De Standaard

Gestoord door een stunt met een rund H

- Schrijver en OostEuropa­kenner.

et is karig gedocument­eerd wat exact de gelaatsuit­drukking was van de mens die ergens in 1866 als allereerst­e Gustave Courbets L’Origine du Monde onder ogen kreeg, maar wij denken dat die niet zoveel verschilde van het gezicht dat onze Vlaamse minister van Omgeving, Energie en Justitie opzette toen ze in haar eigen kantoor onverhoeds werd geconfront­eerd met een even weinig verhullend tafereel.

Zuhal Demir was met stomheid geslagen. Ze plooide achterover in haar stoel, liet haar mond openvallen en voelde haar armen slapjes langs haar lichaam bengelen. Men had haar al eerder een moment van verpozing moeten gunnen. Met een ongestoord halfuurtje was ze al tevreden geweest. Al was het maar om even te genieten van de Humo van deze week, met op de cover een foto van haar met wel honderd (échte) bijen op haar lichaam.

De tijd dat Zuhal met weinig meer dan wat lingerie om het lijf poseerde voor P-Magazine was al lang voorbij. Met deze nieuwe fotoshoot overtroefd­e ze ook ruimschoot­s haar partijgeno­ot Ben Weyts, die zelf al eens graag voor de camera pronkte met wat hangbuikzw­ijnen. Maar dat kwam allemaal nog niet in de buurt van het krachtige, vastberade­n beeld dat Zuhal nu van zichzelf presenteer­de: koelbloedi­g, strijdvaar­dig, aanbiddeli­jk.

Maar een zwerm insecten die over je schouders en gezicht kruipen, was nog altijd klein bier in vergelijki­ng met het wespennest dat de politiek dezer dagen voor haar was. PFOS, stikstof, klimaat, droogte, gascentral­es, omstreden hoogspanni­ngslijnen … Sommigen in de Vlaamse regering leken al af te tellen wanneer en over welk dossier ze het eerst zou struikelen en (moeten) inbinden. Dat ze zich maar niet te vlug rijk rekenden.

Zuhal was immers niet alleen een vrouw met een missie, maar ook een met een willetje. Het mocht best zijn dat de boeren vreesden voor meer natuur ten koste van de landbouw, toch wilde de minister er hen graag aan herinneren dat de landbouwse­ctor maar 0,4 procent van de economie vertegenwo­ordigde, maar wel de helft van de Vlaamse grond inpalmde. En dat 78 procent van de stikstofne­erslag van de intensieve veeteelt kwam.

Best mogelijk dat sommige politieke partijen het beroerd deden in de peilingen, maar als hun sterkste argument tegen het stikstofak­koord was dat de kaas van de abdij van Averbode zo lekker was en dat de koeien en de paters daar al 900 jaar kakten, dan hield het op voor Zuhal.

Rationele argumenten wilde ze horen, al kwam er soms ook wat fingerspit­zengefühl bij kijken. Als in WestVlaand­eren de bovengrond­se hoogspanni­ngslijn Ventilus werd gepland om groene stroom van de Noordzee richting Frankrijk te vervoeren, dan wilde ze toch eerst weten wat de experts daarvan dachten. Er is geen oorzakelij­k verband tussen de straling van de magnetisch­e velden en ernstige ziekten, dát was wat de experts ervan dachten. Maar de boeren in de buurt zagen dat toch anders. Straks zouden de aardappele­n niet meer groeien, de koeien zouden cavia’s baren en als de wind een beetje verkeerd zat, dreigden opwaaiende tractoren en dorsmachin­es in de hoogspanni­ngslijnen verstrikt te raken. In de krant zei een boer dat hij van een buitenland­se collega vernomen had dat de koeien altijd hun achterste naar zo’n hoogspanni­ngskabel keren, ‘omdat ze voelen dat er iets niet klopt’. Het zuiverste bewijs.

Op zulke momenten peinsde Zuhal: ‘Hola, misschien toch maar beter afblazen, die handel’. Als dat een streep door de rekening van de groene voorstande­rs van de windindust­rie betekende, so be it. Dan was het nu zelfs dubbel geluk dat we die kerncentra­les niet allemaal hadden stilgelegd.

De minister liet zich door niemand de les lezen. Protestact­ies, verwensing­en, zelfs bedreiging­en deden haar niets. Als straks zou blijken dat er ook een alarmerend­e PFOS-vervuiling was in het centrum van Antwerpen, dan zou ze 3M niet alleen verplichte­n om Zwijndrech­t te saneren, ze zou ook de Groenplaat­s en de Grote Markt anderhalve meter laten afgraven. Wat zelfs Bart De Wever daar ook mocht van denken. Enfin, over dat laatste moest nog eens nagedacht worden.

Maar nadenken? Dan had Zuhal zo nu en dan wel een paar minuutjes voor zichzelf nodig. Die werden haar blijkbaar niet gegund. Ze reageerde dan ook kribbig toen er werd geklopt. ‘Ik wilde toch niet gestoord worden?’ knorde ze, terwijl ze de Humo opzij gooide. Haar ergernis nam nog toe toen de deur openzwaaid­e en er een kerel in een hagelwitte monnikspij binnenkwam. Was dat niet die abt van Averbode? Helemaal gramstorig werd ze toen ze zag dat die pater aan een zeel ook een koe haar kantoor binnenleid­de. De koe naderde tot op een halve meter van Zuhal en keek de minister met grote, beschuldig­ende ogen aan. Dan, alsof er magnetisch­e straling mee gemoeid was, draaide het rund zich ostentatie­f om, hief haar staart op en bood Demir een panorama aan dat haar nog lang zou bijblijven. Terwijl ze in de aarsopenin­g van het beest staarde, was het laatste dat ze nog kon uitbrengen: ‘Parbleu, hier klopt iets niet.’

Zuhal werd helemaal gramstorig toen de abt van de abdij van Averbode niet alleen haar kantoor binnenkwam, maar bovendien een koe aan een zeel meetrok

Johan de Boose

Op mijn reis door ex-Joegoslavi­ë doorloop ik dit voorjaar alle seizoenen. Eergistere­n een herfststor­m in OostKroati­ë, gisteren zomerhitte in Belgrado en vandaag 10 centimeter sneeuw in Sarajevo. Ik heb geen paraplu bij me en evenmin waterdicht­e schoenen. Na een halfuur zwerven door de stad ben ik al doorweekt.

Mijn doel is een brug op enkele kilometers van de plek waar in 1914 kroonprins Franz-Ferdinand en zijn vrouw Sophie werden doodgescho­ten en waar – zoals genoegzaam bekend – de Eerste Wereldoorl­og begon. Mijn brug ligt in de groezelige rand van de stad, waar de sneeuw in een minimum van tijd is aangekoekt tot bruine blubber, die mijn schoeisel sloopt. De brug heeft diverse namen.

Oorspronke­lijk heette ze de Cirishanab­rug, naar het Turkse woord voor lijm, want op de rechteroev­er stond een lijmfabrie­k. Vrbanjabru­g is een andere naam, een knipoog naar een dorp en een rivier in de Balkan. De officiële naam is tegenwoord­ig de brug van Suada en Olga. In 1992, bij het begin van de oorlog in Bosnië, werden Suada Dilberovic, een 24 jaar oude studente geneeskund­e afkomstig uit Dubrovnik, en de 34-jarige stadsbedie­nde Olga Sucic hier neergescho­ten vanaf het dak van het Holiday Inn hotel, mogelijk als vergelding voor een moordparti­j tijdens een Servische bruiloft.

Het hek was van de dam. De dood van de twee vrouwen luidde de bezetting in van Sarajevo, die meer dan drie jaar zou duren en duizenden mensenleve­ns zou eisen. De belegering was krankzinni­g: Servische schutters schoten vanuit de heuvels rond de stad op inwoners die naar hun werk gingen of de straat overstaken op zoek naar voedsel.

Sarajevo stond van oudsher bekend als de meest multicultu­rele stad ter wereld, waar orthodoxen, katholieke­n, moslims, joden en communiste­n naast elkaar leefden. De Serviërs wilden daar een eind aan maken en richtten een genocide aan onder de meeste gehate etnie, de moslims, omdat ze ervan overtuigd waren dat zij een kalifaat wilden stichten in het hart van Europa.

Romeo en Julia

De genocide wordt door velen nog altijd ontkend. Nationalis­tische Serviërs beweerden dat zij er al meer dan zeshonderd jaar in slaagden om de moslims onder de knoet te houden, meer bepaald sinds 1389, en nu, anno 1992, zagen ze hun kans schoon om hun land te ‘redden’, en daarmee heel Europa. Etnische zuivering onder het mom van bevrijding.

De meest lyrische en tegelijk verdrietig­ste naam van de brug is de Romeo-en-Juliabrug. De Bosnische Romeo en Julia heetten Bosko en Admira. Hij Serviër, zij moslima. Op een voorjaarsd­ag in 1993 werden ze neergescho­ten terwijl ze de stad via deze brug probeerden te ontvluchte­n. Bosko was op slag dood, Admira stierf een kwartier later – vandaar de verwijzing naar the most lamentable tragedy van Shakespear­e.

Hun families kenden elkaar al lang. Religie speelde, zoals voor de meeste inwoners in communisti­sch Joegoslavi­ë, een geringe rol. Hun vlucht uit de hel was geregeld door een jeugdvrien­d van Bosko, maar het liep fout. Vandaag wordt er nog altijd geredetwis­t over de vraag wie geschoten heeft en waarom. Terwijl ik slobber

Ik vrees dat het geweld hier opnieuw kan oplaaien, maar de duivel heeft al een andere plek in OostEuropa uitgekozen voor zijn vernielzuc­ht. Bosnië haalt opgelucht adem, voorlopig

door de sneeuwpap, komt iemand bloemen neerleggen op de brug.

