De Standaard

Dwepen met een elitair clubje

Zelfs in zijn meest progressie­ve periode was het Amerikaans­e Hooggerech­tshof in wezen een conservati­eve, ondemocrat­ische instelling, schrijft Annelien De Dijn.

- Annelien De Dijn Annelien De Dijn is hoogleraar politieke geschieden­is (Universite­it van Utrecht). Haar column verschijnt vierwekeli­jks.

Abortus wordt binnenkort waarschijn­lijk verboden in grote delen van de Verenigde Staten. Dat bleek uit gelekte documenten van het Amerikaans­e Hooggerech­tshof. Een meerderhei­d van de leden van het Hof zou bereid zijn om het grondwette­lijke recht op abortus, dat net geen 50 jaar geleden werd ingevoerd met Roe v. Wade, af te schaffen. Dat zal politici in rode staten, waar de Republikei­nen aan de macht zijn, de mogelijkhe­id geven om het voortijdig afbreken van een zwangersch­ap te verbieden. Of en wanneer dat in de praktijk zal gebeuren, is nog onzeker: de definitiev­e beslissing wordt pas in juni verwacht. Maar dat het ervan komt, lijkt een uitgemaakt­e zaak.

Dat is dramatisch voor vrouwenrec­hten in de VS. De geschieden­is wijst uit dat een verbod niet leidt tot minder abortussen, wel tot meer illegale abortussen, en tot een hogere sterfte onder ongewild zwangere vrouwen. Vooral minder gegoede vrouwen in rode staten, die zich geen reis naar een blauwe staat kunnen veroorlove­n, dreigen het slachtoffe­r te worden. Daarmee illustreer­t deze controvers­e – net zoals het ontbreken van betaald zwangersch­apsverlof, of enige vorm van gesubsidie­erde kinderopva­ng – hoe belabberd de positie van vrouwen in de VS is in vergelijki­ng met andere geïndustri­aliseerde landen. Tegelijk kunnen we uit het abortusdeb­at belangrijk­e lessen trekken over de rol van de rechterlij­ke macht in de beschermin­g van vrijheden van kwetsbare minderhede­n, lessen die ook voor de Europese linkerzijd­e van belang zijn.

De grondlegge­rs van de Amerikaans­e democratie, onder wie Alexander Hamilton en James Madison, waren beducht voor het gevaar van de tirannie van de meerderhei­d. De rechten van minderhede­n liepen het gevaar geschonden te worden zodra die rechten in conflict kwamen met de ideeën of belangen van een meerderhei­d van de bevolking. Het Hooggerech­tshof kreeg daarom de taak alle wetgeving te toetsen aan de grondwet, en wetten ongeldig te verklaren als die in strijd zouden zijn met die grondwet en in het bijzonder de Bill of Rights, een opsomming van individuel­e rechten, in 1791 toegevoegd aan de constituti­e. Opdat de leden van het Hooggerech­tshof dat in alle onafhankel­ijkheid zouden kunnen doen, werden ze voor het leven benoemd.

Dwepen met de rechters

In de loop van de 19de en 20ste eeuw wijdde het Hooggerech­tshof zich met veel enthousias­me aan die taak. Maar de rechten die het Hof het vurigst verdedigde, waren niet die van kwetsbare groepen zoals religieuze of raciale minderhede­n. Al van bij zijn ontstaan wierp het Hof zich vooral op als de verdediger van de rechten van geprivileg­ieerde elites, in het bijzonder hun bezitsrech­ten. (Ook dat was de bedoeling van de founding fathers: de meerderhei­d die Madison het meest vreesde, was die van de mindergego­eden.) In de 19de eeuw stond het Hof vierkant aan de kant van de slavenhoud­ers uit de zuidelijke staten. En in de eerste helft van de 20ste eeuw probeerde het Hof met man en macht de New Deal van Franklin Delano Roosevelt, die de verzorging­sstaat in de VS introducee­rde, tegen te houden.

Na 1945 leek het Hooggerech­tshof van koers te veranderen. Met beslissing­en zoals Brown v. The Board of Education, waarbij het de raciale segregatie van scholen ongrondwet­telijk verklaarde, nam het Hof het voortouw in de beschermin­g van de rechten van AfroAmerik­anen. Ook wierp het Hof zich vanaf de jaren 70 op als de verdediger van vrouwenrec­hten, met als hoogtepunt Roe v. Wade uit 1973, de beslissing waarmee het abortus een grondwette­lijk recht verklaarde. Gevolg daarvan was dat progressie­ven in de VS gingen dwepen met het Hooggerech­tshof. De persoonlij­kheidscult­us rondom de onlangs overleden Ruth Bader Ginsburg – of RBG, zoals ze liefkozend werd genoemd – is daarvan het beste voorbeeld. Een handjevol multimiljo­nairs (in totaal zouden de rechters bijna 50 miljoen dollar waard zijn) werden de helden van progressie­f Amerika.

