Een strafkamp voor boze vrouwen
van De Studio & Het Kwartier. Speelt nog t.e.m. 22/11 in o.a. Ninove, Leuven, Aarschot en Gent ¨¨¨èè
RECENSIE THEATER Auteur Freek Mariën balt de erfenis van vier jaar MeToo in een rijke theatertekst vol patriarchale goochelretoriek.
Niet alleen in de publieke opinie, maar ook in het theater stapelen de aanklachten tegen seksisme, racisme en machtsmisbruik zich op – van Luanda Casella’s fantastische Killjoy quiz tot Let me tell you something you already know van voormalig Fabredanseres Merel Severs en Who’s Tupac? van Junior Mthombeni en Fikry El Azzouzi. De gemoederen blikt op zijn beurt terug op vier jaar MeToo.
Artistiek duo Freek Mariën en Carl von Winckelmann geven het patriarchaat een gezicht. In een ivoren toren, in een onbestemde stad ‘waar iedereen nog weet wat echte vrouwen en mannen zijn’, proberen zes hoge piefen de oude wereld te behoeden voor de ondergang door de woke beweging. Het regent immers verkrachtingsfilmpjes en klachten over seksueel geweld, en een half woordenboek wordt geschrapt wegens te vrouwonvriendelijk. Het kabinet managet de crisis door er vooral méér crisis aan toe te voegen. Hun strategieën passen perfect binnen een zwijgcultuur: individualiseer het kwaad, schuif de schuld door naar de slachtoffers en doe ondertussen lekker corrupt verder. Uiteindelijk vinden de mannen er niks beter op dan alle boze vrouwen te verbannen naar een eiland. Officieel een safe space, in realiteit een strafkamp met de allures van Guantánamo.
Hoe stevig de inhoud op papier ook klinkt, Mariën en Von Winckelmann brengen een strak en humoristisch stuk dat feilloos de patriarchale goochelretoriek van onze politici en andere mediafiguren fileert. Voortdurend hoor je flarden van een Theo Francken, Bart De Pauw of Valerie Van Peel die de feministische strijd onlangs nog een ‘vat vol onverwerkte frustraties’ noemde. Alles hangt er toch maar van af hoe je het spint, toch? Slim is ook de vondst om het mannelijk kabinet te laten spelen door de stoere vrouwen van Compagnie De Kollifokkers. In de catchy, frontale regie van Von Winckelmann voelen ze zich als een vis in het water en verenigen ze zich als één sisterhood onder hun toxisch masculien jasje.
Toch blijft de vraag of De gemoederen niet te dicht tegen de werkelijkheid aan schuurt om echt een uitzonderlijke theaterervaring te worden. Het debat over seksisme, en de kritiek daarop, is alomtegenwoordig. De machtsdynamiek die Mariën deconstrueert kan je bijna niet meer ‘niet zien’ en elke dag trainen we ons in het beter doorprikken van onze foute framings en blinde vlekken. Door ook al de progressieve tegenstem te incorporeren durft Mariën het opzet ergens ook niet radicaal genoeg door te trekken. Hoe intelligent en gevat de analyse ook is, het zijn vooral de knappe taalbeelden en de monologen waarin de actrices uit hun rol stappen en ons rechtstreeks aanspreken, die het meest blijven nazinderen.