De vergeten schandplekken van Brussel
Met locatievoorstellingen in de Senaat, aan het monument voor de Belgische pioniers in Congo en in de musea van het Verre Oosten bracht het Kunstenfestivaldesarts tijdens het openingsweekend de geschiedenis van het kolonialisme en de Holocaust nabij.
Tot eind mei brengt het Kunstenfestivaldesarts opnieuw het kruim van de internationale theater- en danswereld naar Brussel. Ook de stad zelf krijgt een plekje in de spotlights. De voorbije jaren specialiseerde het festival zich ook al in bijzondere locatieprojecten, zoals in het openluchtzwembad Pool Is Cool, de kasteeltuin van Gaasbeek en de Vauxhall in het Warandepark.
De Japanse regisseur Satoko Ichihara koos voor Madama Chrysanthemum
(¨¨¨èè) een plek waar het oriëntalisme in steen is gebeiteld: het museum voor Japanse kunst in het Chinese paviljoen, aan de rand van de koninklijke tuinen in Laken. Opdrachtgever Leopold II wilde er graag een luxerestaurant van maken, uiteindelijk werd het een onderdeel van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Intussen staat het pand al sinds 2013 leeg voor renovatie. Een koloniaal project in stellingen, symbolischer kan het niet.
Ichihara speelt het anachronistische karakter van deze plek helemaal uit. Een karikaturale gids, met een zielig Japans vlaggetje en een foto van rijst met curry op zijn T-shirt, neemt ons in de proloog mee op een trip door het bloemenpark. Het diepgewortelde exotisme van de westerling wordt fijntjes naar ons teruggekaatst. ‘En nu allemaal in koor: Bonzaaaaaiiiii …’
Eenmaal binnen in het paviljoen, ontspint zich een absurd theaterstuk waarin Ichihara het leven van de Japanse keizerin Masako verbindt met dat van actrice Hanako (1868-1945). Hun lot is even tragisch: Masako, alumna van Harvard, moest haar diplomatencarrière opbergen toen ze trouwde. Toen ze geen zoon kon krijgen, werd ze uitgespuwd door de media. Hanako ontpopte zich dan weer tot lieveling van Rodin met haar verwesterde harakiriimitaties. Zijn bevreemdende beeldhouwwerkjes van haar gezicht zijn wereldberoemd.
Madama Chrysanthemum is een prettig gestoorde persiflage over vrouwen die gevangen zitten in de blik van een ander. Hoewel hoekig in zijn bochten, lapt Ichihara met veel pathos de theatercodes en verwachtingen van het publiek aan haar laars.
Beschavingsmythe
Ook de Peruaanse kunstenares Daniela Ortiz deconstrueert het koloniale erfgoed van Brussel. Het Monument voor de Belgische Pioniers in Congo in het Jubelpark is een schaamteloze verheerlijking van het westerse messiascomplex. In het poppentheater The weeping woods and the okapi resistance
(¨èèèè ) ontmoet een okapi een witte koloniaal, die het dier eerst ophemelt als exotisch curiosum en dan onderwerpt aan zijn beschavingsmythe, met ‘We are the world’ als hymne. Samen met andere dieren en geesten start de okapi een antikoloniaal verzet, dat schijnbaar probleemloos leidt tot de onafhankelijkheid (nu hoor je het Congolese ‘Indépendence Cha Cha’ en het Latijns-Amerikaanse ‘¡El pueblo unido jamás será vencido!’). Veel complexer wordt deze kritiek op de menselijke ‘zoo’ van het kolonialisme niet.
Moest Ortiz’ poppenkast een traumatische geschiedenis voor de allerkleinsten behapbaar maken? Dat zou een nobel doel zijn, maar met nog geen 25 minuten speeltijd serveert dit stuk een wel héél simplistische versie. Aan het eind zingen de diertjes vrijheid, blijheid. Als kijker krijg je zelfs geen hint van de complexe postkoloniale geschiedenis die zou volgen. Dat terwijl de Oekraïense vlaggen op Europe Day – simultaan in het Jubelpark – de hedendaagsheid van internationaal conflict net erg tastbaar maken.
De taal van het trauma
Ook in de Belgische Senaat dwaalt het spook van de geschiedenis rond. Het Italiaanse collectief Fanny & Alexander wekt Auschwitzoverlever en schrijver Primo Levi op uit de doden. Het concept van
Se questo è Levi (¨¨¨èè ) – een verwijzing naar zijn beroemdste boek Se questo è un uomo uit 1947 – bouwt verder op de verbatim-traditie uit het documentaire theater. Vanuit de rode senaatszetels mag het publiek vragen stellen die Levi ooit echt kreeg tijdens interviews op de Italiaanse tv. Via een oortje hoort acteur Andrea Argentieri Levi’s stem en herhaalt hij zijn antwoord, stiltes incluis.
Levi’s beschrijving van de gruwel van de kampen en de strijd om mens te blijven doet na een halve eeuw nog steeds naar adem happen. Getuigen is een plicht, zo stelt hij, en ook het lichaam heeft een verhaal. Zijn herinnering aan de zure geur van verbrande steenkool die in het kamp hing en de eindeloze dorst tijdens zijn deportatie raakte hij nooit meer kwijt.
Levi’s woorden reconstrueren niet alleen een donkere bladzijde uit de wereldgeschiedenis, ze zijn ook een waarschuwing. Op de vraag of hij denkt dat de gruweldaden vandaag opnieuw zouden kunnen plaatsvinden, antwoordt hij dat fascisme altijd op de loer ligt van zodra iemand burgers ongelijk verklaart. De impotente Europese vlag naast het spreekgestoelte van de senaatsvoorzitter spreekt boekdelen.
Is zo’n grote kwetsuur wel vertaalbaar, vraag je je af terwijl je via een koptelefoon luistert naar een Nederlandse transcriptie van Argentieri’s Italiaanse speech? Als geen ander kon Levi taal geven aan het trauma, en toch stapte hij wellicht uit het leven. Se questo è Levi is een mooie bezinning op onze drang om te begrijpen en de leegte die daar altijd rond cirkelt.
Madame Chrysanthemum speelt nog op 9 mei in het Chinese paviljoen in Laken. The weeping woods is nog te zien op 15, 22 en 26 mei in het Jubelpark.
Satoko Ichihara lapt met veel pathos de theatercodes en verwachtingen van het publiek aan haar laars