Op school dweilen met de kraan open
Het getuigt niet van veel gevoel voor timing dat minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) uitgerekend nu zal bezuinigen op plannen die het beroep van leerkracht aantrekkelijker moeten maken. Want een acuut tekort aan leerkrachten is vandaag de bron van een zoveelste crisis in het Vlaamse onderwijs. Sommige leerlingen krijgen amper nog les, Brusselse scholen zullen misschien wel tijdelijk de deuren moeten sluiten (DS 19 oktober). En het probleem zal allerminst vanzelf weggaan. De instroom bij de lerarenopleidingen is nog de helft van wat die tien jaar geleden was en kromp ook dit jaar opnieuw.
De nieuwe besparingen zijn dan ook niet ingegeven door een secuur afgewogen beleidskeuze. Het is slechts de blinde kaasschaaf die de Vlaamse regering er eind vorige maand toe bracht om 100 miljoen euro, een verdacht rond bedrag, te schrappen uit de onderwijsbegroting, want ‘ieder moet zijn deel doen’. Dat Weyts bij de aankondiging van de besparing nog niet wist waar hij dat geld dan precies vandaan zou halen, bevestigt dat de ingreep niet steunt op een doordachte visie op de prioriteiten van een goed bestuur, maar alleen op een cijfermatige afweging.
Erger, die strikt kwantitatief bepaalde ingreep is alleen nuttig voor het prestige van de Vlaamse politieke elite. Want de coalitie maakt zich sterk dat ze in 2024 een trofee kan binnenhalen: een begroting in evenwicht, en dat meer bepaald als enige entiteit in de Belgische federatie. Zo’n groot departement als Onderwijs, dat, al geeft het haast al zijn geld uit aan lonen, wel goed is voor een derde van alle Vlaamse uitgaven, kan daartoe een flinke bijdrage leveren zonder dat dit al te fel zou opvallen. Dat is wat de wet van de grote getallen toch leert. Diepere inzichten moet je daarachter niet zoeken.
Uiteindelijk schrapt Weyts 112,5 miljoen euro: hij had blijkbaar eerder besliste besparingen over het hoofd gezien, die op een of andere manier nog ‘op de boek’ (sic) stonden. Dat doet hij vooral door nieuwe uitgaven uit te stellen. Wat, zeker budgettair, niet veel goeds belooft voor wanneer die kennelijk wel noodzakelijke uitgaven zich de volgende jaren toch zullen opdringen, al zijn ze misschien voorbij dat cruciale verkiezingsjaar 2024 te duwen.
Er zijn veel ditjes en datjes bij, boekhoudkundige trucs inbegrepen, maar de meeste gaan wel in tegen het voornemen om de werklast van het onderwijspersoneel te verlichten. Een zijinstroom van nieuwe leerkrachten stimuleren ze al evenmin en ze snijden in onderzoeksmiddelen, waarmee het zo al niet riant was gesteld. Het is niet omdat er, aldus Weyts, bij de ingrepen niet ‘veel bloed’ vloeit, dat het eindresultaat minder bloedeloos wordt. Dat wordt dus nog even doorbijten voor schooldirecteurs die zich graag hadden laten bijstaan om hun opvolgers te begeleiden, voor docenten die studenten graduaat maar opgeleid moeten zien te krijgen, of voor ervaren nieuwkomers die hun elders opgebouwde anciënniteit amper gehonoreerd zullen zien.
Toch verdient de Vlaamse regering enige clementie. Ook omdat iedereen ermee te maken heeft, ligt het onderwijs zeer veel stakeholders na aan het hart. Historisch torst het een zwaar politiek gewicht. Een van de motieven om in 1830 België uit te vinden, was tenslotte net de vrijheid van onderwijs, toch in de eerste plaats voor het toen dominante katholicisme. Tot een goede halve eeuw geleden zijn er nog verscheurende ideologische oorlogen om gevoerd, die altijd weer zijn beslecht met evenwichten tussen koepels en netten en lokale spreiding, die niet altijd efficiënt uitvallen, maar de overheid wel veel geld kosten. Het kan mee verklaren waarom de Nationale Bank eerder deze maand vaststelde dat België relatief meer uitgeeft aan onderwijs dan de buurlanden. Ze geeft er onder meer een hoge graad van duplicatie als reden voor aan.
Leverde die traditie een goed web van scholen op, toch blijft dat, eveneens om historische redenen, niet te negeren elitaire trekjes vertonen. Daardoor vinden kinderen in een minder fortuinlijke startpositie er moeilijker hun gading. Dat is al vele decennia zo voor gezinnen met een migratieachtergrond. Kwalen als het zogeheten watervalsysteem, de hoge incidentie van het zittenblijven of het bestaan van ‘zwarte’ scholen zijn al lang bekend, maar werden politiek lang niet ernstig genomen, met veel frustratie en een onderbenutting van het intellectuele potentieel als gevolg. De lockdown, die pijnlijk het verschil aan het licht bracht tussen kinderen met of zonder eigen kamer, tuin, laptop, internetverbinding of ouders die extra uitleg geven, was er alweer een illustratie van. Ook dat heeft een prijs, al is die niet in geld uit te drukken.
Zo blijft het ook op school dweilen met de kraan open en hoeven leerkrachten niet te veel te rekenen op de politieke klasse. Zeker niet als die vervalt in de nieuwe manie die beleidsvisies reduceert tot holle bezweringsformules in kinderachtige, polariserende slogans en tegenstellingen. Zoals alle energie- en klimaatkwesties al zouden zijn opgelost in de keuze tussen ‘vervuilende gascentrales’ en ‘schone atoomenergie’, zo zou in het onderwijs alles zijn opgelost door ‘pretpedagogie’ af te zweren en – voor wie het nog niet beu is om het te horen – ‘de lat hoger te leggen’.
Het zijn betekenisloze, zelfs verlammende frasen zolang er geen verfijnd concreet beleid tegenoverstaat, met beargumenteerde en genuanceerde inzichten en keuzen. En dus met een budget dat voor meer dient dan opportunistisch politiek gespin.
De besparingen in het onderwijs helpen de scholen niet, ze dienen alleen het prestige van de Vlaamse politieke elite