Stop het opbod over de koopkracht
Stijn Baert
ECONOMIE Onze koopkracht staat níét massaal onder druk, schrijft Stijn Baert. Veel voorgestelde maatregelen zijn dus overbodig. Koopkracht. Dat was hét thema waarop Marine Le Pen en Emmanuel Macron zich tijdens de voorbije verkiezingscampagne het meest profileerden. De kans is groot dat het in 2024, bij de federale en regionale verkiezingen in ons land, ook over geld zal moeten gaan. In feite was dat in 2019 al het geval, toen plots de pensioenen de debatten domineerden.
Veel politici zetten zich al schrap op het thema. Na de honderden miljoenen die de afgelopen maanden werden uitgetrokken voor btw-verlagingen en cheques om de energiefactuur te drukken, vroegen de Franstalige socialistische en groene federale regeringspartijen vorige week donderdag in de Kamer al om nog meer maatregelen die ‘de maat nemen van de crisis’. Maandagavond maakte staatssecretaris Thomas Dermine (PS) in Terzake een en ander concreet: in sommige sectoren moeten de lonen nóg sterker stijgen. Ondertussen liet aan Vlaamse kant Joachim Coens (CD&V) optekenen dat de als tijdelijk aangekondigde btwverlaging op elektriciteit voor hem mocht doorgaan tot in de eeuwen der eeuwen. En met 1 mei in zicht vlogen ook nu donderdag de miljarden aan koopkrachtideetjes door de Kamer. Het is een opbod.
Populistisch en kortzichtig
Dat opbod moet stoppen, om te beginnen omdat het populistisch is. Politici gaan massaal mee in het discours als zou de koopkracht van de gezinnen massaal onder druk staan. Dat is onjuist: lonen en uitkeringen stijgen automatisch mee met de levensduurte. Veel mensen beweren dat die indexering niet volstaat omdat het échte leven veel duurder is geworden dan de 8,3 procent inflatie die de Indexcommissie berekende. Het is niet wenselijk dat politici dat beeld versterken.
Natuurlijk is die 8,3 procent inflatie maar een gemiddelde, en natuurlijk is het leven voor een gezin dat relatief veel uitgeeft aan energie meer dan 8,3 procent duurder geworden. Maar daar stelde de federale regering dus al het uitgebreide sociale tarief tegenover, zodat die gezinnen, als ze een laag inkomen hebben, globaal ook hun koopkracht niet zagen dalen.
Het politieke discours wekt de indruk dat de regering vanaf nu elke mogelijke economische schok voor de gezinnen zal opvangen. En dat de overheidskas altijd maar guller kan uitdelen.
Dat is niet alleen populistisch, het is ronduit kortzichtig. De voorgestelde maatregelen om de koopkracht van de gezinnen te versterken, kosten honderden miljoenen. Logisch, er zijn nogal wat gezinnen en ze hebben het, afgaande op het weinig selectieve karakter van de genoemde maatregelen, blijkbaar allemaal moeilijk. Voorstellen om die maatregelen te financieren met zaken die in het buitenland al bewezen hebben niet te werken, zoals een rijkentaks, geven vooral aan dat men zich weinig aantrekt van het kostenplaatje.
Zelfs zonder die extra maatregelen, stevent onze begroting af op een tekort dat tegen 2027 alleen nog door Roemenië geklopt zal kunnen worden. Maar dat doet er blijkbaar niet toe. Dat de schulden die we vandaag maken de belastingen van de toekomst uitmaken – en de koopkracht zullen verlagen – het deert de politici die over elkaar rollen met koop
Is kassierster Debora geholpen als de lonen van haar collega’s sterker stijgen dan die in het buitenland, maar zij haar baan verliest?