‘Dat het vak aardrijkskunde klimaat wordt, maakt het relevanter dan ooit’
Vergeet de klassieke lessen aardrijkskunde. In het katholiek onderwijs vervelt het vak in de tweede graad secundair tot een ‘klimaatvak’. ‘Leerlingen moeten beslagen over de uitdagingen kunnen nadenken’, zegt geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven).
In hartje Brussel komen vandaag leerkrachten aardrijkskunde uit heel Vlaanderen samen om te spreken over de toekomst van hun vak. Daarin leerden generaties jongvolwassenen over gesteenten, vulkanen, rivieren en de plaats van de mens daartussen.
Nu staat het vak aardrijkskunde aan de vooravond van een omwenteling. Het nieuwe leerplan van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, dat door elke leerkracht in de koepel als leidraad gebruikt moet worden, maakt er de facto een vak klimaat van. Geoloog en professor aan de KU Leuven Manuel Sintubin hield mee de pen vast van het leerplan.
Sintubin: ‘Toen enkele jaren geleden duizenden jongeren tijdens de klimaatmarsen door Brussel trokken, gingen veel stemmen op voor een afzonderlijk “klimaatvak” in het secundair onderwijs. Heel wat leerkrachten aardrijkskunde trokken toen hun wenkbrauwen op en dachten: “Dat bestaat al, dat is ons vak”.’
‘In de nasleep daarvan hebben we de koe bij de horens gevat en zijn we beginnen te schrijven aan dit nieuwe leerplan. Op dit moment worden de eindtermen voor het Vlaamse onderwijs – die de basis van de leerplannen vormen – herzien. Dat bood een uitgelezen kans om aan de slag te gaan met de vakinhoud.’ ‘Het bestaat in grote lijnen uit drie blokken, die samen een verhaal vormen met een beginpunt en een eindpunt. De lessen trappen af met hoe de aarde kansen biedt aan de mens en de economie. In het tweede blok verschuift de focus naar de diverse manieren waarop de mens een impact uitoefent op de aarde – met aandacht voor economie, demografie, landgebruik, mondialisering … Daaruit zal blijken dat de menselijke activiteit vandaag de planetaire grenzen overschrijdt. In het derde deel gaan leerkrachten in op mogelijke oplossingen. Hoe maken we de transitie naar een duurzame wereld?’ ‘Dat hebben we echt willen vermijden. Leerkrachten zullen nooit één oplossing naar voren schuiven, maar zullen de leerlingen een kader aanreiken waarmee die beslagen het klimaatdebat kunnen aangaan, en hun eigen mening kunnen vormen. Als het over de energietransitie gaat bijvoorbeeld, zullen ze het brede kader schetsen van wat technologisch allemaal mogelijk is, wat al aan de gang is en wat mensen zelf kunnen doen. Alle aspecten komen aan bod.’