Kom dat horen!
Het Leuvense Stuk pakt uit met een gloednieuw festival. presenteert geluidskunst op mooie en onbekende plekken in de stad.
Wanneer je dezer dagen voor de vroeg 18deeeuwse Kadoc-kapel in Leuven staat, hoor je geklingel, als van kerkklokken. Binnen blijken het witte keramieken kommen te zijn die in een waterbassin tegen elkaar aan drijven. De Franse kunstenaar Céleste BoursierMougenot, pionier in de geluidskunst, maakte voor het werk clinamen een ronde vijver middenin de zuilencirkel van de kapel. Door de stroming op het water blijven de schalen in beweging en botsen ze voortdurend tegen elkaar aan. De soundscape is betoverend en past perfect bij de locatie. Boursier-Mougenot zocht lang naar porseleinen schalen die samen mooi klinken. Ze hebben verschillende formaten, en er zijn goedkope Ikea-kommen bij, maar ook duur design. Op een bankje rond het waterbassin kun je plaatsnemen en je gedachten laten meevoeren met het geluid.
Een ander kunstwerk dat met het geluid van een klok speelt is The bell: in het stadspark plaatste Bouke Groen een elektrisch aangedreven kerkklok uit 1865 in een vitrine met vier lagen glas. Je ziet de klok luiden, maar je hoort haar amper. Een rare ervaring, want zonder het glas zou je er niet zo dicht bij kunnen staan zonder hoofdpijn te krijgen. Plots klinkt in de verte de klok van de universiteitsbibliotheek van Leuven, veel luider dan de klok die zich vlak naast je oor bevindt. Surrealistisch.
Technisch hoogstandje
Het parcours van Hear here loopt langs verschillende verrassende plekken in de stad, zelfs Leuvenaars kunnen ontdekkingen doen. Dat is een bewuste keuze van curator Gilles Helsen, programmator geluid van Stuk. Het kunstenhuis is eigenlijk gesloten voor verbouwing. ‘Maar na twee jaar corona wilden we niet nóg een jaar op een laag pitje werken’, zegt Helsen. ‘Dus programmeren we volop, maar dan in de stad.’
De onbekende plekken en bijzondere erfgoedlocaties moeten ook een breder publiek trekken voor geluidskunst – een kunstvorm die nog niet zo bekend is. Alle kunstenaars spelen in op de architectuur of de omgeving, vijf van de veertien werken zijn zelfs speciaal voor deze expo gemaakt.
Zo ontwikkelde Christoph De Boeck Surfaces speciaal voor de leegstaande silo’s in de Vaartkom. Twee ronddraaiende luidsprekers projecteren ultrasone audiogolven in de hoge schachten, de golven worden pas hoorbaar wanneer ze tegen een muur botsen en terugkaatsen: wanneer de luidsprekers gericht zijn op een muur dichtbij, is het geluid droog, maar als ze gericht zijn op de monumentale silo’s, hebben de klanken een lange nagalm. Zo maakt De Boeck een akoestisch portret van de ruimte.
Ook Floris Vanhoof speelt met geluidsgolven. Hij creëerde eveneens een technisch hoogstandje: met een zeshoekige antenne vangt hij onzichtbare elektromagnetische golven op, van weerballonnen, duikboten, smartphones, voorbijrijdende auto’s, noem maar op. Die antenne zette hij bovenop een op zijn kant gedraaide vleugelpiano, koperen spoelen zetten de stralingen om in trillingen die de pianosnaren doen resoneren. Zo vertaalt Vanhoof de onzichtbare en onhoorbare golven die overal in de lucht
Alle kunstenaars spelen in op de architectuur of de omgeving vijf van de veertien werken zijn zelfs speciaal voor deze expo gemaakt