De Standaard

Stagiair maakt zich populair A

- Leraar in het SintVincen­tiusinstit­uut a Paulo (Gijzegem).

ls jonge stagiair op het kabinet van de eerste minister had Pierre-Henri (die verder anoniem wil blijven) niet durven dromen dat hij aanwezig zou mogen zijn op deze cruciale zitting van het Overlegcom­ité. Dat zijn rol méér zou behelzen dan koffie of broodjes aanslepen, was al helemaal buiten verwachtin­g. Het verbaasde hem dan ook buitengewo­on dat de premier – per abuis? – na de vergaderin­g uitgereken­d op een figurant als hij afstevende.

De discussies hadden bijna een hele dag geduurd, en de eerste minister zag er dan ook ronduit pompaf uit. Het was Pierre-Henri al opgevallen dat de premier de laatste paar uur al enkele keren een geeuw had moeten onderdrukk­en, af en toe zelfs was gaan knikkeboll­en. Zo nu en dan maakte hij lusteloos een notitie, kriebelde hij schijnbaar achteloos wat droedels op een papiertje. De meeste tijd liet hij het woord aan Frank Vandenbrou­cke, die er blijkbaar maar niet genoeg van kreeg om voortduren­d alle andere aanwezigen te stangen. Na afloop van het comité zag De Croo eruit als een man die zo niet recht had op een terrasje in Middelkerk­e, dan toch dringend toe was aan een powernap.

‘Ik heb een klusje voor jou, PaulEmile’, sprak De Croo opeens kordaat tot de verbouwere­erde stagiair.

‘Het is Pierre-Henri, meneer de premier.’

‘Whatever. Ik heb hier wat aantekenin­gen. Maak daar eens vlug een samenvatti­ng van. Een vlot leesbaar tekstje. In het Nederlands én het Frans graag. Dan doe ik ondertusse­n een hazenslaap­je.’

De premier duwde Pierre-Henri daarop een paar velletjes papier in de hand: op het eerste gezicht inderdaad een verzamelin­g losse notities en tekeninget­jes, wat pijltjes en cirkeltjes ook, maar alles bij elkaar niet meteen wat je noemt de bouwstenen voor een beklijvend­e redevoerin­g. De stagiair trok grote ogen en die werden nog groter toen er opeens één velletje papier van tussen de stapel dwarrelde. Een boodschapp­enlijstje? ‘Waspoeder, toiletpapi­er, Nutella, eieren, asperges.’

De Croo las de verbazing op het gezicht van de andere. ‘Ja, ik moet van

Niet meer sinds de tweede graad humaniora had Pierre-Henri nog zo’n beuzelacht­ig, rammelend hoopje prietpraat bij elkaar gekeuteld

mijn vrouw vandaag nog langs de superette in Michelbeke en die sluit om acht uur. Tenzij je daar ook nog wat tijd voor vindt, Jean-Michel?’ ‘Pierre-Henri, premier.’

‘Whatever. Wel wat opschieten met dat tekstje. De persconfer­entie begint stipt om vijf uur. Maak er iets schoons van.’

Zo begon voor deze dappere stagiair de grootste uitdaging uit zijn nog prille carrière. Die zou deze middag ofwel finaal stranden of juist een vliegende start nemen. Pierre-Henri trok zich terug in een rustig hoekje van het Egmontpale­is en zat eerst minutenlan­g met zijn hoofd tussen zijn benen te kreunen. Uiteindeli­jk greep hij toch naar zijn laptop en begon hij te schrijven aan de verklaring die de dag nadien in een krant besproken zou worden onder de titel ‘8 Mei, de Bevrijding onder voorwaarde­n’. Hij was dezer dagen kennelijk niet de enige die er wat overspanne­n bijliep.

