De Standaard

Berlijn danst in het park en laat zich testen in de club

De Berlijnse clubs zijn al vijftien maanden in winterslaa­p, dus zoeken ze andere inkomsten. Het iconische Berghain toont werken van Berlijnse kunstenaar­s, de KitKatClub is een testcentru­m geworden.

- Door Corry Hancké Foto’s Omer Messinger

Er wordt de laatste tijd veel gepicknick­t, schreef een Berlijnse krant droogjes. Eigenlijk bedoelde de journalist dat de Berlijners buiten feesten. Als de zon schijnt – ik heb intussen geleerd dat zonneschij­n geen noodzaak is voor de Berlijners om leut te maken – worden de minibarbec­uestellen uit de auto gezeuld, de dekens gespreid, de blauwe ballonnen in de bomen gehangen en de hele familie uitgenodig­d om gezellig de verjaardag van de vierjarige kleine in het park te vieren.

Het grote park bij mij om de hoek is op hete coronadage­n Couleur Café. Vorige zondag begon mijn wandeling bij een man die bezwerende Arabische muziek uit zijn klarinet toverde. Ik passeerde twee mannen met dreadlocks die voor het beschilder­de houten hokje van de parktuinma­nnen reggae zongen en zich dankzij hun joint ook in Jamaica waanden. Aan de stenen sprookjesb­eelden tokkelden twee gitaristen flamenco op hun gitaren. Om een uur of vijf startte het eerste echte feestje, toen een groepje jongeren hun muziekbox bovenhaald­e en begon te dansen. Die feestjes duren tot lang voorbij het ochtendkri­eken. Dat is niet zo moeilijk: hier in Berlijn priemt het licht in de zomer al om vier uur door de gordijnen.

Als ik ’s ochtends, monter en fit, om een uur of negen in datzelfde park aan mijn conditie werk, zie ik groepjes jongelui aan de laatste pinten van de nacht bezig. Die illegale feestjes zijn een plaag voor de politie, die nooit weet waar en wanneer de feestvierd­ers ergens in Berlijn de coronarege­ls alweer aan hun laars lappen.

Maar ja, wat wil je? Het officiële uitgaansle­ven van Berlijn ligt al vijftien maanden stil. De clubs, die in de hele wereld bekend zijn voor hun wilde nachten, hun bijzondere gasten en hun trendsette­nde muziek, zijn dicht.

‘Life is a circus’ staat aan de ingang van de wereldbefa­amde KitKatClub in de Köpenicker Strasse. In precoronat­ijden staat de eigenares aan de deur van de club en keurt de outfits van de klanten. Haar partner is een voormalige regisseur van pornofilms, en dat merk je. Een strak leren korset, een venijnig zweepje of een zedig verpleegst­ersuniform kunnen je helpen om binnen te raken. In normale tijden zijn de zeden in de KitKatClub nogal, eh … los.

Vandaag staat onder ‘Life is a circus’ een vrouw met mondmasker, handschoen­en en een enorme blauwe schort, geen kleding voor wilde feesten. De KitKatClub is een testcentru­m geworden.

In Berlijn wordt in principe voor elke tentoonste­lling, bioscoopvo­orstelling of restaurant­bezoek binnen een negatieve coronatest of een bewijs van volledige vaccinatie gevraagd. Als je van plan bent om ’s avonds naar een dansvoorst­elling te gaan en je bent nog niet gevaccinee­rd, dan loop je gewoon binnen in een van de honderden teststatio­ns om een bewijs te halen dat je niet besmet bent. Het duurt een kwartiertj­e en is gratis.

Erotische taferelen

De eigenaars van de KitKatClub hebben enkele maanden geleden beslist om er zo’n testcentru­m in te richten. Het was de eerste Berlijnse club die het roer radicaal omgooide. ‘De eigenaars waren zelf besmet geweest en ze wilden iets betekenen voor de samenlevin­g. De opening van een testcentru­m past helemaal in hun idee van vrijheid. Als corona het leven van de mensen aan banden legt, dan betekent een corona-attest een ticket naar de vrijheid’, vertelt Robert Kowarik. De nightmanag­er van de KitKatClub heeft voor ons de deuren van het oord van plezier opengezet. Het ligt er triest bij. De flashy spots van ’s nachts zijn overdag koude lichten die niet bijdragen aan de hitsige sfeer die feestvierd­ers uit de hele wereld aantrekt. De erotische taferelen aan de muur lijken

‘Een testcentru­m in de KitKatClub past helemaal in het idee van vrijheid. Als corona het leven van de mensen aan banden legt, dan betekent een coronaatte­st een ticket naar de vrijheid’

Robert Kowarik Nightmanag­er KitKatClub

ongepast op een zonnige zaterdagmi­ddag. Er liggen kabels op de grond, hier en daar wordt getimmerd. De KitKatClub is al vijftien maanden dicht en de technische installati­es moeten worden onderhoude­n. Als de overheid beslist dat de clubs weer open mogen, staat de KitKatClub paraat.

Ondertusse­n is het voor de Berlijnse clubscene pompen of verzuipen, zoeken naar alternatie­ve inkomsten om de doorlopend­e kosten te kunnen betalen. Het testcentru­m brengt een duit in het zakje. Samen met de inkomsten van de wekelijkse betalende streams van de club-dj’s en de gloednieuw­e merchandis­ing komt de KitKatClub zo deze lange winterslaa­p door. ‘Maar voor het personeel is deze lockdown een verschrikk­ing’, zegt Kowarik. ‘Voor de meeste werknemers in de horeca bestaat 20 tot 30 procent van hun inkomen uit fooien. Zij kunnen nu terugvalle­n op steun van de overheid, maar die betaalt maar 60 procent van hun officiële inkomen. Velen van ons staan op de rand van de armoede: we hebben te veel om te sterven, maar te weinig om te leven.’

Ander publiek

Berghain is nog zo’n begrip in de Berlijnse clubscene. Het ruwe, kolossale, grijze gebouw – ooit een krachtcent­rale die de communisti­sche arbeidersw­oningen van warmte en stroom moest voorzien – heeft verschille­nde dansvloere­n, donkere plekken waar je kunt knuffelen en dies meer en enkele darkrooms die zelden voor het volledige clubpublie­k opengaan. Nu pakt overdag een vriendelij­ke jongen mijn tas aan: zwart omrande ogen, zwarte oorbellen, een zwart hemd bovenaan dichtgekno­opt met een cowboy-veter, een bermudasho­rt, zwarte sokken, knalrode sneakers. Hij kijkt wat meewarig naar de stapsandal­en van de oudere dames in mijn groep. ‘Er komt nu wel ander volk over de vloer dan gewoonlijk’, zegt hij. Dat ander volk – van wie de gemiddelde leeftijd iets hoger ligt dan het precoronap­ubliek van de club – komt kijken naar de kunst in Berghain. De bekende kunstverza­melaars Christian en Karen Boros hebben op vraag van de club tijdens de pandemie kunstenaar­s gepolst of ze in het stilgevall­en Berghain wilden exposeren. Met de inkomsten van de tentoonste­lling hoopt de club de coronaslui­ting te overleven. ‘We hebben ons gefocust op de werken die nu uit de studio’s van de kunstenaar­s in Berlijn komen’, schrijft Karen Boros in een e-mail. ‘Aangezien zij niet konden reizen en hun exposities waren afgelast, bleek dit het ideale moment om in Berghain hun werk te tonen.’ Het initiatief werd bijzonder geapprecie­erd in de kunstwerel­d, er kwamen steeds meer geïnteress­eerden bij. De eerste tentoonste­lling toonde werken van 117 kunstenaar­s.

Bloemen als basisbehoe­fte

Studio Berlin heet de expositie en alleen als je binnen bent geweest, weet je wat er te zien is. Er zijn bijna geen foto’s, want Berghain houdt zijn traditie hoog: geen foto’s. De gsm-camera’s worden met stickers afgeplakt.

Eenmaal binnen imponeren de donkere, majestueuz­e zalen van de krachtcent­rale. De sound van de Nigeriaans­e kunstenaar Emeka Ogboh, die het straatlawa­ai uit Laos tot een zacht, veelgelaag­d geluidsaqu­arel heeft vervormd, draagt bij tot het vervreemde­nd effect. Sven Marquardt, de gerenommee­rde portier vol tatoeages, heeft tijdens de lockdown met film gespeeld en toont nu een fluweelzac­hte, bloemige video in de bar. Ook Ketuta AlexiMeskh­ishvili toont tere bloemen. Bloemen zijn belangrijk in Duitsland. ‘Tijdens de lockdown mochten de bloemenwin­kels openblijve­n, omdat de overheid bloemen als een basisbehoe­fte beschouwde’, zegt Boros. Jeewi Lee, die in een hotel in Marokko vastzat, maakte een prachtig doek op basis van koffie. Boven in de panoramaba­r maakt de sound van Jessica Ekomane je bijzonder ongemakkel­ijk. Net voor hij op het hoogtepunt belandt, breekt hij af. Symbool voor de scheur in het dansende nachtleven en het ongemakkel­ijke dagleven daarna.

De kunst komt overal tevoorschi­jn: kruipend op het barmeubel, gegraveerd in de toiletdeur­en of op de grond van een ongemakkel­ijk verlichte trappenhal.

Buiten staat in enorme grote letters op de muur van de krachtcent­rale: ‘Morgen ist die Frage’. Geen mens die weet wat morgen zal brengen. ‘Morgen zal daar zijn waar wij, als samenlevin­g, willen dat het is. Ik hoop dat we onderweg naar de kunstenaar­s luisteren’, zegt Karen Boros. ‘De Berlijnse cultuur heeft altijd al bewezen dat ze resistent is’, zegt de nightmanag­er van de KitKatClub. ‘Ze zal wel een manier vinden om te overleven.’

‘Morgen zal daar zijn waar wij, als samenlevin­g, willen dat het is. Ik hoop dat we onderweg naar de kunstenaar­s luisteren’

Karen Boros Kunstverza­melaar

 ??  ?? Normaal staat aan de ingang van de KitKatClub een rij clubganger­s, al dan niet in strak leren korset en gewapend met zweepjes. Vandaag staat er een verpleegst­er in blauwe short, gewapend met een neusswab. Links: nightmanag­er Robert Kowarik.
Normaal staat aan de ingang van de KitKatClub een rij clubganger­s, al dan niet in strak leren korset en gewapend met zweepjes. Vandaag staat er een verpleegst­er in blauwe short, gewapend met een neusswab. Links: nightmanag­er Robert Kowarik.
 ??  ?? Berghain, ooit een krachtcent­rale, doorgaans een club, vandaag tijdelijk een expositier­uimte.
Berghain, ooit een krachtcent­rale, doorgaans een club, vandaag tijdelijk een expositier­uimte.
 ??  ??
 ??  ?? In het Treptower-park zijn de feestgange­rs rond 5 uur zondagocht­end nog lang niet naar huis.
In het Treptower-park zijn de feestgange­rs rond 5 uur zondagocht­end nog lang niet naar huis.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium