij was de CVP dertig à veertig jaar geleden, tijdens de hoogdagen van premiers Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene, nog onaantastbaar. De radertjes van de christelijke zuil draaiden perfect in elkaar. Maar de ‘gouden coalitie’ tussen partij en middenveld is verleden tijd.
Een deel van de partij koos voor de vlucht vooruit, een ander deel bleef sterk vasthouden aan de oude structuren en contacten bij Beweging.net, de Boerenbond, Unizo of het ACV. Vooral lokaal, waar CD&V in veel gemeenten nog sterk staat, zijn die oude reflexen nog springlevend. Maar ook in de huidige algemene vergadering, die Coens nu wil hervormen, zijn die oude machten nog altijd sterk aanwezig.
Ook Vooruit heeft uiteraard nog altijd geprivilegieerde banden met de vroegere socialistische zuil, maar bij CD&V zijn de afkickverschijnselen veel groter. Dat merkte Coens meteen aan het interne protest van woensdagavond tegen zijn vernieuwingsplannen (DS 15 april).
‘Er zijn nu veel kottekes en kamers bij ons, die meer één huis moeten vormen’, zegt Coens daar zelf over. ‘Bij velen leeft nog het idee dat we een grote partij zijn die zich kan permitteren om overal, los van elkaar, mensen in te zetten op deelaspecten, terwijl we de krachten nu moeten bundelen.’
Inhoudelijke plannen?
Vernieuwing in de organisatie en de marketing is één ding, maar het belangrijkste vraagteken blijft uiteraard de inhoudelijke koers. De nieuwe speerpunten zitten bij beide partijen nog wat in de wachtkamer. ‘Vooruit is zijn identiteit nog wat aan het zoeken, dat is ook logisch’, gaf Steve Vandenberghe al aan. ‘Onze voorzitter is ook slim genoeg om nog niet al zijn pijlen te verschieten.’ Intussen blijven de inhoudelijke standpunten wel heel vaag.
Coens kwam op zijn beurt al met een kerstmanifest met de krachtlijnen van zijn visie (DS 5 december 2020). Maar ook daar is het nog wachten op het echte inhoudelijke congres in december om de standpunten op scherp te krijgen. ‘Een doorgedreven professionalisering van de partij is van het grootste belang, en op dat vlak heb ik alle vertrouwen in Joachim als voormalige ceo van de haven van Zeebrugge’, zegt Stefaan De Clerck. ‘Maar ik hoop ook dat na de focus op de organisatie en de statuten snel de inhoudelijke lijn wordt opgefrist. We moeten harde lijnen durven te trekken en niet altijd het softe verhaal brengen. Voor de rest wil ik mij voor alle duidelijkheid als een van die oude krokodillen niet te veel moeien (lacht).’
Het is nog afwachten of de geschiedenis zich straks helemaal zal herhalen. Na de vernieuwingsoperaties in 2001 ging de SP.A er bij de verkiezingen in 2003 weer fors op vooruit. Bij CD&V, dat toen tegen wil en dank in een oppositierol zat, liet de ommekeer wat langer op zich wachten. De partij boekte eerst nog licht verlies en knoopte pas in 2004 weer aan met de overwinning, dankzij Yves Leterme en het kartel met de N-VA. Ook nu waart dat idee van een politieke herverkaveling opnieuw sterk rond bij de christendemocraten. Maar hoe dan ook bleek die opflakkering bij beide partijen maar heel tijdelijk.