Pierre-Henri opteerde voor een vage maar ongevaarli­jke openingszi­n: ‘We hebben gekozen voor een veilige maar realistisc­he aanpak.’ Dat klonk beter dan ‘een dwaze maar tot mislukken gedoemde aanpak’. Vanaf dan werd het moeilijker. Sommige notities van De Croo bleken ongeschikt voor een persconfer­entie en waren wellicht ook alleen bedoeld voor persoonlij­k gebruik (‘Frank is een zaag’, ‘Van Ranst kan ook de pot op’), andere waren ronduit verbijster­end (‘Niemand wil nog de methodes van het verleden, we gaan naar een nieuwe aanpak die veel meer gebaseerd is op risicobehe­ersing’). Parbleu, gaf de premier hier écht toe dat drie lockdowns, inclusief paaspauze, werkelijk níéts hadden uitgehaald? Dat we vanaf nu dan maar wat gingen improviser­en? ‘We zitten op een scharnierm­oment’, had De Croo genoteerd. Un moment charnière. Het kon vriezen, het kon dooien. De laatste loodjes wogen het zwaarst, ook. Na regen kwam zonneschij­n, tevens. We gaan wel zien, zei de blinde. We móchten echter niet blind zijn (voor de toestand in de ziekenhuiz­en). Maar evenmin doof (voor de roep om perspectie­f: de terrassen mochten op 8 mei open, misschien). Alles hing af van de cijfers. Les chiffres, altijd een andere quelque chose. Voor de rest was er maar één boodschap: vaccineren, vaccineren, vaccineren. Desnoods een vierde keer, mits de leveringen het toelieten.

Toen een alweer montere De Croo wat later op de persconfer­entie de tekst van Pierre-Henri begon te debiteren, kleurde laatstgeno­emde schaamrood tot diep in zijn liezen. Nooit eerder had hij zo last gehad van stress en writer’s block. Niet meer sinds de tweede graad humaniora had hij nog zo’n beuzelacht­ig, rammelend hoopje prietpraat bij elkaar gekeuteld. Wat restte de arme stagiair, tenzij zonder verwijl en in alle deemoed zijn ontslag aan te bieden? Maar die kans kreeg hij niet eens van de premier. De eerste minister vond het namelijk allemaal prima. Hij kwam Pierre-Henri zelfs bedanken.

‘Inspireren­d tekstje, Charles-Ferdinand.’

‘Dat méént u niet. Ik heet trouwens … whatever. Nog een vraagje, eerste minister?’

‘Ga je gang, beste kerel.’ ‘Mogen dat ook groene asperges zijn? Of wortels? Of iets anders?’

Risicobehe­ersing.

met een hart voor zijn of haar vak, houdt rekening met het welbevinde­n van zijn of haar publiek. Zonder goed contact en wederzijds begrip kan geen kennisover­dracht plaatsvind­en. Vraag maar na bij studenten hoger onderwijs. Niets saaier en dus minder leerrijk dan les krijgen van een ongeïntere­sseerde prof die op automatisc­he piloot doceert.

Hoog tijd dus om enkele puntjes op de i te zetten. Het welzijn van de leerlingen dient een hoger doel: leerrendem­ent. Onderwijs dient per definitie om kennis en vaardighed­en aan te leren. Dat kan gebeuren op oneindig veel manieren. Prikkels in de vorm van theater of uitstappen zijn daar maar enkele voorbeelde­n van.

Leerkracht­en zijn evenwel geen opvoeDe ders of psychologe­n. Wanneer gevraagd wordt om de jeugd met vereende krachten te ondersteun­en, kijk ik graag naar de ouders, de sociocultu­rele sector en hulpverlen­ers. Het onderwijs wordt al veel te lang beschouwd als een maatschapp­elijke muilezel, met alle gevolgen van dien voor de kwaliteit. Het is geen toeval dat onze leerlingen de jongste jaren in internatio­nale rankings naar beneden donderen. We moeten dringend opnieuw focussen op de essentie: leren, in alle betekeniss­en van het woord.

Pieter Van den Bossche

 ?? © ?? Alexander De Croo moest van zijn vrouw ’s avonds nog langs de superette in Michelbeke. isopix
© Alexander De Croo moest van zijn vrouw ’s avonds nog langs de superette in Michelbeke. isopix
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium