Globalisering staat nog niet in pauzestand
Dat de pandemie en de oorlog de wereld naar een keerpunt hebben geleid, is deze dagen een populair narratief. De problemen met de aanvoerlijnen, de strijd om de vaccins en de geopolitieke versplintering zouden het besef hebben doen groeien dat landen hun onderlinge afhankelijkheid moeten afbouwen. Dat komt tot uitdrukking in een buzzword als ‘strategische autonomie’. Staatssteun is in Europa geen vies woord meer. Vrijhandelsakkoorden zitten in de koelkast om er waarschijnlijk heel lang niet uit te komen. Overheden maken strategisch geachte bedrijven het hof. Het deglobaliseringsthema was een van de gespreksonderwerpen op het Wereld Economisch Forum van dit jaar.
Maar voorlopig wordt dat narratief nog niet ondersteund door harde feiten. De wereldhandel draait op volle toeren. Uit cijfers van de Wereldhandelsorganisatie blijkt dat er alweer veel meer goederen over de wereld worden getransporteerd dan vóór de pandemie. Ook met het beschermen van de eigen markten valt het nogal mee. De Internationale Handelsbarrière-index is nauwelijks gestegen. De wereld is zo complex geworden, dat het spinnenweb van internationale handelsrelaties niet zo gemakkelijk te ontrafelen valt. De vraag is ook of we dat zouden willen. Het wegvallen van Rusland en Oekraïne, twee landen die niet eens zo’n heel dominante rol in de wereldwijde handelsstromen spelen, levert al enorme problemen op. Voor Duitsland, dat afhankelijk is van Russisch gas, voor Egypte, dat zijn bevolking voedt met Russisch en Oekraïens graan, en zelfs voor de Belgische frietbakkers die het opeens zonder Oekraïense zonnebloemolie moeten stellen.
IMF-directeur Kristalina Georgieva had overschot van gelijk, toen ze bij het begin van het WEF waarschuwde dat een verdeelde wereld armer en gevaarlijker zal zijn. Al vaak is vastgesteld dat handel een van de grootste welvaartsscheppende krachten is. Natuurlijk is een basisvoorwaarde wel dat het om handel gaat tussen partners die er wederzijds baat bij hebben, niet om ontwrichtende transacties die de ene partij meer voordeel bieden dan de andere. In die zin is het voorbehoud bij handelsverdragen zeker verdedigbaar. En dat Europa nadenkt over hoe de staatssteunregels anders afgesteld kunnen worden, kan evenmin kwaad. Maar we moeten wel voorkomen dat de wereld zich gaat organiseren in handelsblokken die zich achter hoge tariefmuren verschansen.
Er worden alweer veel meer goederen over de wereld getransporteerd dan vóór de pandemie