De Standaard

De schaduw van het kruis

-

Vorige week stond het nieuws op de voorpagina van deze krant: een basisschoo­l in Sint-MartensLat­em laat het vak godsdienst vallen voor ‘maatschapp­elijke vorming’

(DS 4 mei). Tegelijk weren meer en meer scholen uit het katholieke net de ‘Sint’ uit hun naam (DS 29 april). Schooldire­cties vinden dat kennelijk ouderwets. Ze ontchriste­lijken hun naam om tegemoet te komen aan de toegenomen diversitei­t op de schoolbank­en of om moderner over te komen. De topman van het katholiek onderwijs, Lieven Boeve, staat erbij, kijkt ernaar en zwijgt zedig. Het lijkt wel of ze aan de Guimardstr­aat bang geworden zijn voor de schaduw van het kruis.

Dat is nergens voor nodig. Hoeveel ouders zouden hun schoolkeuz­e negatief laten beïnvloede­n door een christelij­ke naam? Hoeveel zouden er afhaken omdat leerlingen er kennis krijgen aangereikt over het christendo­m en andere wereldreli­gies en filosofieë­n, gedoceerd vanuit een laagdrempe­lig en zelfs agnostisch perspectie­f? De tijd waarin godsdienst­lessen belerend en bekerend gegeven werden, ligt ver achter ons. Toen ik eind vorige eeuw op de banken zat van het college van Veurne, leerde ik er al over de islamitisc­he theologie en zelfs over de intellectu­ele onderbouw van het atheïsme, via de theorieën van Emile Durkheim tot die van Karl Marx.

Vandaag prijs ik me gelukkig dat ik op school een gedegen kennis heb meegekrege­n over de verhalen van het Oude en het Nieuwe Testament. Vanzelfspr­ekend is dat niet. Elk jaar verlaten meer jongeren de schoolbank­en zonder het verhaal van de barmhartig­e Samaritaan te kennen, zonder ooit te hebben gehoord van de parabel van de talenten of de beproeving­en van Job. Velen kennen amper nog de betekenis van Kerstmis, Pasen en de andere christelij­ke feestdagen. Ze krijgen die kennis van thuis niet mee en het wordt hen op school niet langer aangeleerd.

In het gemeenscha­psonderwij­s is dat al langer het geval voor leerlingen die voor zedenleer of islamitisc­he godsdienst kiezen, maar in de komende jaren dreigt de overdracht van kennis over het christendo­m ook in vrije scholen beperkt te worden tot het absolute minimum. Talrijk zijn namelijk de stemmen in de academisch­e en politieke wereld die het vak godsdienst op school integraal vervangen willen zien door een eenvormig maatschapp­elijk passe-partoutvak, waarin leerkracht­en niet alleen de basis moeten meegeven van alle levensbesc­houwingen maar ook van filosofie, politiek, burgerscha­p, ecologie en wat nog allemaal. Het onvermijde­lijke resultaat daarvan zal nog minder feitenkenn­is zijn bij de jeugd over het christendo­m. Daar gaat men licht overheen, hoewel de gevolgen niet min zijn.

Door leerlingen die kennis te ontzeggen, maak je hen cultureel en historisch minder geletterd. In zijn monumental­e werk Heerschapp­ij, hoe het christendo­m het Westen vormde toont de Britse classicus Tom Holland overtuigen­d aan hoe de christelij­ke moraalfilo­sofie dé scheppende kracht is in de westerse geschieden­is. De verhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament vormen nog altijd de basis van onze morele cultuur. Ze verklaren hoe de westerse mens denkt en handelt. Van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens tot de westerse neiging tot historisch­e zelfkritie­k: het valt allemaal niet te begrijpen zonder de christelij­ke moraliteit, die ons allemaal mee definieert, in rekening te brengen, of we nu geloven of niet.

Even negatief zouden de gevolgen hiervan zijn op het cultuurhis­torische referentie­kader van jongeren. Dat staat of valt namelijk met een gedegen kennis van het christendo­m. Tot ver in de vorige eeuw was geloof een drijvende inspiratie­bron in de kunsten. Van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck over James Ensors De intocht van Christus in Brussel tot Félicien Rops’ De verzoeking van de Heilige Antonius: jongeren kunnen die iconische werken niet interprete­ren zonder basiskenni­s van het christendo­m, zoals je de kunst uit de klassieke Oudheid niet kunt begrijpen zonder een basiskenni­s van de Griekse mythologie. Hetzelfde geldt voor de Europese literatuur­geschieden­is. Christelij­ke concepten als schuld, boete, vergeving, moreel zelfonderz­oek en het streven naar een betere mens vallen daarin niet weg te denken.

Een gedegen kennis van het christendo­m is een basisvoorw­aarde voor een brede intellectu­ele vorming. Ieder kind in Vlaanderen is daarom gebaat bij christelij­k godsdienst­onderwijs, of het nu gelovig is of niet, christelij­k is of moslim. Zulke kennis werkt emancipere­nd, bovenal voor kinderen van niet-westerse migratiehe­rkomst. Het stelt hen in staat de wortels van onze moraliteit te vatten en onze kunst en literatuur te interprete­ren. Ontzeg hen die inzichten niet ter wille van ondoordach­te opvattinge­n over inclusie en modernitei­t.

De verhalen uit het Oude en het Nieuwe Testament vormen nog altijd de basis van onze morele cultuur

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium