De gevaarlijke gok van een verenigd Ierland
Freelance journalist, woont en werkt in Ierland.
IERLAND Sinn Fein wil snel een referendum over de hereniging van Ierland. Dat komt veel te vroeg, schrijft Mario Danneels.
Pas vorig jaar vierden de Noord-Ierse protestanten het eeuwfeest van de opdeling van Ierland en de creatie van ‘hun’ deelstaat binnen het Verenigd Koninkrijk. Decennialang klonk het dat Stormont, het parlementsgebouw in Belfast, ‘een protestants parlement voor een protestants volk’ was. Sinds de verkiezingen van donderdag is die bestaansreden voor de regio zowat weggevaagd: Sinn Fein, de voormalige politieke vleugel van het Iers Republikeins Leger (IRA) is er met ruime voorsprong de grootste partij.
Daarmee zit voor het eerst een katholieke partij in het zadel in Noord-Ierland, en zou je kunnen argumenteren dat het mandaat vervuld is voor een referendum over de hereniging van het eiland. Dat mandaat staat gebeiteld in het Goede-Vrijdagvredesakkoord van 1998, dat een eind maakte aan dertig jaar bloedvergieten tussen katholieken en protestanten.
Vijftien jaar geleden was Sinn Fein in de Ierse Republiek nog een marginale partij, gelinkt aan terreur, maar sinds IRA-kopstukken Gerry Adams en Martin McGuinness het leiderschap overlieten aan Mary Lou McDonald en Michelle O’Neill, jonge vrouwen zonder enige historische link met de Noord-Ierse burgeroorlog, is ze ook daar aan een steile opmars bezig. Twee jaar geleden won Sinn Fein overtuigend de Ierse verkiezingen, maar toen vormden de traditionele partijen een coalitie om McDonald van de macht te houden. Dat zal de volgende keer niet lukken: haar partij ligt in de peilingen 15 procent voor op de andere, en het lijkt onvermijdelijk dat ze de volgende regering zal leiden, zoals O’Neill genomineerd is als premier van Noord-Ierland.
Net zoals de grote meerderheid van pro-Britse protestanten in 1921 de bestaansreden voor Noord-Ierland vormde, is een verenigd Ierland die van Sinn Fein. McDonald zei dit weekend dat ze binnen de vijf jaar een referendum over hereniging wil, en ze zal samen met O’Neill, aan het roer in het Noorden, zeer waarschijnlijk in een positie zijn om dat te verwezenlijken. Dat is een gevaarlijke gok, die ze zo goed als zeker zal verliezen, en die de kwestie nog een generatie lang kan doen sudderen.
Blij met de status quo
Sinds de Brexit en de surrealistische positie van Noord-Ierland – half in, half uit het VK én de EU – zijn alle partijen in Dublin het erover eens dat een referendum niet langer een kwestie van ‘of ’, maar van ‘wanneer’ is. Niet alleen het politieke landschap van het Noorden is nu gekanteld: later deze maand worden de resultaten van de
Noord-Ierse volkstelling gepubliceerd, en naar verwachting zal de katholieke bevolking voor het eerst de meerderheid vormen.
Daarmee is een referendum nog geen gewonnen zaak. Veel Noord-Ierse katholieken zijn perfect tevreden met de status quo. Londen investeert stevig in hun land, waardoor ze onder meer een betere gezondheidszorg genieten dan in de Ierse Republiek.
Hardleerse loyalisten hebben, net als een eeuw geleden, al gegromd dat ze zich niet in een verenigd Ierland zullen laten dwingen zonder de wapens op te nemen