Wie maakt nu de beste wijn: Verhofstadt of De Gucht?
Ooit stonden ze lijnrecht tegenover elkaar, maar nu hun kinderen een koppel vormen, kunnen Guy Verhofstadt en Karel De Gucht enkel nog bikkelen over de kwaliteit van hun wijnen. Onze wijnspecialist velt alvast zijn oordeel.
Toscane is niet alleen wereldberoemd om zijn glooiende landschap, schilderachtige dorpjes en milde klimaat, maar ook om zijn mooie wijnen van de sangiovesedruif. Chianti Classico, Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano zijn namen die de wijnliefhebber als muziek in de oren klinken.
Toscaanse wijn van sangiovese wordt traditioneel aangevuld met kleine percentages lokale druiven. Maar door het internationale succes van bordeauxwijnen voegden sommige domeinen ook bordeauxdruiven als cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot toe. Zo ontstonden de zogenoemde ‘superTuscans’.
Dat is precies wat ook Karel De Gucht en Guy Verhofstadt hebben gedaan op hun Toscaanse wijndomein. De Gucht koos voor merlot, bekend van Saint-Emilion en Pomerol, een druif die instaat voor rondheid en vlezigheid in de wijn, wat in wijntermen eerder als ‘mannelijk’ wordt gezien. Verhofstadt verkoos cabernet franc, een bordeauxdruif die voor finesse en aromatische schakering staat, in wijntermen eerder ‘vrouwelijke’ eigenschappen.
Het wijndomein van De Gucht, La Macinaia, is gelegen in de regio Chianti Classico, het kloppende wijnhart van Toscane. Daardoor kan hij een wijn van 100 procent sangiovese maken onder de herkomstbenaming Chianti Classico. Maar daarnaast maakt hij ook een Rosso Toscano, waarvoor minder strenge regels gelden en waar hij een klein percentage merlot aan toevoegt (2 tot 5 procent).
Numero uno
Het wijndomein van Verhofstadt heet Meone en ligt pal op de grens met Umbrië, waar hij een Rosso Toscano maakt van 70 procent sangiovese en 30 procent cabernet franc. De naam Meone verwijst naar een oude grenspost, maar zou je met wat slechte wil in het Engels kunnen lezen als Me One, verwijzend naar zijn reputatie in de politiek om altijd de ‘numero uno’ te willen zijn.
De wijngaard van Verhofstadt is beduidend kleiner dan die van De Gucht: hij produceert slechts drieduizend flessen, ongeveer een tiende van de productie van De Gucht. Ook in hun keuze van invoerder verschillen beide heren van elkaar. Verhofstadt richt zich op kleine invoerzaken gespecialiseerd in Italiaanse wijnen, zoals de Gentse invoerder Cavatappi opgericht door de Italiaanse Silvana Bearzatto. De Gucht koos voor invoerder Vasco die behoort tot de groep Haelterman, de grootste onafhankelijke drankendistributeur van ons land. In de politiek werd De Gucht overtroefd door Verhofstadt, dat zal hem in de wijncompetitie niet overkomen.
Uiteraard maken de liberale boegbeelden hun wijnen niet zelf, maar doen ze een beroep op een oenoloog. Bij Verhofstadt is dat de Italiaan Lorenzo Landi, die ook oenoloog is bij het bekende domein Lungarotti in Umbrië. De Gucht wierf een Duitser aan, Markus Edler von der Planitz, opgeleid door de in Italië gerenommeerde oenoloog Giacomo Tachis, bekend als de grondlegger van de superTuscans.
Om een eerlijke vergelijking te maken, proeven we van beide domeinen de Rosso Toscano van dezelfde jaargang 2016. Dat deze jaargang nog te koop is, duidt erop dat beide domeinen (nog?) niet bij de top
Bij het proeven valt meteen op dat beide wijnen niet mikken op concentratie en kracht, maar op elegantie en verfijning