De Standaard

‘Vandaag zijn er gewoon geen sukkels meer in het peloton’

‘Mijn aanloop was niet ideaal, maar ik heb al vaker gekke dingen laten zien op de fiets met een gebrekkige voorbereid­ing’, maakt Tom Dumoulin zich sterk. Vanaf vrijdag gaat hij in de Giro op zoek naar de renner die in 2017 de roze trui won.

- TOM DUMOULIN

Fietsen in Thailand met een paar ploegmakke­rs, Colombia ontdekken dankzij Annemiek van Vleuten en er wekenlang ontspannen trainen. Dumoulin 2.0 wil meer uit zijn wielercarr­ière halen dan de monotone stages in Europa. ‘Ik ben wel een beetje een avonturier. Ik doe graag eens iets anders’, zegt hij. Liefst trekt hij eropuit en ontdekt hij nieuwe landen en culturen. Een beetje af wisseling mag om de dagelijkse sleur van trainen in Nederland of Spanje te doorbreken.

Trainen moet natuurlijk, en best zo veel en kwalitatie­f mogelijk, maar voortaan wil hij ook het kopje fris houden. Want een jaar geleden was Dumoulin renner af. In januari 2021 trok hij er de stekker uit. Fysiek en mentaal compleet uitgeblust. Het lijf was op, het hoofd wilde niet meer. De winnaar van de Giro van 2017 wist niet of hij opnieuw de draad zou oppikken. Wilde hij nog wel profwielre­nner zijn? Het antwoord kwam sneller dan verwacht. Het vuur wakkerde opnieuw aan in de Amstel Gold Race die hij als toeschouwe­r bezocht. ‘Ik ben er nog niet klaar mee, ik wil het opnieuw proberen’, besefte hij. En dus stapte hij opnieuw op z’n fiets. Dumoulin pakte zilver in de olympische tijdrit, maar na een aanrijding op training kwam er vroegtijdi­g een einde aan z’n seizoen. Hij liep een polsbreuk op.

Intussen zijn we 2022 en draaide het alleen nog maar vierkant. Eerst doken er rugproblem­en op, daarna moest hij passen voor de Strade Bianche wegens corona. Met weinig koerskilom­eters in de benen staat hij vrijdag in Boedapest aan de start van de Giro, de koers waar z’n sprookje ooit begon.

Ben je met zo’n kwakkelvoo­rbereiding niet in het nadeel?

‘Ik maak me geen zorgen over de weinige kilometers die ik in de benen heb. Tegenwoord­ig zijn de trainingsm­ethodes zo goed dat je zonder veel te koersen perfect voorbereid kunt zijn. En zelfs al ben je misschien maar op 99 procent in het begin, dan hoeft dat geen probleem te vormen. Een grote ronde duurt drie weken.’

Wat wil je bereiken in deze Giro?

‘Mijn ambitie staat nog steeds overeind: een goed klassement rijden. Kijk, vroeger wilde ik heel graag laten zien wat Tom Dumoulin allemaal wel kon op z’n fiets. Die grote bewijsdran­g is wat verdwenen, maar ik vind het nog steeds interessan­t om na te gaan: ben ik nog in staat om een klassement te rijden in de Giro tegen al die jonge mannen? En vooral: ben ik nog in staat om het niveau te halen van vroeger? De afgelopen jaren is dat er te weinig uitgekomen. Op de Spelen pak ik, met een rare voorbereid­ing, zilver en dat was super. Dat voelde voor mij als winnen en was het bewijs: er zit nog steeds een speciale renner in mij. Dat wil ik vaker tonen.’

Zijn er twijfels?

‘Nou, het is al een tijdje geleden dat ik wat heb laten zien in een grote ronde.’

Van 2018 eigenlijk.

