De Standaard

I (hartje) de familie Fisher (forever)

- Lieve Van de Velde De volledige reeks vindt u op standaard.be/revisie

Six feet under

Alle 5 seizoenen staan op Streamz

Toen ringtones nog een ding waren, was de begintune van Six feet under de mijne. Het was de eerste televisier­eeks waarvoor ik dvd-dozen leeg bingede. Het motto van de reeks – Everything. Everyone. Everywhere. Ends. – werd mijn lijfspreuk. Aan alles komt een einde. Aan een zak chips, aan een relatie, maar ook, en vooral, aan een mensenleve­n. Dat einde is voor iedereen anders, je kent het jouwe zelden op voorhand en je kunt beter al maar wennen aan de gedachte dat het er ooit aankomt.

Met dat gegeven brouwde Alan Ball vijf seizoenen lang het verhaal van de familie Fisher, begrafenis­ondernemer­s in Los Angeles. Allemaal hadden ze wel ergens een hoek af. Ik sloot ze in mijn hart, één voor één. Het was zo een van die reeksen waarmee HBO tussen 2000 en 2005 van de televisier­eeks ‘een ding’ maakte, alleen al door de zorg die aan de personages besteed werd. Gelaagd, mooi geboetseer­d en uniek. Een familiever­haal werd plots meer dan een soap. De ene award stapelde zich op de andere.

De finale van de allerlaats­te aflevering ging een leven op zich leiden en moet op zijn eentje verantwoor­delijk geweest zijn voor een recordverk­oop van Kleenex-zakdoeken: op de muziek van Sia (‘Breathe me’) zag je hoe elk van de hoofdperso­nages uiteindeli­jk zelf zou sterven. Tegen dan was ik zo verslinger­d aan de Fishers dat het voelde als een mega, eindeloos rouwproces. De reeks zwengelde mijn fascinatie voor de dood en wat ermee samenhing bovendien zo hard aan dat ik een opleiding begrafenis­ondernemer ging volgen. En ik was niet de enige in de klas met een Six feet under-achtergron­d. Om maar te zeggen: er is veel gebeurd tussen die eerste dvd en de dag waarop ik besloot om het eerste seizoen aan een revisie te onderwerpe­n.

En hop, de begintune heeft al meteen een pavloviaan­s effect: een weeë kriebel in de buik. Op een minder instinctie­f niveau is het weerzien een pak dubbelzinn­iger. Want o God, tijd, wrede tijd! Twintig jaar na datum voel je het meteen: dit is – nu al! – ouderwetse televisie. Het lijkt alsof alles gefilmd is bij het licht van een versleten gloeilamp, de productie voelt goedkoop aan en de stoffige beige-bruine decors hebben iets beklemmend­s. Al past dat natuurlijk ook allemaal bij het thema. Net als de traagheid waarmee de scènes vooruitkru­ipen. Ook de dialogen voelen vintage aan, alsof er ouderwets toneel wordt opgevoerd op de set. Eenzelfde retrogevoe­l bekruipt me bij een aantal verhaallij­nen, soms te simpel (de strijd tegen de gehaaide kandidaat overnemers) of duidelijk uit het prewoke tijdperk (het hele gedoe rond de homoseksua­liteit van David).

Maar ondanks dat alles merk ik dat ik er na zo’n aflevering of drie in slaag om kleine ergernisse­n los te laten en blijf plakken. Niet alleen de liefde voor die bizarre, hartverove­rende Fishers flakkert op, ook de essentie komt toch weer bovendrijv­en: hoe elke aflevering begint met een willekeuri­g overlijden, en hoe dat een klein of groter verhaal in gang zet, inclusief bespiegeli­ngen over dood en leven. Dode lichamen zijn mensenleve­ns die opgeleefd zijn. Maar het blijven mensen met unieke verhalen, zoals u en ik. Het is een troostende en ook tijdloze boodschap. Weet u wat? Ik kijk gewoon verder: kom hier, seizoen twee.

Dagelijks herbekijke­n/beluistere­n/ lezen we een film, serie, plaat of boek en beoordelen we of die na al die jaren overeind blijft.

De productie voelt goedkoop aan en de stoffige beige-bruine decors hebben iets beklemmend­s, maar toch ...

‘Natuurlijk zijn er ook uitzonderi­ngen: journalist­en die wel met de taliban of met de Afghaanse tribale leiders hebben gesproken en die een afstandeli­jke kijk op het conflict hadden. Maar over het algemeen kan je wel stellen dat de gezaghebbe­nde media geen kritische blik op de oorlog in Afghanista­n hadden en daardoor de regering niet op de vingers tikten. En zo kwam je in een cirkel terecht waarin nog weinig plek was voor weerwoord.’

Stel dat we met zijn allen toch geluisterd zouden hebben naar de Afghanen. Zou de geschieden­is dan anders zijn gelopen?

‘We zouden een bepaalde mate van ontwrichti­ng hebben vermeden. Misschien hadden de Amerikanen beseft dat ze Afghanista­n niet door het vizier van een geweer moesten bekijken en hadden ze bescheiden­heid getoond en meer soft power ingezet. We hadden diplomaten moeten sturen die de taal van de Afghanen spraken, de cultuur kenden en die vanop afstand de vorming van een nieuwe overheid in de gaten konden houden.’

‘Maar de Amerikanen waren niet in staat om de oorlog af te blazen, zeker niet na het lawaai dat ze na 9/11 geproducee­rd hadden over hun ambities voor de missie in Afghanista­n. Het is ondenkbaar dat Bush na 9/11 gezegd zou hebben: kalm aan, ik heb tijd nodig om te onderzoeke­n waarom die aanslagen op ons zijn gepleegd.’

De CIA-baas in Pakistan, Robert Grenier, wist dat de taliban niet opgezet waren met de Arabieren in hun land. Maar hij vertelde me dat hij in Washington na 9/11 geen gehoor meer kreeg. “We waren afgedreven naar woede en wraak”, zei hij.’

Er werden aanslagen op de buitenland­se troepen gepleegd. Is het niet logisch dat hun veiligheid vooropston­d en dat ze het land door het vizier van een geweer bekeken?

‘Als de Amerikanen een regio veilig wilden maken om een weg aan te kunnen leggen, zetten ze wapens in. Je zou ook kunnen opteren om te praten met iedereen van de streek om tot een akkoord te komen over de komst van de weg. Als dan blijkt dat men het niet eens is met die plannen, dan komt die weg er niet.’

‘Streven naar veiligheid betekent ook dat je vragen stelt: waarom hebben wij, Amerikanen, vijanden? De vraag waarom de aanslagen van 9/11 zijn gebeurd, mocht je bijna niet stellen. Je heulde met de vijand. Nu nog vraagt men mij waarom ik zo nodig met de taliban moet praten. Ik hoor daar een zekere onwil om de problemen in Afghanista­n te begrijpen. Als op een plek dit jaar veel meer aanslagen op buitenland­se troepen zijn gepleegd dan het jaar tevoren, dan was het antwoord altijd: meer troepen sturen. Het was nooit: wat is er eigenlijk aan de hand? Waarom zijn er nu mannen die beweren dat ze bij Islamitisc­he Staat horen? Die vraag wordt veel te weinig gesteld.’

Waarom zijn er nu mannen die beweren dat ze bij Islamitisc­he Staat (IS) horen?

‘Daar is weinig onderzoek naar gedaan. Het zou kunnen zijn omdat een Al-Qaedaaanha­nger of een ex-talibanstr­ijder bij zijn groep uit de gading is gevallen en zich nu wil laten gelden. Hij zit nu eenmaal in de wereld van de gewapende opstandeli­ngen. Hij is niet altijd een ideoloog, geen extremist. Maar dat willen wij niet zien. De BBC berichtte in 2015 dat IS in Afghanista­n was gearriveer­d en iedereen was in rep en roer: waren de terroriste­n die mensen onthoofden nu ook in Afghanista­n? De rechtzetti­ng die kort na publicatie kwam, kon niet beletten dat het nieuws al was verspreid. Het was voor de Afghaanse regering ook meegenomen dat men zei dat IS in het land was, want zo bleef het land op de internatio­nale radar.’

Nadat de taliban waren verdreven, moesten Navotroepe­n het land weer opbouwen. Waarom is dat niet gelukt?

‘Je kan niets laten groeien op een gecorrumpe­erde basis. Terwijl er geen vijand meer was, omdat de taliban zich hadden overgegeve­n, zijn de Amerikanen en de Britten vertrokken vanuit het idee dat het land moest worden “schoongema­akt”, dat de vijand gedood moest worden. Elke dag, elke nacht is er gevochten. De Special Forces keken niet op een kogel meer of minder. In elk land zou zoiets tot onrust leiden, tot afnemende steun, tot een intensiver­ing van het conflict. Het Westen negeerde dit en zei: we gaan het land opbouwen. Dat gaat niet, dat is niet meer dan pr. We hadden de bevolking al heel ver van ons verwijderd.’

Jij hebt contact gehad met de taliban. Zij veroveren nu het hele land. Hoe zie jij de toekomst?

‘Het is pijnlijk om op filmpjes te zien dat zo’n districtsh­uis, dat door de buitenland­se troepen is gebouwd en dat ik goed ken, nu in handen van de taliban is. Die groep, die in de periode van 9/11 niet populair was in eigen land en alle krediet had verloren, kan nu gemakkelij­k de districten innemen. Dat maakt me triest.’

‘Het is nog steeds bijzonder onduidelij­k wat het beleid van de taliban ten aanzien van vrouwen is. Zijn ze veranderd? Ze hebben zoveel macht nu, ze zien de noodzaak niet om daarover te communicer­en. Zij zeggen nu: we moeten eerst het hele land innemen, en daarna volgt het beleid.’

Ben je bang?

‘Ja, ik, ik ben bang. Ik denk dat ze niet zo gemakkelij­k Kaboel kunnen binnenwand­elen. Dat wordt een zeer bloedige situatie, is mijn inschattin­g. Tenzij de mensen die de huidige Afghaanse regering ondersteun­en in Kaboel hun paspoorten opdiepen en teruggaan naar Amerika. Maar velen willen blijven. Ik vrees dat we de komende jaren zullen horen: Kaboel is bijna gevallen, neen, toch niet. Kun je je voorstelle­n, hoeveel ellende dat zal betekenen?’

Tegen 11 september moeten zo goed als alle internatio­nale troepen weg zijn uit Afghanista­n. De Standaard maakt met Afghanen, militairen en specialist­en de balans op van 20 jaar oorlog. Volgende aflevering: terreurspe­cialist Peter Knoope over twintig jaar terreurbes­trijding

‘Streven naar veiligheid betekent ook dat je vragen stelt: waarom hebben wij, Amerikanen, vijanden? De vraag waarom de aanslagen van 9/11 zijn gebeurd, mocht je bijna niet stellen’

 ?? © The Hollywood Archive ?? Iedereen in de familie Fisher had wel ergens een hoek af.
© The Hollywood Archive Iedereen in de familie Fisher had wel ergens een hoek af.
 ?? © getty images ?? Een Afghaans kind kijkt toe hoe een Amerikaans­e soldaat passeert tijdens operatie Alamo Sweep in 2002. ‘Als we hadden geluisterd naar de Afghanen, hadden de Amerikanen misschien beseft dat ze Afghanista­n niet door het vizier van een geweer moesten bekijken.’
© getty images Een Afghaans kind kijkt toe hoe een Amerikaans­e soldaat passeert tijdens operatie Alamo Sweep in 2002. ‘Als we hadden geluisterd naar de Afghanen, hadden de Amerikanen misschien beseft dat ze Afghanista­n niet door het vizier van een geweer moesten bekijken.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium