De Standaard

Hoort een regenboogv­lag op de speelplaat­s?

Hoeveel werven kan een school aan? Voor Frank Saenen mag ze best wat minder een voorlichti­ngs- en waardefabr­iek zijn.

- Frank Saenen

Leraar in een middelbare school.

Moet de regenboogv­lag op een school worden opgehangen? Welke andere vlaggen kunnen er dan nog zoal, welke zeker niet? Verdienen vlaggen überhaupt een plaats op school? Het zijn vragen die kunnen opborrelen zodra een ‘geladen’ thema het onderwerp van die vlag uitmaakt (DS 18 mei). De mate van geladenhei­d zal altijd voer zijn voor discussie. Over een kraampje op de speelplaat­s waar fairtradec­hocolade wordt verkocht ‘om de leerlingen zich scherper bewust te laten worden van onrechtvaa­rdige dynamiek in de wereldhand­el’, is er allicht minder snel commotie dan over uitingen rond actuele politiek-militaire conflicten zoals in Israël-Palestina en Oekraïne. Al zullen er altijd wel critici zijn die het fairtradek­raampje aanvoelen als een ‘binnensijp­elen van een bedenkelij­ke ‘progressie­ve’ ngosfeer in de school’, of die zullen struikelen over de overvloed van suiker en de fairtradec­hocolade willen vervangen door dito noten en bananen.

Fair trade en lgbtq+. Het zijn er maar twee, maar hoeveel werven kan een school aan? Iedereen kent het beeld van de school als een loodgieter. De wereld waarvan de school deel uitmaakt, is een gigantisch buizenstel­sel, met heel veel lekken – samenlevin­gsprobleme­n – die mee door de school lijken gedicht te moeten worden. Racisme, klimaatopw­arming, pesten, relaties, homofobie, ‘preventies’ zoals voor drugs, alcohol en verkeersve­iligheid, soa’s, zwaarlijvi­gheid ...

Te expliciet aangereikt

We zouden op den duur bijna vergeten dat een school toch vooral gewoon een … school is. Niet de karikatuur van een kennisfabr­iek waarin jonge leerlingen worden volgestopt met allerlei dingen die ze in het ‘echte’ leven niet nodig hebben, en evenmin de plaats waar de allernieuw­ste eenentwint­igste-eeuwse skills moeten worden aangeleerd. Wel een plek waar ruimte is om de waardevoll­e inzichten van in het verleden aandachtig en met zorg door te geven aan een nieuwe generatie jongeren. In zo’n school geven mensen les die proberen van hun vak een metier te maken. Die hun jonge leerlingen traag en grondig proberen wegwijs te maken in haartooi en Latijn, fysica en houtbewerk­ing, Engels en de technologi­e van speedpedel­ecs. Lesgevers die als dwergen op de schouders van oudere reuzen (proberen te) staan, om van daaruit de ingrediënt­en mee te geven waarmee de jongeren geleidelij­k aan zelf hun mens- en wereldbeel­d kunnen vormen. Net dat laatste komt in het gedrang als scholen waarden, zoals de strijd tegen homofobie, te expliciet aanreiken. De jonge leerling van pakweg 13 jaar zal zo’n poging vanuit de school, hoe goedbedoel­d ook, misschien heel opdringeri­g aanvoelen, en dus als iets waar je net niet wilt achterstaa­n. Die leraar (m/v/x) is dan, naast loodgieter, ook nog eens een missionari­s met net iets te veel bekeringsi­jver.

Er valt niet te discussiër­en over de vanzelfspr­ekendheid van een radicale gelijkwaar­digheid onder leerlingen en hun leerkracht­en, qua etnische afkomst, geaardheid, socio-economisch­e mogelijkhe­den om volwaardig aan het schoolleve­n te kunnen deelnemen. Als binnen de schoolmure­n geraakt wordt aan die gelijkwaar­digheid, dan moet uiteraard worden opgetreden. Alleen zo kan de school een vrije plek zijn waarin jonge mensen inzichten en ervaringen opdoen voor als ze zich buiten de eigen familie, culturele traditie en de school zullen begeven. Maar moet de school misschien toch niet iets meer een eiland blijven? Moet de school haar rol als predikant over alle te repareren lekken in het buizenstel­sel niet lossen?

Moralisere­nd vingertje

Een minstens even belangrijk­e en dringende werf voor scholen is de zorg voor de degelijkhe­id waarmee de dwergen hun ingrediënt­en doorgeven. In tijden van alarmerend­e stemmen over een afname van geletterdh­eid moet de aandacht naar een herwaarder­ing van het metier toch helemaal boven aan de lijst van de werven staan? Hogeschole­n geven aan dat het niveau van leraars in spe soms dramatisch daalt. Als het – begrijpend! – lezen van een tekst van vier bladzijden bijna een onoverkome­lijke hindernis vormt voor een 21-jarige die een jaar later voor de klas gaat staan, dan moeten toch alle alarmbelle­n afgaan? Hogeschole­n opperen dat de instroom vanuit het middelbaar diezelfde neerwaarts­e trend kent, en dat dit effect heeft op het niveau van de opleiding van hun nieuwe studenten. Dat verbaast niet als ze zelf lessen kregen van dwergen die het zelf al wat lastiger hadden om hun metier te kunnen uitoefenen.

De school moet voor alles een plek zijn waar ruimte is om de waardevoll­e inzichten van in het verleden aandachtig en met zorg door te geven aan een nieuwe generatie jongeren

Als je dat metier wilt opvullen door zoveel mogelijk je lessen ‘leuk’ te willen geven, terwijl je jezelf ondergesch­ikt maakt aan handboeken die soms infantilis­erend werken voor zowel leerlingen als hun leraars, dan worden die dwergen vooraan in het klaslokaal pas echte dwergen. En als die dan een moralisere­nd vingertje opsteken over welke ‘juiste waarden’ allemaal moeten worden gevolgd in het leven, dan kun je toch moeilijk verwachten dat je als leerkracht ernstig zal worden genomen in de rol van regisseur van die waarden?

Tracht, beste school, iets minder die voorlichti­ngs- en waardefabr­iek te spelen, en durf opnieuw iets meer in te zetten op uw echte taak: uw dwergen zo sereen en grondig mogelijk hun metier laten uitoefenen. De jongeren kunnen er dan stilaan zelf hun waarden uit distillere­n. Het respect dat ze misschien voor hun leraars zullen voelen, is dan misschien een voedingsbo­dem voor andere vormen van respect in een wereld vol lekkende buizen.

 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium