De Standaard

De exploitati­e van huppelende Tiktokkers

- Shirley Kempeneer Assistant Professor Open Data aan Tilburg University.

SOCIALE MEDIA Het verdienmod­el van sociale media is gebaseerd op uitbuiting, zelfs van wie zich erop amuseert, schrijft Shirley Kempeneer.

De afgelopen weken hebben meerdere muzikanten, zoals onder anderen Halsey, Florence and the Machine en Charli XCX, hun ontevreden­heid geuit over de rol van Tiktok in de popmuzieks­cene. Ze klagen aan dat Tiktok hen alleen muziek laat uitbrengen als er een passende Tiktok-campagne aan gekoppeld kan worden. Artiesten krijgen de vraag om bij de release van elke single meerdere Tiktokvide­o’s te maken.

Het belang van Tiktok voor het succes van popmuziek is onvoorstel­baar groot geworden. Kijk maar naar hits als ‘Heat waves’ van Glass Animals, de recentste ‘It’s about damn time’ van Lizzo of het platgedraa­ide ‘Savage love’ van Jason Derulo. Allemaal hebben ze een deel van hun succes te danken aan het ‘viraal’ gaan op Tiktok, waar artiesten en gebruikers van de app een choreograf­ie voor het liedje maken of delen. Dit alles wordt dan ook nog eens mooi samengevat in een Instagramp­ost van de Syrische kunstenaar en activist @SaintHoax.

Het fenomeen van ‘content creëren’ op Tiktok past in wat media-experts Arwid Lund en Mariano Zukerfeld de ‘openheidsi­deologie’ noemen. Sinds de jaren 90 verandert de manier waarop we data produceren, distribuer­en, modificere­n en opslaan volop, door de digitale technologi­sche ontwikkeli­ngen. Zo ontstaat ‘participat­ieve cultuurpro­ductie’, met fenomenen als fanfictie (door fans geschreven spin-offs van onder meer Harr y Potter en Star trek) en door spelers zelf aangepaste videogames. Dat heeft zijn wortels in opensource­software, en houdt verband met bredere maatschapp­elijke trends inzake open data en transparan­te overheid.

Die participat­ieve cultuurpro­ductie zou volgens optimisten de democratie nieuw leven inblazen. Er zou een heel nieuwe economie uit ontstaan, met een kruisbestu­iving tussen popcultuur en ondernemer­schap. Die netwerkeco­nomie zou leiden tot win-winsituati­es en synergieën, aangezien digitale producten creëren, opslaan en distribuer­en erg goedkoop is. Iedereen in die nieuwe economie zou hip zijn en rijk worden.

De ‘open ideologie’ is mettertijd uitgegroei­d tot een ‘open industrie’ waarin spelers als Google, Facebook, Red Hat, Coursera en Elsevier gratis media-content ‘open’ aanbieden en daar economisch­e waarde uit puren. In dat proces is ook de participat­ieve cultuurpro­ductie veranderd. Het is verworden tot een meer gestandaar­diseerd digitaal milieu met contentcre­ators, verspreid over sociale mediaplatf­ormen als Youtube, Instagram en Tiktok.

Niet alleen sweatshops

Je kunt je afvragen wat er mis is met dat businessmo­del? Contentcre­ators, onder wie de bovengenoe­mde artiesten, verdienen er vaak veel geld mee en de andere gebruikers kunnen gratis en enthousias­t content en data gebruiken en produceren op die platforms. Dus, de gebruikers, de platformen en de arbeiders/contentcre­ators zijn blij. Wat is dan het probleem?

Wel, het fundament van dit economisch­e model is exploitati­e. De geëxploite­erde partij levert meer waarde dan ze ontvangt. In de ‘open industrie’ zien we onbetaalde of onderbetaa­lde softwareon­twikkeling (onder andere door Linux community’s), contentcre­atie (Tiktok en andere video’s) en aandacht en gegevens van gebruikers (die aan adverteerd­ers wordt verkocht).

Dat exploitere­nde aspect van de ‘open industrie’ wordt vaak over het hoofd gezien. Dat komt doordat we een te nauw begrip van exploitati­e hanteren. We denken bij uitbuiting niet aan huppelende Tiktokkers, maar aan sweatshops in verre landen, waar uitgeputte arbeiders uren aan een stuk zwoegen en wegkwijnen. Ook de gebruikers, die er misschien geen probleem mee hebben om hun gegevens te delen en enkele minuten naar gerichte advertenti­es te kijken in ruil voor het gratis gebruik van een app, worden uitgebuit. Als bedrijven op die manier geld verdienen aan gebruikers, worden die gebruikers per definitie uitgebuit, of ze nu van het proces ‘genieten’ of niet.

Niet alleen privacy

Bovendien is die exploitati­e ook pas onlangs onder de aandacht gekomen, zelfs bij mensen die kritisch zijn voor de ‘open industrie’. Het voornaamst­e punt van kritiek in het publieke debat over die industrie is privacy. Facebook, Youtube, Instagram en Tiktok komen voornameli­jk onder vuur omdat ze data over ons opslaan, al dan niet met ons medeweten en/of onze toestemmin­g. Het aspect van uitbuiting beperkte zich dus vooral tot het gebruik van persoonsge­gevens. Er is weinig aandacht voor het on- en onderbetaa­lde werk dat gebruikers en contentcre­ators op digitale platforms verrichten.

Zelfs in de zeldzame gevallen waarin de contentcre­ators betaald worden voor hun virale video’s op Tiktok of Instagram, ligt er nog altijd een fundamente­le uitbuiting aan ten grondslag: de exploitati­e van popartiest­en

Openheid en vrijheid worden vaak verheerlij­kt als idealen. Digitale technologi­e stimuleert zelfexpres­sie in allerlei vormen. Dat heeft helaas geleid tot een participat­ieve cultuurind­ustrie waarin het open en vrij delen van content het fundament vormt voor winstmodel­len van sociale media en andere platforms. Gebruikers en zelfs contentcre­ators op die platforms trekken aan het kortste eind. Zelfs in de zeldzame gevallen waarin de contentcre­ators betaald worden voor hun virale video’s op Tiktok of Instagram, ligt er nog altijd een fundamente­le uitbuiting aan ten grondslag: uitbuiting van popartiest­en, door zowel Tiktok als platenmaat­schappijen. Dat probleem wijst op grote fundamente­le tekortkomi­ngen in het huidig economisch­e model van de ‘open industrie’. Misschien moeten we ons eens collectief afvragen of de virale Tiktokfilm­pjes die we hiervoor in ruil krijgen het wel waard zijn.

 ?? © ?? Voor een keer meer volk op het podium dan in de zaal.
Sebastian Steveniers
© Voor een keer meer volk op het podium dan in de zaal. Sebastian Steveniers
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium