Journaliste Bette Dam: ‘We hebben nooit geluisterd naar de Afghanen’
Dat de taliban zich vrij snel na de Amerikaanse invasie in 2001 wilden overgeven, was blijkbaar geen reden om de oorlog in Afghanistan te stoppen. ‘We hebben nooit geluisterd naar de Afghanen’, zegt Bette Dam, die geregeld gepraat heeft met de taliban.
Wie is Bette Dam?
Bette Dam (42) is een Nederlandse onderzoeksjournaliste die jarenlang in Afghanistan heeft gewoond. Voor haar boek Op zoek naar de vijand over de vroegere talibanleider moellah Omar heeft zij geregeld gepraat met leiders van de taliban. Zij heeft ook een boek geschreven over Hamid Karzai, de eerste president na het talibanregime. Dam geeft nu les op de Parijse universiteit Sciences Po. De Nederlandse journaliste, nu docente op de Parijse universiteit Sciences Po, Bette Dam reisde in haar eentje door Afghanistan en sprak met dorpelingen, stamoudsten en de taliban. Zij begrijpt niet waarom de politici die ten oorlog waren getrokken, zo weinig oog hadden voor wat er werkelijk in Afghanistan speelde. ‘Ik ben teleurgesteld. Ik zag hoe het Westen – nog steeds vrij koloniaal – een land binnenviel, een beeld ophing van een onware vijand en vertelde wat er moet gebeuren. Die aanpak is mislukt en het land is verwoest. Ik ben ongerust omdat de mechanismen van wederhoor, verantwoording en bijsturen in het Westen niet werken als het om oorlog gaat. Nog steeds weten te weinig mensen dat de taliban zich in 2001 hadden overgegeven en er dus geen vijand meer was. Maar de Verenigde Staten hebben dit genegeerd en Europa is er achteraan gewandeld. Onlangs zei de Amerikaanse onderhandelaar Zalmay Khalilzad mij dat dit een “blunder” was.’
Zijn er nog meer blunders gemaakt?
‘De Amerikanen hadden er geen idee van hoe de Afghaanse samenleving werkte. Ze verhieven de gouverneurs en politiecommandanten van de 36 provincies tot “supermannen” met veel macht. Die lokale leiders konden de hulp inroepen van de F-16 gevechtsvliegtuigen of van de Special Forces die bijzonder trigger happy waren. In de periode 2001-2005 waren er veel filmpjes waarin de Special Forces riepen: “Let’s kill the taliban”. Zo gaven ze veel Afghaanse gouverneurs of politiecommandanten de ruimte om hun persoonlijke agenda te volgen: ze streden onderling om een stuk land, toegang tot water of contracten met de westerse troepen voor de bouw van een school. En dus vertelden ze de Amerikanen dat de taliban in de vallei van hun rivaal zaten. Zo creëerden zij samen de vijand. Het is schrikbarend dat de VS dat nooit hebben gestopt, want op zeker moment beseften ze in welk spel ze zich lieten gebruiken. Na 2006 was er zoveel leed aangedaan, dat de taliban niet veel moeite moesten doen om steun bij de bevolking te krijgen.’
Hoe komt dat het Westen twintig jaar bleef aanmodderen?
‘Hoe is het mogelijk dat de informatie over wat fout liep in Afghanistan niet werd opgepikt? Ik zie bij de overheid en de pers in de VS een soort groepsdenken. De besluitvormers in Washington zijn omringd door veelal ex-militairen – die ook in denktanks en lobbygroepen zitten – die de wereld bekijken vanuit een wij/zij-visie. Of het bij Clinton of bij Trump was: die entourage is machtig. Het personeel van die besluitvormers is afkomstig uit de elite, die politicologie gestudeerd heeft op de meest prestigieuze, vaak witte, universiteiten. Zij hoeven Afghanistan niet te kennen. Ze hoeven er ook niet geweest te zijn, ze regeren óver, niet mét, de wereld. Dat is een gevaarlijke mentaliteit.’
‘Je merkt dat de overheid op een zeker moment begon te liegen. Dat zag je in de oorlog in Vietnam ook. Ze produceert rapporten die steeds meer onwaar zijn. Dat lees je goed in de Afghanistan Reports, die onlangs door The Washington Post zijn gepubliceerd.’
‘Daar komt bij dat de belangrijkste media, zeg maar de persbureaus Reuters, AP en AFP ook dat idee van war on terror hebben geïnternaliseerd. Hun meeste informatie kwam van westerse bronnen, en dan vooral van het machtige militaire circuit. Zij schreven niet over de wapenstilstand die de taliban en de toenmalige president Hamid Karzai voorstelden, zij maakten geen onderscheid tussen de taliban en AlQaeda, ze schreven niet dat een aanslag een tribale achtergrond had. Uit ons eerste onderzoek op Sciences Po blijkt dat al sinds 2001 zeventig procent van de artikels over het conflict in Afghanistan gebaseerd is op Amerikaanse overheidsbronnen – en dan vooral het Pentagon – en de loyale Afghaanse overheidsbronnen, die alles bestempelen als terreurdreiging.’
‘Lokale leiders konden de hulp inroepen van F-16’s of de Special Forces die bijzonder trigger happy waren. Zo gaven ze veel Afghaanse gouverneurs of politiecommandanten de ruimte om hun persoonlijke agenda te volgen’