‘Dat is intussen al vier jaar geleden. Dus zijn er twijfels? (herhaalt) Twijfels? Ik zou het zo niet noemen, het is eerder een drijfveer. Dit is mijn doel in 2022, ik wil gewoon uitvogelen of ik dat nog in me heb, een goed klassement rijden. Tijdens mijn break realiseerd­e ik me dat het echt wel speciaal is om te strijden voor een klassement in een grote ronde. Niet veel profrenner­s kunnen dat. Het is de ultieme uitdaging in het wielrennen.’ ‘De laatste jaren heb ik me bijna alleen maar voorbereid, zonder veel koersen. Het is van 2018 geleden dat ik me langer dan drie maanden coureur heb gevoeld’, zei je begin december in een interview. Ook nu ging het moeizaam.

‘(lacht)Klopt, en dat is eigenlijk nog steeds zo. Het is vervelend, want je verliest op die manier de voeling met de koers. Ik vind het heerlijk om hier gewoon wat rond te fietsen, thuis te zijn en lekker mijn ding te doen. Maar als ik dan weer in dat wielerleve­n moet stappen, is dat altijd even een schok, moet ik wennen. Het maakt de terugkeer iedere keer wat moeilijker. Ik weet ook niet waaraan het ligt, maar het geluk was niet aan mijn zijde de voorbije maanden. Ik baal ervan, maar wat kan ik eraan doen?’

Ik was even bang dat je, zoals vorig jaar, fietsen opnieuw niet meer leuk zou vinden.

‘Nou ja, natuurlijk verlies je met al die miserie wel een beetje het plezier in het fietsen. Dat is niet meer dan logisch. Ik vind fietsen op zich best wel fijn, maar indien ik geen profwielre­nner was, zou ik niet dagelijks vijf uur op die fiets kruipen. Ik heb dat koersen nodig, een soort van bevestigin­g: “Daar doe ik het voor”. De voorbije weken was dat gevoel er niet, en dan ga je door een mindere periode.’

Ben je ergens bij het moment geweest van vorig jaar, dat je dacht: ik stop ermee?

‘(sterk) Neen, neen, want toen was ik overtraind en absoluut niet meer in staat om überhaupt te denken aan koersen. Het was geen optie meer om door te gaan, ik was op. En dat is nu niet het geval.’ Er is dus een verschil met vorig jaar? ‘Zeer zeker. Toen was ik fysiek en mentaal leeg. Mijn bloedwaard­en waren ook niet goed. Als ik twee uur had getraind, lag ik de rest van de dag met een koortsig gevoel in bed. Dan lag ik daar en ging het door mijn hoofd: ik won de Giro, werd tweede in de Tour, ik kan normaal zes uur op een fiets zitten en nu ben ik na twee uur rustig trainen volledig leeg. Dat was een vreemd gevoel. Ik kende plots mijn eigen lichaam niet meer. Ik kon er niet meer op vertrouwen, maar goed, het was gewoon mijn lichaam dat reageerde: stop, houd er even mee op.’

‘Ik vind het heerlijk om hier wat rond te fietsen, thuis te zijn en lekker m’n ding te doen. Als ik dan weer in dat wielerleve­n moet stappen, is dat altijd even een schok’

Je pikte de draad weer op, je werd opnieuw prof. Waarom?

‘Ik heb veel nagedacht, een toffe tijd gehad, die break deed me deugd. Het deed me beseffen dat ik ook gelukkig kan zijn zonder fiets, maar geleidelij­k aan hervond ik wel de liefde voor het fietsen. Ik was nog niet klaar met de sport. Profwielre­nner zijn is nu een bewuste keuze.’

Hoe maak je dat je niet opnieuw tegen die muur loopt?

‘Ik zal altijd iemand zijn die veel nadenkt, en dat slaat soms om in piekeren. Maar nu heb ik geleerd dat het niet erg is om af en toe te piekeren. Dat is wie ik ben, en dat ga ik niet veranderen. Ik kan dat nu accepteren. Ik sta ook ‘luchtiger’ in het leven, bekijk het niet zo negatief. Er zijn ook wat dingen veranderd in mijn aanpak.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium