De schattenzolder van Polen heet Oekraïne
Polen deelt zijn geschiedenis net zo goed met Oekraïne als Rusland, schrijft Johan de Boose. Als de Polen nu massaal vluchtelingen uit Oekraïne opvangen, is dat omdat zij hen zien als de belichaming van de eigen spoken.
Schrijver en OostEuropakenner
Vlak vóór de Oranjerevolutie in 2004, toen Oekraïne al meer dan een decennium worstelde met zijn emancipatie van het strenge, vaderlijke Moskou, reisde ik door het vlakke westelijke land. Ik was vertrokken met de trein vanuit Rzeszow in Polen en had bij de grens met Oekraïne uren gewacht tot mijn wagon op een breder onderstel was gehesen (de sporen in Oekraïne zijn 89 millimeter breder).
Ik logeerde in Lviv, de 13de-eeuwse Leeuwenstad. Lviv is én Oekraïens én Russisch én Pools én ook nog Oostenrijks-Hongaars – daarom hou ik ervan: zoveel keer én. Helaas denkt de politiek er in deze regio anders over: je bent iets of iets anders. Je bent niet dit maar dat. Zo werkt nationalisme: bij gratie van uitsluiting. Het vlakke land rond de stad is even vlak als de Lage Landen, ontdaan van lintbebouwing, villawijken en polderdorpen. Een ronduit betoverende vlakte, maar helaas muntten de woonwijken uit in troosteloosheid. De herfst brak aan. Akkers werden afgebrand en klaargestoomd voor een nieuwe levenscyclus. Het graanland was okerkleurig met een zilveren brandspoor erdoorheen, de bossen aan de horizon waren van goud, zoals het hoort in het seizoen van de nakende dood. De rivier de Dnjestr was na de continentale zomer al helemaal afgekoeld.
Ik had mezelf uitgenodigd bij de schrijver Bruno Schulz in het stadje Drohobytsj. Schulz beschouw ik als een meester, zo groot dat je zijn taal wilt leren om zijn werk in het origineel te lezen. Die taal was het Pools. Tijdens zijn leven woonde hij in Polen, want dat deel van Oekraïne was voor de Tweede Wereldoorlog Pools grondgebied. Schulz was leraar tekenen en wiskunde. Zijn oeuvre bestaat uit sensueel-poëtische verhalen met een magische toets, gedrenkt in kabbalistische symboliek en geschreven in een taal die klinkt als muziek. Zijn personages zijn curieuze creaturen vol humor en tragiek. De wereld waarin ze zich bewegen, lijkt op die van het kind, gezien door de volwassene die ‘naar de kindertijd toe is gerijpt’, zoals Schulz het zelf zei. Tussen de woorden wonen de veelkleurige spoken van de geschiedenis. Bij Schulz is de schepping op een luisterrijke en troostende manier somber. Schulz redt de lezer met zijn bonte melancholie.
Dierbare spoken
Op weg naar zijn huis in Drohobytsj realiseerde ik me dat hij het coloriet van zijn verhalen compleet had verzonnen. Ik zag namelijk niets kleurrijks om me heen. Hoe dichter ik Drohobytsj naderde, hoe grauwer de wereld werd. Het stadje zelf baadde in droefenis. Op de koop toe kwam ik tijdens mijn bezoek terecht in een begrafenisstoet. Schulz zelf gaf niet thuis: hij was zestig jaar eerder, in 1942, op straat doodgeschoten tijdens een razzia door de nazi’s. Zijn huis stond er nog, zijn ziel was er nog, hij waarde er nog rond als spook. Ik heb hem begroet op mijn manier, door hem nog aandachtiger te lezen. Zijn portret staat sindsdien in mijn werkkamer, naast dat van Franz Kafka, met wie hij meer dan alleen een fysieke gelijkenis vertoont.
Ik denk dat iedere Pool een verborgen schat op zolder heeft. Die schat kan een oude baljurk zijn, een goochelaarshoed, een handpop in een poppenkast of een stuk versleten speelgoed. Daarnaast zijn er de minder materiële schatten: herinneringen, verzen, beelden, en spoken. Spoken heeft iedere Pool. Dierbare spoken, geen spoken in lijkwitte lakens, maar spoken die de warmte van het bloed hebben bewaard.
De schattenzolder van de Polen heet Oekraïne. Men heeft tegenwoordig de mond vol van de symbiose tussen Rusland en Oekraïne, maar de verwevenheid van Polen en Oekraïne is even legendarisch, en ik zie Polen niet zo snel manu militari Oekraïne binnenvallen om het te heroveren, lieve help, nee. Iedere Poolse dreumes weet dat Polen ooit het grootste land van Europa was (in de 16de-17de eeuw), en dat het westen van Oekraïne daar bijhoorde, zodat Polen reikte van de Baltische Zee tot de Zwarte Zee. Zonder van irredentisme te worden beschuldigd, kun je zeggen dat de zolder vol verloren schatten een aardig deel van het Poolse collectieve bewustzijn inneemt. De zolder voedt de nostalgie van de Poolse ziel, die vurig en creatief is. Later onderging dit rijk groteske metamorfosen, inclusief een annexatie door Rusland.
Wrede magiërs
Schulz woonde in het interbellum in dat deel van Oekraïne dat Pools was, met een gemengde bevolking, en dat na de Tweede Wereldoorlog, na de clash tussen fascisme en bolsjewisme, werd afgesneden van Polen en door de Sovjet-Unie werd ingepalmd. Op die manier werd Polen door de wrede magiërs van de politiek een eind opgeschoven. De Duitsers noemden het: Westverschiebung. Wat aan de oostkant verloren ging voor de Polen, kregen ze er in het westen bij. Een stuk van Duitsland (Silezië) werd afgehakt van de grote verliezer en aan Polen geschonken. De Duitsers die er woonden, werden gewelddadig verjaagd, en Silezië werd opnieuw bevolkt met vluchtelingen uit het verloren Oekraïne. Als Schulz in 1942 niet was doodgeschoten, was hij een paar jaar later ongetwijfeld op een boerenwagen samen met duizenden anderen naar het westen getrokken, want zijn huis stond niet langer op Pools grondgebied, en het nieuwe land, Oekraïne, was een deel van de Sovjet-Unie geworden. De Poolse vluchtelingen lieten hun woning achter, maar namen uiteraard hun spoken mee, hun penaten, een mooi oud woord voor de beschermgoden van een huis. Die spoken zijn het symbool geworden voor de meedogenloze grilligheid van de politiek in Centraal-Europa, zoals die gevoerd werd door het strenge, vaderlijke Moskou. Als de Polen vandaag, in het eerste kwart van de smartelijke 21ste eeuw, massaal vluchtelingen uit Oekraïne opvangen, is dat omdat zij hen zien als de belichaming van de eigen spoken. Hun verloren schatten bevinden zich in de zielen van de vluchtelingen. Hun zielen komen terug. De spoken hebben hun hart bewaard. Helaas bloedt het hart, alweer, en alweer is het de strenge vader in het oosten die de roede niet spaart.
Schulz schreef over een reizend theater dat Drohobytsj aandeed, een wassenbeeldenmuseum dat tot leven was gekomen, alsof de geschiedenis uit de wikkels van de tijd trad, alsof het bloedvergieten hervatte. Ik reis tegenwoordig vaak in gedachten terug naar Drohobytsj, naar Schulz’ visionaire fantasie in het troosteloze landschap, naar Lviv dat én-én-énzovoort is, naar de zolder vol schatten en spoken, naar het toneel met de stoet van de lijdende mensheid.
Iedere Poolse dreumes weet dat Polen ooit het grootste land van Europa was en dat het westen van Oekraïne daarbij hoorde