Welvaartsderving
Is het ongepast om een gevoelige kwestie als abortus in harde dollars uit te drukken? De Amerikaanse minister van Economische Zaken Janet Yellen vindt van niet. Yellen is zelf een voormalige hoogleraar economie, en het bloed kruipt natuurlijk waar het niet gaan kan. Afschaffing van het grondwettelijk recht op abortus in de VS zou ‘zeer schadelijk’ zijn voor de Amerikaanse economie, zei ze deze week in de Senaat. Haar theorie daarover klinkt logisch. Een hogere drempel voor abortus betekent meer ongewenste zwangerschappen bij jonge meisjes. De kans dat ze hun school afmaken of verder studeren wordt dan een stuk kleiner, waardoor ze als volwassene minder verdienen.
Dat effect is in kaart gebracht in de zogenaamde Turnaway Study, waarin onderzoekster Diana Greene Foster jarenlang twee groepen vrouwen volgde. De ene groep had een abortus laten uitvoeren, de andere bestond uit vrouwen aan wie een abortus ontzegd was omdat hun zwangerschap al te ver gevorderd was. De laatste groep had vier keer meer kans om onder de armoedegrens terecht te komen dan de eerste groep. De vrouwen werkten minder en ontvingen vaker een bijstandsuitkering.
De samenleving is daardoor dus slechter af. Beschikbaar talent wordt onderbenut, er wordt minder geld verdiend en de belastinginkomsten vallen lager uit. Noem het een vorm van welvaartsderving. Op basis van een bierviltjesberekening heeft een abortusvriendelijke denktank de kostprijs daarvan op 105 miljard dollar per jaar geschat. Als alle staten de toegang tot abortus zouden optimaliseren, zou de Amerikaanse economie 0,5 procent groter zijn, hebben partijgenoten van Yellen al naar voren gebracht.
Maar het werkelijke economische effect is heel moeilijk te berekenen. Want een abortus laten uitvoeren in een andere staat blijft ook na de afschaffing van het grondwettelijk recht een mogelijkheid. Hoeveel ongewenst zwangere vrouwen een reis naar een buurstaat zullen ondernemen, is koffiedikkijken. Ook al omdat heel wat werkgevers bereid zijn de kosten op zich te nemen. Ook dat gegeven heeft een economische dimensie. Bij de huidige gespannen arbeidsmarkt doen bedrijven er veel aan om het hun werknemers naar de zin te maken. In abortus-onvriendelijke staten kan dat een slok op een borrel schelen als er vacatures moeten worden ingevuld.
Ook anti-abortusbewegingen proberen hun argumenten trouwens met harde economische berekeningen te ondersteunen. Hun redenering luidt als volgt: hoe minder abortussen, hoe meer Amerikanen. En hoe meer Amerikanen, hoe groter de Amerikaanse economie. De denkfout is dat niet zozeer het aantal mensen bepalend is voor de welvaart, maar vooral de mate waarin ze toegevoegde waarde creëren.
Anders zou de Chinese economie nu vier keer zo groot zijn als de Amerikaanse.
Niet zozeer het aantal mensen is bepalend voor de welvaart, maar de mate waarin ze toegevoegde waarde creëren