Britse energiebonanza wordt deels wegbelast
Al drie grote West-Europese landen – Spanje, Italië en Groot-Brittannië – hebben besloten de overwinsten van energiebedrijven extra te belasten.
Na Spanje en Italië pakt nu ook Groot-Brittannië de overwinsten van energieproducenten aan. Het basistarief voor de winsten van olie- en gasbedrijven gaat er tijdelijk omhoog van 40 naar 65 procent. Dat heeft de minister van Financiën, Rishi Sunak, donderdag aangekondigd.
De Britse regering had lang weerstand geboden tegen oproepen om de energieproducenten zwaarder te belasten, maar is nu toch overstag gegaan. Nu het gemor bij de bevolking over de hoge energieprijzen steeds luider klinkt, was het nog moeilijk te verdedigen om de recordwinsten voor oliebedrijven ongemoeid te laten.
De opbrengst van de extra heffing, naar schatting goed voor zo’n 5 miljard pond, zal worden besteed aan energiepremies voor kwetsbare groepen. Sommige huishoudens kunnen aanspraak maken op eenmalige cheques van 650 pond. De koopkracht van de Britse gezinnen kent dit jaar de grootste daling sinds de financiële crisis van 2008.
Idee gestolen
De Labour-oppositie was al lange tijd voorstander van een belasting op overwinsten, en klaagt nu aan dat de regering met deze bocht haar ideeën heeft gestolen. Ook binnen zijn eigen partij, de Conservatieven, kreeg Sunak kritiek. De beste manier om huishoudens te helpen met de stijgende kosten van levensonderhoud zou een lagere belastingaanslag zijn, vonden verscheidene parlementsleden. Ook denktanks uitten kritiek, met het argument dat inflatie niet door de regering opgelost kan worden.
Voorlopig geldt de extra heffing alleen voor olie- en gasbedrijven die fossiele brandstoffen oppompen uit de Noordzee. Maar de
Britse regering overweegt ook elektriciteitsbedrijven extra te belasten. Ook zij maken veel winst, dankzij de hoge energieprijzen. Maar het risico bestaat dat dergelijke heffingen de investeringsbereidheid van energiebedrijven aantasten. Om die reden heeft de regering, tegelijk met de heffing op overwinsten, ook een extra investeringsaftrek ingevoerd. Hoe meer geld energiebedrijven investeren, hoe minder belastingen ze uiteindelijk betalen.
Niet eenmalig
Shell liet meteen al weten dat laatste heel belangrijk te vinden. BP zei zijn investeringsplannen in Groot-Brittannië te heroverwegen als gevolg van de heffing, al had topman Bernard Looney eerder verklaard dat een eenmalige heffing de investeringen niet zou beïnvloeden. Maar Sunaks voorstel is niet eenmalig. De regering wil de belasting behouden tot eind 2025, tenzij de olieprijs voordien is teruggekeerd naar een normaal peil. BP heeft voor 18 miljard pond investeringsplannen klaarliggen. Voor Shell gaat het zelfs om 25 miljard. De heffing kan op die manier de energietransitie in gevaar brengen, vreest de federatie Offshore Energies UK.
Groot-Brittannië is niet het eerste land dat overwinsten op energieproductie belast. Spanje deed dat in september vorig jaar al als eerste en had het vooral gemunt op de producenten van duurzame energie. Maar in november moest het plan bijgestuurd worden. De uitbaters van windmolens kregen een uitzondering, nadat enkele grote spelers hadden besloten om niet langer deel te nemen aan een veiling voor nieuwe windmolens op land. Ook was er de vrees dat windmolens zouden worden stilgelegd,
Voorlopig geldt de extra heffing in Groot-Brittannië alleen voor olie- en gasbedrijven die fossiele brandstoffen oppompen uit de Noordzee
omdat de uitbaters de stroom op lange termijn hadden verkocht tegen prijzen die veel lager waren dan de spotprijs. Het aangepaste plan werd in maart verlengd.
Belgische plannen
Ook in Italië voerde de regeringDraghi een belasting op de overwinsten van energieproducenten in. De heffing, onlangs verhoogd van 10 naar 25 procent, moet liefst 11 miljard euro in het laatje brengen. De Italiaanse overheid heeft minderheidsbelangen in de energiebedrijven Enel (elektriciteit) en Eni (olie en gas).
In ons land werden al verscheidene plannen gesmeed voor het belasten van overwinsten. De federale minister van Energie, Tinne Van der Straeten (Groen), bestudeert die mogelijkheid. Maar zij botst op een akkoord dat haar voorgangster heeft afgesloten met Engie, en dat moeilijk te wijzigen is. Bovendien heeft ze de medewerking van Engie nodig voor het langer openhouden van twee kerncentrales.
In Vlaanderen is al gekeken naar mogelijkheden om de toelages voor de zwaarst gesubsidieerde zonneparken en windmolens aan te pakken. Maar ook dat is niet eenvoudig. Katoen Natie, de uitbater van een groot zonnepark, dreigde al met rechtszaken.