Ter verdediging van mijn vader, Frantz Van Dorpe
VERDINASO De latere verzetsman Frantz Van Dorpe ging de Tweede Wereldoorlog niet in als iemand die tot collaboratie bereid was, schrijft Arnold Van Dorpe.
In een artikel met de titel ‘De fascistische eigenwaan van een Vlaamse elite’ velt een redacteur van deze krant een vernietigend oordeel over mijn vader, Frantz Van Dorpe, naar aanleiding van twee nieuwe boeken die over hem verschenen zijn (DS 11 juni). Zelf kan hij zich niet meer verdedigen, daarom doe ik het.
De eerste regels van het artikel zetten al meteen de toon. ‘Het ging Frantz Van Dorpe (1906-1990) altijd voor de wind: mooie erfenis, bedrijven via vader in Kortrijk, via moeder in Sint-Niklaas, rijk zakenman …’ Dat beeld strookt niet met de werkelijkheid. Frantz Van Dorpe moest zijn advocatendroom opgeven om financieel bij te springen in het kroostrijke gezin, dat financiële verliezen had geleden tijdens de Eerste Wereldoorlog. De erfenis die hij in 1953 kreeg, toen hij 47 jaar was, moest hij delen met negen broers en zussen en had geen invloed op zijn (zakelijke) leven.
Voor de Tweede Wereldoorlog was hij lid van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso). De redacteur beschrijft dat als het ‘fascistische verbond’ van ‘edelfascist Joris Van Severen’, maar het Verdinaso beschouwde zichzelf niet als fascistisch. De ascetische Van Severen was het tegenbeeld van Mussolini. In tegenstelling tot het Italiaanse fascisme kende het Verdinaso geen gewelddadig verleden, nam het niet deel aan verkiezingen, richtte het zich niet tot de massa en was het niet anti-intellectueel. Het had een beperkte ‘militie’ (later militanten), die er vooral over waakte dat bijeenkomsten niet verstoord werden.
Het Verdinaso zag zich als een kleine groep met een politiek-revolutionair doel: een Diets Rijk. Van een ‘kinderlijke adoratie voor de koning’ was geen sprake. De realisatie van Dietsland/Benelux maakte meer kans met dan zonder de koning, aan wie de hele politieke klasse trouw had gezworen.
Het Verdinaso was antidemocratisch, als reactie tegen de kwakkelende, chaotische en schadelijke partijdemocratie van toen. Toch heeft Frantz Van Dorpe bij stichter Joris Van Severen sterk aangedrongen om deel te nemen aan democratische verkiezingen, zonder succes. In 1950 schreef mijn vader dat hij nooit meer in zo’n ‘trotse hoogmoedige politieke orde’ zou stappen die geleid werd door één persoon.
Anti-Duits
In mei 1940 werd Van Severen vermoord. De redacteur beweert dat Van Dorpe de Tweede Wereldoorlog inging als een ‘tot collaboratie bereide fascist’, maar dat hij ‘na een verloren machtsstrijd in het snel kwijnende Verdinaso besluit dat de collaboratie hem niets te bieden heeft’. Was hij echt tot collaboratie bereid?
In 1939 en 1940 was hij zijn bittere ervaringen met de Duitse bezetters in de Eerste Wereldoorlog nog niet vergeten. Van Severen weigerde eens een redactioneel artikel te publiceren dat Frantz had geschreven, wegens ‘te anti-Duits’. In de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog namen zijn diplomatieke anti-Duitse initiatieven voor de Vereniging BeNeLux toe, waarvoor hij veel bijval kreeg in hogere kringen. Hij streefde een nauwere samenwerking met Nederland na en contacten met het Franse en het Britse leger: volgens hem waren die nodig om de neutraliteit van België te garanderen. Na de brutale inval van de Duitsers vluchtte zijn broer Jef met zijn gezin naar Engeland. Zijn broer Paul werd na de veldtocht als krijgsgevangene afgevoerd naar Duitsland. De anglofiel Frantz ging dus niet de oorlog in als iemand die tot collaboratie bereid was.
Frantz Van Dorpe wilde tot elke prijs verhinderen dat het Verdinaso zou kiezen voor collaboratie
Na de capitulatie van het Belgische leger was het voor iedereen onduidelijk hoe het verder moest en of het Verdinaso met zijn Dietse ideaal kon blijven bestaan. Er heerste veel verwarring, maar wat vaststaat, is dat Frantz tot elke prijs wilde verhinderen dat het onthoofde Verdinaso zou kiezen voor collaboratie. Om die reden werd hij uitgesloten uit het verbond. Kort daarna ging het Verdinaso op in het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), dat collaboreerde met de Duitse bezetter. Zelf zei Frantz Van Dorpe daarover: ‘François beschuldigde mij (publiekelijk) dat ik gecomplotteerd had tegen het – men leze “zijn” Verdinaso – en dat ik alle pogingen tot samengaan met het VNV die door hem en Le Roy sinds maanden werden gepland, systematisch gesaboteerd had. Voor een keer sprak hij de waarheid.’
Verzetsheld
Op risico van zijn leven ging Frantz Van Dorpe moedig in het verzet. Vooral nadat zijn broer vanuit Londen was geparachuteerd nabij Olsene, kreeg hij opdrachten van de Special Operations Executive, die Winston Churchill had opgericht. De Britse overheid heeft hem geëerd voor zijn verdiensten als verzetsheld, en ook van België kreeg hij hoge onderscheidingen. Voor zijn Verdinaso-periode werd hij nooit vervolgd.
In 1964 werd hij in Sint-Niklaas verkozen als gemeenteraadslid voor de CVP, en van 1965 tot 1976 was hij burgemeester. Toch beweert de redacteur dat hij ook dan geen democraat was. Overtuigend is dat niet.
Wie de twee nieuwe boeken leest die over Frantz Van Dorpe zijn verschenen – Hoogmoed. Van Verdinaso tot verzet en Frantz Van Dorpe en het Verdinaso – krijgt een heel ander beeld van hem. Het artikel in deze krant van 11 juni doet hem onrecht aan.