De Standaard

Je bent jong en je wilt wat

- Diebrecht De Smet

‘Vroeger had je het vaste moment om samen te stoppen om te plassen. De vlucht was weg, de koers lag voor een tijd in zijn plooi. Nu plast iedereen vanop de fiets. Ik vraag dan: is dat normaal?’ Eind februari had Peter Sagan (32) het in Het Nieuwsblad over de totale anarchie in het peloton. Nu is de Slovaak zelf van geen kleintje vervaard – herinner u de heisa toen hij, lang voor MeToo was doorgedron­gen tot de Dikke Van Dale, ongegeneer­d een podiummiss in de billen kneep na de E3-prijs in Harelbeke. Maar diezelfde Sagan dus vindt dat de jongere generatie respect mist, respect voor de ongeschrev­en wetten van de wielrenner­ij.

Enkele weken later beaamde Philippe Gilbert (39) dat het er tegenwoord­ig anders aan toegaat in het peloton. Hij had er een eenvoudige verklaring voor: te veel druk. ‘Het gaat zo snel. Je durft niet meer te stoppen.’ Hij wees ook op het hoge aantal neoprofs. Maakten vroeger een tiental jonkies per jaar hun debuut, dan is dat nu een veelvoud daarvan – in 2021 ging het om 41 renners, dit jaar om 38. Sommigen onder hen uitzonderl­ijke talenten die meteen meedoen voor de prijzen. ‘Daarom wordt er veel zotter gekoerst.’

Anarchie? Haantjesge­drag? Het gaat almaar sneller, en van wijken willen weinigen nog weten

Wie jong is, neemt risico’s. Dat bleek nog in Luik-Bastenaken-Luik, waar Julian Alaphilipp­e en Ilan Van Wilder de grootste slachtoffe­rs werden van een zware valpartij op een loodrechte baan. Het gevolg van haantjesge­drag, stelde Van Wilder (21) in Het Laatste Nieuws, ‘dat eruit moet’. Ook volgens Romain Bardet (31), die zijn fiets aan de kant zette om landgenoot Alaphilipp­e te helpen, stemt de val tot nadenken. ‘Het peloton wordt alsmaar sterker. Net daarom is het veel belangrijk­er dan bijvoorbee­ld tien jaar geleden om goed geposition­eerd te zijn op sleutelmom­enten in de koers.’

Het ligt in de lijn van wat Tom Dumoulin (31) zegt: er zijn geen sukkels meer. ‘Er is meer nivellerin­g aan de top’, bevestigt Jan Bakelants (36), wegkapitei­n bij Intermarch­éWanty. ‘En om een prijs te rijden, moet je vooraan zitten. Daar wordt voor gestreden.’ Maar op de smalle wegen kan niet iedereen op de eerste rij terecht.

Het leidt tot een compacter en nerveuzer peloton, waarin ambitieuze jongeren niet meer zomaar wijken. Waar ze vroeger plaatsmaak­ten voor de kampioenen, wringen ze nu om in de beste positie te beginnen aan de cruciale passages, die almaar vroeger in de wedstrijd liggen. ‘Ze zijn minder onder de indruk’, weet Bakelants. ‘En was de mantra enkele jaren geleden veeleer om hen rustig te laten groeien, dan rekruteren ploegen hen vandaag al vaak bij de junioren. Logisch dat ze een hoger niveau halen.’

Zelfs de ploeg met het kleinste budget begeleidt en monitort zijn renners met data allerhande, van januari tot december. Neem daar het materiaal bij dat pijlsnel evolueert, en het kan niet anders dan dat het almaar harder gaat. De tijd dat renners uren relaxed konden keuvelen, is allang voorbij. En waren er vroeger maar twee tot drie ploegen in staat om de voorposten te vullen, dan zijn nu velen ervan overtuigd dat ze vooraan hun plek hebben.

Gilbert vergeleek het peloton ooit met de migratie van de gnoes in Afrika. ‘Ze rennen en wachten op niemand.’ In dat opzicht is het wielerleve­n harder dan het echte leven. Zeker met zo’n troep hongerige welpen op twee wielen.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium