Met zes in bed
RECENSIE THEATER Zes doorgewinterde acteurs ‘klappen uit het bed’. De kijker heeft er het raden naar van wie de zielenroerselen zijn.
Klopt het dat hoe ouder een acteur is, hoe minder hij nodig heeft om te schitteren en joe meer het volstaat te zijn op een podium? De bouwstenen waaruit Iemand van ons is opgebouwd, zijn minimaal: een bed, een reeks stellingen en veel persoonlijke bagage.
Mark Verstraete, Bob De Moor, Kristin Arras, Mieke Verdin, Els Olaerts en Peter Vandenbempt: de zes acteurs op de scène kunnen allemaal terugblikken op een rijke carrière. En achteromkijken is helaas onvermijdelijk bij deze productie: zowel de betreurde Reinhilde Decleir als Sam Bogaerts heeft meegewerkt aan dit stuk.
Iemand van ons valt uiteen in drie delen. De eerste twee bestaan uit stellingen, die de acteurs poneren. Elke stelling begint met ‘In de politiek’ of ‘In de liefde’. Zoals: in de politiek moet je realistisch zijn. In de liefde moet je water bij de wijn doen.
De uitdrukkingen zijn soms wijsheden, soms clichés. Zo blijken veel uitspraken over de politiek ook voor de liefde te gelden. Of staan twee ‘waarheden’ lijnrecht tegenover elkaar: vindt de een dat je in de liefde niet op twee paarden mag wedden, dan legt de ander liever niet alle eieren in één mand.
De nevenschikking heeft een zekere vlakheid, die pas reliëf krijgt door de levendigheid waarmee de acteurs de uitspraken doen. In deze opvoering lukt dat gedeeltelijk – bij vlagen komt de tekst nog erg gescript over.
Daarom is het derde deel het interessantst. Daarvoor liet auteur Peter Vandenbempt, die als acteur Mieke De Groote vervangt na een positieve covidtest, de spelers een vragenlijst invullen.
Het resultaat zijn heel wat schokkende jeugdzondes, vreemde fetisjen of angsten en gênante anekdotes. Maar dan voorafgegaan door ‘Iemand van ons’, waardoor de kijker het raden heeft naar de acteur over wie het gaat.
Die vertaalslag doet iets met je. Je beseft dat een acteur zijn of haar grootste zielenroerselen deelt, maar ook dat die (wellicht) bemiddeld worden door een ander. Die act voelt genereus en toch veilig, theatraal en toch naakt. Hier heeft het stuk naartoe gewerkt: dat punt waarop gemeenplaats en belichaming samenkomen. Zoals in de liefde of de politiek.