Eindspel spitst zich toe op strijd om ereplaatsen
Nu Tadej Pogacar een schijnbaar onoverbrugbare kloof heeft geslagen, kan in de Pyreneeën de strijd om de resterende podiumplaatsen helemaal losbarsten. Wie zijn de kandidaten met de beste papieren?
Het eerste luik van de Pyreneeëntrilogie na de
rustdag heeft in de strijd tussen de klassementsrenners een muis gebaard. Zoals parcoursbouwer Thierry Gouvenou voorspeld had, vielen de beklimmingen niet zwaar genoeg uit om een selectie door te voeren. De lange uitloop in dalende en vlakke lijn na de laatste col moedigde niet aan tot een groot offensief, net zo min als het vooruitzicht op de twee resterende bergritten met telkens een ‘cruciale’ aankomst bergop, vandaag op de Col du Portet en morgen in Luz Ardiden.
Ook het gekietel van de Fransman Guillaume Martin op een klimmetje van vierde categorie, vele minuten na de Oostenrijkse etappewinnaar Patrick Konrad, kon geen verschuiving in de top tien teweegbrengen.
Zo kijken op vijf dagen van de intocht in Parijs de zogeheten concurrenten van gele trui Tadej Pogacar nog steeds tegen een kloof aan van 5’18” en meer. Mocht één van hen nog dromen van de eindzege, dan staat hij voor een haast onmogelijke opdracht. In de naoorlogse geschiedenis werd een achterstand van deze omvang zo dicht bij Parijs slechts twee keer nog omgebogen: door de Bretoen Jean Robic, in 1947, en door de Luxemburgse Engel van het hooggebergte Charly Gaul, in 1958.
In de schaduw van Pogacar biedt de strijd om de resterende podiumplaatsen nog hoop op spanning. Rigoberto Urán, Jonas Vingegaard en Richard Carapaz manifesteerden zich tot nu toe als de spelers met de beste kaarten. Sinds rit zes, daags na de chronoproef, finishten ze dag na dag telkens in dezelfde tijd. En van de podiumkandidaten speelden zij als enigen bij de jongste grote afspraken, over de Mont Ventoux en in Andorra, geen bijkomende tijd meer kwijt op de gele trui.
Gehard door het leven Rigoberto Urán (34) kan van alle podiumkandidaten de meeste ervaring voorleggen. De kopman van EF Education – Nippo is toe aan zijn achtste Tour en kent de weg naar het podium in een grote ronde. Na twee tweede plaatsen in de Giro (2013 en 2014) was hij al eens tweede in de Tour (2017). Hij eindigde toen op minder dan één minuut van Chris Froome, hoewel hij onderweg nooit de indruk gaf de Brit te kunnen bedreigen.
De Colombiaan is allerminst het type dat alles of niets speelt. Hij staat bekend als de eeuwige volger, al verraste hij zondag op de laatste klim zowaar met een demarrage. Zijn grijze manier van koersen staat in schril contrast met zijn kleurrijke persoonlijkheid en hoog entertainmentgehalte, waar hij in zijn thuisland en op sociale media zijn razende populariteit aan dankt.
De lookalike van Mick Jagger, in aanloop naar de Tour tijdritwinnaar in de Ronde van Zwitserland, is mentaal taai als leer, gehard als hij is door het leven. Op zijn veertiende moest Urán het gezin al in levensonderhoud helpen voorzien, nadat zijn vader als toevallig slachtoffer door een paramilitair commando werd vermoord.
Deense supersub
Jonas Vingegaard (24) is de enige die Pogacar in deze Tour al in verlegenheid wist te brengen. De Jumbo-Visma-renner verraste door vorige woensdag op de Ventoux in twee kilometer tijd bijna veertig seconden weg te rijden van de klassementsleider, ook al zou hij die voorsprong in de afdaling niet behouden.
Het Deense lichtgewicht – 60 kg voor 1m75 – is samen met Mark Cavendish op zijn terrein de supersub van deze Ronde. Afgelopen winter maakte hij nog geen deel uit van de selectie. Pas toen Tom Dumoulin besliste om de pauzeknop in te drukken, kwam hij in beeld. Vingegaard had dit voorjaar indruk gemaakt met winst in de koninginnenrit van de Ronde van de Emiraten en vooral ook met zijn tweede plaats in een fel bevochten Ronde van het Baskenland, na zijn kopman Primoz Roglic en vóór Pogacar.
Vingegaard – spreek uit als ‘Vinge-go’ – heeft met de tijdrit over 30,8 km op de voorlaatste dag nog een belangrijke troef achter de hand. In de eerste afspraak tegen de klok, over een vergelijkbare afstand (27,2 km), liet hij, op Pogacar na, van alle klassementsrenners de beste tijd noteren. Urán zette hij op 41”, Carapaz op 1’17”. Al zal het in de tijdrit zaterdag na drie weken Tour minstens evenzeer op frisheid aankomen als op tijdrijderskwaliteiten.
Vingegaard was in Brest een van de 45 debutanten aan de start. Hij is pas toe aan zijn tweede grote ronde, nadat hij zich vorig najaar in de Vuelta openbaarde als kostbare meesterhelper van eindwinnaar Roglic. Vanwege zijn gebrek aan ervaring en zijn onvoorziene leidersrol na het uitvallen van Roglic zegt hij hoe dan ook trots te zijn op zijn Tour, of hij straks op het podium eindigt of niet.
Rigoberto Urán kan van alle podiumkandidaten de meeste ervaring voorleggen
Openstaande rekening Richard Carapaz (28) lijkt niet alleen fysiek op de voormalige Italiaanse bergkoning Claudio Chiappucci, hij heeft ook hetzelfde aanvalslustige temperament. Hij was
de man die op de eerste vrijdag, in de Morvan, als eerste de handschoen opnam tegen Pogacar en daags nadien de Sloveen het langst weerwerk bood toen die op de Col de Romme aan zijn vernietigende raid begon. Sindsdien deelde Carapaz nog wel prikjes uit op de klim naar Alpenoord Tignes en zondag op de Beixalis in de Pyreneeën, maar er ging minder glinstering van uit dan bij zijn eerdere bommetjes.
Carapaz, vorig jaar bij zijn Tourdebuut met een dertiende plaats in Parijs al de beste van zijn ploeg, is de enige overgebleven klassementshoop van Ineos Grenadiers. Voor de rijkste wielerploeg in de wereld zou een tweede of derde plaats in Parijs niet veel meer dan een schrale troost zijn.
Wel zou Carapaz met zo’n dichte ereplaats geschiedenis schrijven voor zijn land. Zoals hij de voorbije jaren al wel vaker heeft gedaan. Als eerste Ecuadoriaan ooit in de WorldTour (als stagiair bij Movistar in 2016) schopte hij het tot winnaar van de Giro (2019). Ook droeg hij bij zijn Tour-debuut vorig jaar twee dagen de bergtrui.
Carapaz weet dat hij in zijn gooi naar het podium nog voorbij een andere tegenstander moet: het Spaanse Movistar. De Ecuadoriaan is bij zijn vorige werkgever destijds met slaande deuren vertrokken. In de Vuelta vorig jaar, waarin hij op de tweede plaats zou stranden, kreeg hij al eens de rekening gepresenteerd. Ook in deze Tour, in de Morvan, waren het de Spanjaarden die op hem de jacht organiseerden. Hij kan zich dus maar beter niet blind staren op Urán en Vingegaard alleen.