‘Geef toe: een vrouw met een doedelzak, dat heeft uitstraling’
Muzikante Marieke Van Ransbeeck heeft een missie: zo veel mogelijk mensen laten kennismaken met folkmuziek. ‘Omdat die me zoveel energie geeft.’
Marieke Van Ransbeeck is 27. Afgezwaaid in 2019 na een opleiding oude muziek – doedelzak en barokmusette, een type doedelzak dat is ontwikkeld rond het hof van Versailles – aan Luca School of Arts en een Nordic Master in Folk Music in Scandinavië. Ze stond te trappelen om de Europese podia te bestormen, toen corona roet in het eten kwam strooien.
Niet dat ze al die tijd heeft stilgezeten: in het najaar was ze te bewonderen in ‘De Vlaamse kanonnen’, een rubriek in het televisieprogramma Iedereen beroemd die de draak stak met de Vlaamse canon. Dit voorjaar was ze een van de ‘Twintigers’ waarmee radio Klara zijn twintigste verjaardag in de verf zette: ‘Dat was echt een cadeau, heel fijn om die publiciteit te krijgen in een tijd waarin het zo moeilijk was om zichtbaar te zijn.’
Ze speelt in verschillende formaties, zoals het folkkwintet Hidrae en het duo Queens of Baba. Met haar ensemble Marvara, een Belgisch-Deens-Zweedse samenwerking, nam ze onlangs een cd op met muziek die ze zelf schreef en arrangeerde, geïnspireerd door haar avonturen in Scandinavië. High on life heet dat album, omdat ze high wordt van folkmuziek. Het komt dit najaar uit, vergezeld door een aantal releaseconcerten. Een enthousiaste folkie dus, mét een warm kloppend hart voor barokmuziek.
Superwoman
Ze heeft twee instrumenten meegebracht: een Vlaamse of breugeliaanse doedelzak en een barokmusette, veilig opgeborgen in een tas waarop een strijklabel van Superwoman plakt – doedelzak spelen is stoer. ‘Het is nog vooral een mannenwereld’, zegt ze. ‘Zeker als het om Great Highland bagpipes gaat, dat zijn grote, zware instrumenten. Ik heb eens geprobeerd om daarop te spelen, maar voor mij is het te zwaar omdat je heel veel lucht nodig hebt. Geef mij maar de instrumenten die ik heb, die klinken ook zachter. Maar een vrouw met een doedelzak, geef toe: dat heeft uitstraling.’
Dat blijkt: ze heeft flink wat bekijks op het pleintje voor de Aalsterse bibliotheek Utopia als ze voor de foto’s poseert mét doedelzak. Fietsers kijken om en glimlachen, voetgangers blijven soms even staan. ‘Wat is dat voor een apparaat, mama?’, vraagt een meisje. Ze is misschien even oud als Van Ransbeeck was toen die voor het eerst een doedelzak in handen kreeg. ‘Mijn ouders waren hevige folkliefhebbers. Van kleins af namen ze me mee naar festivals. Toen ik acht werd, wilde ik naar de muziekschool. Mijn ouders hadden gehoord dat kinderen in de academie van Gooik doedelzak konden leren spelen. Herman Dewit van ’t Kliekske en mijn leraar Jean-Pierre Van Hees hadden speciaal daarvoor een kinderdoedelzak ontwikkeld. Ik was er meteen voor te vinden. Het was leuk dat het een instrument was dat niemand anders speelde. Sommige klasgenootjes speelden piano of viool, maar als ik mijn doedelzakje mee naar school nam, was dat echt cool.’
Op Pukkelpop met een folkband ‘Mijn hart ligt in de folk, omdat ik daarmee ben opgegroeid. Wat me boeit aan de barokmuziek is dat de link met folk zo groot is. In het repertoire dat ik speel, vooral Franse barok, vind je dat dansbare karakter heel erg terug. Dat ligt me goed. Ik kan op folkfestivals sowieso maar moeilijk op mijn stoel blijven zitten. Ik heb dus zowel projecten die neigen richting barokals richting folkmuziek.’
‘Sommige klasgenootjes speelden piano of viool, maar als ik mijn doedelzakje mee naar school nam, was dat echt cool’
‘Het is nog vooral een mannenwereld, zeker als het om Great Highland bagpipes gaat. Geef mij maar de instrumenten die ik heb, die klinken ook zachter’
Maar met de kruisbestuiving tussen de wereld van de oude muziek en de folkscene in Vlaanderen kan het nog beter, vindt ze. ‘Ik denk dat we elkaar stilaan meer aan het ontdekken zijn, maar het zou fijn zijn als er in de toekomst meer cross-over zou komen. Daar wil ik wel mee voor zorgen. Zondag speel ik met het barokensemble Les Abbagliati op het Walden Festival in een bezetting met cello, viool, traverso en klavecimbel, barokmusette en accordeon. De klankkleuren van die laatste twee instrumenten halen het volkse karakter van de muziek naar boven. Dat is heel boeiend om te doen. Als ik op de barokmusette speel, is het met mijn folkachtergrond. Dat heeft een invloed op mijn manier van spelen.’
Bring folk to the people, is haar devies: ‘Het is een van mijn missies om mensen kennis te laten maken met het genre dat me zo na aan het hart ligt. Omdat ik zo’n connectie voel met die muziek en ze me zoveel energie geeft. Als ik een slechte dag achter de rug heb en ik ga naar een folkconcert, dan ben ik weer helemaal opgeladen. Die energie wil ik graag doorgeven.’
‘Ik kijk erg uit naar de festivalzomer van 2022. Dat is het liefste wat ik doe: op festivals spelen. Spelen in de zomer – mijn topseizoen – buiten, met veel artiesten samen: daar zit zoveel feestelijkheid in. Ik denk dat de muziek van Marvara daar echt zal passen. Ik denk aan festivals zoals Dranouter of Gooikoorts, maar ik zou ook heel graag eens op het podium van een groot mainstreamfestival staan. Op Pukkelpop optreden met een folkband en daar knallen op mijn doedelzak met een grote visuele show errond, dat zou echt de max zijn.’