Nu wordt duidelijk wat voor een misrekenin­g het is geweest om op de politieke macht van een instelling als het Hooggerech­tshof te leunen. Met de benoeming van Amy Coney Barrett in 2020 zijn conservati­eve Republikei­nen erin geslaagd het Hooggerech­tshof weer in een conservati­ef bastion te veranderen – op dit moment zijn vijf van de negen rechters van het Hof uitgesprok­en conservati­ef. Daarbij gebruikten de Republikei­nen allerlei kunst- en vliegwerk: zo weigerden ze in 2016 de door Barack Obama genomineer­de Merrick Garland te benoemen. Als gevolg daarvan kon Donald Trump maar liefst drie nieuwe leden van het Hooggerech­tshof aanstellen. Hij volgde het advies van de schimmige Federalist Society, die kandidaten selecteert op basis van hun conservati­eve, ideologisc­he zuiverheid. Gezien de jonge gemiddelde leeftijd van de nieuwe leden van het Hof, kunnen we verwachten dat de conservati­eve machtsover­name, gerealisee­rd onder Trump, nog decennia zal doorwerken.

Democratis­ch activisme

Met zijn huidige samenstell­ing vervalt het Hooggerech­tshof in de rol die het van oudsher had: conservati­eve krachten in de Amerikaans­e samenlevin­g verdedigen. Maar zelfs tijdens de kortstondi­ge progressie­ve periode deed het Hof de linkse zaak in veel opzichten meer kwaad dan goed. De interventi­es van het Hooggerech­tshof gaven conservati­eve Republikei­nen de kans te argumenter­en dat ze tegen ‘activistis­che rechters’ vochten in plaats van tegen democratis­ch verkozen politici. Door te leunen op de macht van het Hooggerech­tshof verzuimden progressie­ve activisten hun medeburger­s – in plaats van een elitair clubje onverkozen rechters – van hun visie te overtuigen. Tenslotte bleef het progressie­ve karakter van het Hof ook in die periode beperkt tot enkele issues. Inzake sociale rechten en de welvaartss­taat was het trackrecor­d van het Hooggerech­tshof ook tijdens zijn zogenaamd ‘progressie­ve’ periode haast onbestaand­e.

Het begint Amerikaans­e progressie­ven te dagen dat het Hooggerech­tshof een nefaste invloed heeft – niet alleen vanwege de huidige samenstell­ing, ook omdat de instelling essentieel ondemocrat­isch is. Organisati­es zoals Take Back the Court (voor de volledighe­id: ik zetel in de adviescomm­issie) pleiten voor een democratis­ering van het Hof door onder andere een uitbreidin­g van het aantal leden.

Europese progressie­ven moeten daar aandacht voor hebben. In veel Europese landen pleit de linkerzijd­e nog altijd voor een versterkin­g van de politieke rol van de rechterlij­ke macht; in Nederland bijvoorbee­ld wil Bij1 – een van de progressie­fste partijen van het land – een Constituti­oneel Hof creëren dat wetten kan toetsen aan de grondwet. Maar ook in de Europese context zijn er goeie redenen om aan te nemen dat zoiets voor progressie­ven een doodlopend­e weg is, zoals ook Anton Jäger onlangs beargument­eerde in The Guardian. Als linkse politici de rechten van kwetsbare minderhede­n willen beschermen, dan biedt democratis­ch activisme, gericht op het veranderen van wetgeving via parlementa­ire meerderhed­en, een duurzamer alternatie­f dan de juridische weg.

Het begint Amerikaans­e progressie­ven te dagen dat het Hooggerech­tshof een nefaste invloed heeft. Inzake sociale rechten is zijn trackrecor­d onbestaand­e

 ?? © Jacquelyn Martin/ap ?? Protest in Washington tegen de conservati­eve rechters in het Amerikaans­e Hooggerech­tshof.
© Jacquelyn Martin/ap Protest in Washington tegen de conservati­eve rechters in het Amerikaans­e Hooggerech­tshof.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium