Spook van burgeroorlog doemt weer op in Libanon
De leider van de sjiitische Hezbollah-militie, Hassan Nasrallah, waarschuwt een christelijke tegenstander ‘geen foute berekening te maken’. Anders heeft Hezbollah ‘honderdduizend gewapende en getrainde strijders’ klaarstaan.
De massale schietpartijen van vorige donderdag, in de marge van een protestmars van de sjiitische partijen Hezbollah en Amal, zinderen na in Libanon. Het spook van de Libanese burgeroorlog, die woedde van 1975 tot 1990, doemt weer op. In Libanon zijn waarschuwingen voor een nieuwe burgeroorlog weliswaar zowat een folkloristische traditie – sommigen menen zelfs dat de oude nooit echt is opgehouden.
Alleen komen deze keer enkele herkenbare geesten tegelijk uit de fles. De schietpartijen van donderdag gebeurden in en rond de christelijke wijk Ain el-Rumaneh, waar op 13 april 1975 ook de officieuze startschoten vielen van de burgeroorlog. Net als toen is er de vrees dat een sektarische ‘militie-logica’ het overneemt van een politiek proces. En diverse politieke prominenten van nu hebben een duister verleden in die oude verwoestende oorlog.
‘Slachting’
Hoe het vorige donderdag precies is fout gelopen, is nog altijd voer voor debat. Het begon met de sjiitische partijen die een protestactie tegen onderzoeksrechter Tarek Bitar organiseerden bij het justitiepaleis. Bitar leidt het onderzoek naar de grote explosie in de haven van Beiroet, die vorig jaar hele wijken van de hoofdstad platlegde (DS 16 oktober).
Bitar heeft twee sjiitische oudministers opgeroepen voor ondervraging – naast beleidsvoerders van andere religieuze strekkingen. Volgens Hezbollah en Amal ‘politiseert’ Bitar daarmee het onderzoek. Een groot deel van de Libanese publieke opinie ziet daarin dan weer een bevestiging dat de Hezbollah vooral veel te verbergen heeft. De partij en militie worden ervan verdacht betrokken te zijn bij de smokkel van het ammoniumnitraat dat in 2020 ontplofte.
Volgens Hezbollah kwamen zijn aanhangers donderdag zonder aanleiding onder vuur van ‘scherpschutters vanop daken’. Urenlange vuurgevechten volgden en er werden zeven doden geteld, allemaal sjiieten. Hezbollah-leider Nasrallah noemt dat een ‘slachting’ en houdt de Forces Libanaises (FL) verantwoordelijk, een christelijke partij onder leiding van Samir Geagea (68), zelf een beruchte oud-militieleider van de burgeroorlog.
Nasrallah beschuldigde maandag in een lange videotoespraak de FL ervan ‘een burgeroorlog te willen lanceren’. ‘De gebeurtenissen van donderdag zijn gevaarlijk en vormen een keerpunt’, aldus
Volgens de Hezbollah vormt de christelijke oppositiepartij FL nu zelfs ‘de grootste bedreiging van de christenen in Libanon’
ISRAËL
Nasrallah. Hij waarschuwde Geagea ‘geen foute berekening te maken’. ‘Hou je stil en breng je zaken op orde.’ Anders kan de Hezbollah rekenen op ‘honderdduizend gewapende en getrainde strijders’, dreigde Nasrallah.
Volgens de Hezbollah-leider vormt de christelijke FL, een oppositiepartij, nu zelfs ‘de grootste bedreiging van de christenen in Libanon’. Zijn sjiitische Hezbollah zit immers zelf in een bondgenootschap met Michel Aoun (88), president van het land en stichter van de grootste christelijke partij, de FPM (Free Patriotic Movement).
De populariteit van Aoun heeft weliswaar sterk te lijden gehad van zijn eigen presidentschap. Onder het bewind van Aoun zonk Libanon weg in een ongeziene economische crisis, gingen honderdduizenden Libanezen de straten op om te protesteren tegen de faliekante Libanese politiek en ontplofte een deel van Beiroet.
Meubelen redden
Dat daarbij vooral twee christelijke wijken vlak naast de haven zwaar werden getroffen, maakt dat president Aoun niet zomaar het onderzoek van rechter Bitar kan doen kelderen, zoals de Hezbollah wil. De bondgenoten zitten, kortom, plots met tegenstrijdige belangen. In die context ruikt Geagea een kans zich op te werpen als de nieuwe leider van de christenen in Libanon, die aan de Franse kolonisatie een bovenmatig machtige positie hebben overgehouden.
Volgens Geagea waren het geen ‘FL-scherpschutters vanop daken’ die donderdag Hezbollah-aanhangers beschoten. Het waren christelijke wijken die zich verdedigden tegen sjiitische militanten die onaangekondigd begonnen te vernielen. Ook daarvan bestaan video’s. Tegelijk is het de vraag of ‘gewone buurtbewoners’ een urenlang vuurgevecht met de Hezbollah zouden hebben volgehouden.
Kortom, Libanon drijft weer af in een sektarische logica met milities in de hoofdrol. Dat is slecht nieuws voor alle Libanezen die in 2019 en 2020 de straten opgingen om juist een functionerende, nietsektarische overheid te eisen.
Tot nieuwe verkiezingen op 27 maart 2022 moet een kersverse regering onder de soennitische premier Najib Mikati de meubelen proberen te redden. De inzet is groot, schreef de denktank International Crisis Group (ICG) gisteren, want Libanon heeft ‘wanhopig nood aan massale hulp.’ ‘Het idee dat internationale financiële instellingen en regeringen vertrouwen zouden geven aan autoriteiten en een politieke elite die het grondbeginsel van een rechtsstaat niet respecteren, is onrealistisch.’