Waarom vinden we zonnebrillen zo cool?
‘Met het mooie weer van de laatste dagen valt me weer op hoe flamboyant en vol zelfvertrouwen mensen lijken wanneer ze een zonnebril ophebben - een gewaarwording die me ook zelf niet vreemd is’, mailt Hannes Dedeurwaerder. ‘Hoe komt dat? Wat heeft het afschermen van de ogen te maken met cool? En waarom hebben we datzelfde gevoel niet wanneer we een muts opzetten?’
Ze waren ontegenzeggelijk stoer, de vrouwen en mannen die aan het begin van de twintigste eeuw pionierden in de luchtvaart, of de waaghalzen die met ongekend hoge snelheden over wegen scheurden in wagens met een open dak. Ze hadden vaak nonchalant een sjaaltje omgeslagen dat deels achter hen aan wapperde in de wind en de snelheid nog accentueerde. Wat ook niet mocht ontbreken, was een veiligheidsbril. Vaak hadden die getinte glazen.
Dat we zonnebrillen stoer vinden, heeft volgens mode-expert Vanessa Brown, van Nottingham Trent University in Engeland, voor een deel met die voorgeschiedenis te maken. Ze heeft een reeks wetenschappelijke publicaties over het onderwerp op haar naam staan en ze schreef het boek Cool shades - the history and culture of sunglasses.
‘Zonnebrillen zijn voortgekomen uit veiligheidsbrillen’, vertelt Brown. ‘Die waren gelinkt aan stoere mannelijke activiteiten die met snelheid, sport en schieten te maken hadden, en met industriële activiteiten. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan metaalbewerking in fabrieken. Zo’n accessoire van metaal en glas (en later plastic) gaf een air van moderniteit en zelfvertrouwen.’
Er ging (en dat geldt nog steeds) ook nonchalance van uit. Met een zonnebril geef je jezelf niet helemaal bloot aan je gesprekspartner. Kennelijk geef je daar niet zo om. Je plaatst jezelf in een positie van macht over de ander. Want als je ogen onleesbaar zijn, ben je minder kwetsbaar. Een zonnebril geeft je dus een onverstoorbare uitstraling. Dit krachtige modestatement voert volgens Brown terug naar de high society van jaren 30 in de VS.
‘Terloopse nonchalance vermengd met brutaliteit en toegeëigende aristocratische hauteur.’ Zo omschrijft Brown de uitstraling van een gebruinde vrouw die in 1938 als toerist is afgebeeld in het Amerikaanse modetijdschrift Harpers Bazaar. Ze draagt een zonnebril met een wit montuur, die door de fotocompositie de aandacht trekt. ‘Ze draagt iets nieuws. Het is glossy en van plastic. De vrouw laat zien dat ze niet maalt om de kijker.’
Door Hollywood groeide de status van zonnebrillen verder. Wilde je de show stelen, dan zocht je een bril uit die je dezelfde allure gaf als Audrey Hepburn of Steve McQueen.
‘Iconische afbeeldingen van jazzartiesten droegen ook bij tot het stoere imago’, vertelt socioloog Elias Le Grand van de Universiteit van Stockholm. ‘Het is frappant dat zonnebrillen zulke sterke symbolen zijn geworden voor coolness. Het is altijd zo gebleven. Het is helemaal ingeburgerd.’
‘Maar pas op’, zegt Le Grand. ‘Als je cool wilt overkomen, is het belangrijk dat je niet de indruk wekt hierop uit te zijn. Dat werkt averechts. Het kan dus ook riskant zijn om een zonnebril te dragen. Met een te grote of te opvallende zonnebril zie je er onnozel uit. Zeker als je hem tijdens het spitsuur draagt in een overvolle metro.’