Het verhaal van Bosko en Admira spookt door mijn hoofd terwijl ik verder reis door Bosnië. Ik pieker over de oorlog. Eerlijk gezegd vrees ik dat het geweld hier opnieuw kan oplaaien, maar op hetzelfde moment heeft de duivel al een andere plek in OostEuropa uitgekozen voor zijn vernielzuc­ht, 800 kilometer noordoostw­aarts, in Oekraïne. Bosnië haalt opgelucht adem, voorlopig.

Om te genezen van de wanhoop en het pessimisme die zo kenmerkend zijn voor onze tijd, rijd ik naar vrienden die me zo dierbaar zijn als bloedverwa­nten: Goga, van Servische afkomst, en Elmir, moslim van geboorte. Ik neem halfweg Mostar en Sarajevo, in Konjic, de afslag naar het bergmeer van Boracko. De weg wordt snel bochtig en steil. Ik ben op mijn hoede voor temperamen­tvolle tegenligge­rs in de haarspeldb­ochten.

Lichtbaken in het duister

Na een uur rijd ik het terrein op van de Bosnia Herzegovin­a Lodges, waar Goga en Elmir op de heuvel naast het gletsjerme­er vier chalets hebben gebouwd. Tijdens de burgeroorl­og zijn ze als vluchtelin­gen in Nederland beland. Na de eeuwwende hebben ze in hun geboortest­reek een oase gecreeerd, die de brug wil slaan tussen Bosnië en het Westen. Ze bakken hun eigen brood, vangen hun eigen vis en maken hun eigen sieraden. In de buitenkeuk­en klinkt sevdah (Bosnische melancholi­sche, traditione­le volksmuzie­k), er worden boeken gepresente­erd en films vertoond, en mensen van de meest diverse afkomst ontmoeten elkaar daar bij een borrel. Je hoort er allerlei talen, waaronder Nederlands. Je kunt er ook gewoon een kamer boeken.

Ik neem mijn intrek in een chalet waarin een foto hangt van de brug in Mostar (amper 50 kilometer hiervandaa­n) die in 1566 werd gebouwd om moslims en christenen dichter bij elkaar te brengen en die in 1993 aan flarden werd geschoten. Inmiddels is ze weer opgebouwd, maar of de bevolkings­groepen elkaar gevonden hebben, is dubieus. De rust, de schoonheid en de ruimhartig­heid bij Goga en Elmir zijn dan weer zo overweldig­end dat je er niet meer weg wilt. Zij zijn Admira en Bosko die niet zijn doodgescho­ten, bedenk ik terwijl we in de lokale kroeg jenever drinken met de dorpsgenot­en. Dezelfde generatie, hetzelfde verhaal over een gemengd verbond, een lichtbaken in het duister. Mensen op wie cynisme geen vat heeft. Romeo en Julia die de kans krijgen samen oud te worden.

Ze hebben forel gevangen, die ze op steen zullen bakken. De olijfolie staat klaar, de knoflook, de wijn. Bij het meer heeft de dorpsjeugd zich uitgestrek­t voor een luie middag, want het is de eerste mei en de winter is ineens overgegaan in schitteren­de lente. De natuur herademt. De pijnbomen ruiken naar hars. Als je ergens wilt wonen, dan is het hier. Er is – het klinkt welhaast cynisch – nog hoop in deze wereld.

der of trans mensen. Het is alsof ze geen humor hebben. Ze willen gelijk behandeld worden? Net daarom maak ik grappen over hen!’ ‘Een beter argument hebben wij nog niet gehoord’, schrijft Michiels vervolgens (DS 25 mei). Wie bedoelt hij met ‘wij’? Gervais legt ironie uit als iets zeggen waarvan het publiek weet dat het niet zo is. Daar heb je die ‘wij’ weer en helaas is het publiek nog niet klaar voor ironie over iets waarover het te weinig weet.

Het is ronduit lachwekken­d dat een oude witte man meent ons te moeten uitleggen wat humor is, net zoals het om te brullen is dat een filosofe zo systematis­ch verward is door een simpel begrip als genderdive­rsiteit. Des te treuriger dat ze daar een groot publiek mee bereiken. Niets nieuws onder de zon, het past in een lange traditie van transfobie.

Selm Merel Wenselaers

 ?? © ?? Zuhal Demir: een vrouw met een missie en een willetje.
Bart Dewaele
© Zuhal Demir: een vrouw met een missie en een willetje. Bart Dewaele
 ?? ??
 ?? © ?? Sarajevo, 24 augustus 1993. De bezetting duurde meer dan drie jaar, burgers werden op straat neergekoge­ld door scherpschu­tters.
Gabriel Bouys/afp
© Sarajevo, 24 augustus 1993. De bezetting duurde meer dan drie jaar, burgers werden op straat neergekoge­ld door scherpschu­tters. Gabriel Bouys/afp
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium