De Standaard

Oude franskiljo­nse wijn in nieuwe zakken

Met de afschaffin­g van de taalparite­it in Brussel, referenda in de Vlaamse Rand en een cordon tegen de N-VA grijpt Défi-voorzitter François De Smet volgens Luckas Vander Taelen naar de klassieke recepten van het FDF.

- Luckas Vander Taelen © ©

François De Smet is van opleiding filosoof en een man met originele ideeën. Hij staat aan het hoofd van Défi, voorheen FDF geheten. Het moet niet eenvoudig zijn om de vorige Défi-president op te volgen, Olivier Maingain, die liefst 24 jaar de nummer één van zijn partij bleef.

Maingain is nog zeer actief, niet alleen als burgemeest­er van SintLambre­chts-Woluwe, maar ook als ‘verbinding­sofficier’ tussen het Brussels Gewest en Wallonië. Die functie werd hem toegekend door de Brusselse regering, waarschijn­lijk omdat dit cadeautje tijdens de formatieon­derhandeli­ngen was ingeschrev­en in een of ander atomaschri­ftje.

De Nederlands­talige ministers van de Brusselse regering lieten dit zonder veel weerwerk gebeuren. Ze hadden nochtans een equivalent kunnen eisen voor een diepgaande samenwerki­ng met Vlaanderen. Of minstens bedenkinge­n kunnen opperen over het symbolisch­e karakter van de missie van Maingain. Want die komt erop neer de banden tussen het Brussel en Wallonië te versterken. Er is niet veel verbeeldin­g voor nodig om te zien hoe dit streven zich wonderwel inschrijft in het Franstalig­e fantasme, het Belgische rompstaatv­ehikel dat Fédération Wallonie-Bruxelles heet.

Tien jaar geleden wou het toenmalige FDF zelfs een ‘humanitair­e corridor’ aanleggen tussen beide gewesten, doorheen het Zoniënwoud, tegen een dreigende onafhankel­ijkheid van Vlaanderen. Maingain zei toen nog heel duidelijk hoe hij de toekomst van dit land ziet: in een eerste fase Brussel uitbreiden tot 31 gemeenten en dat geheel dan samensmelt­en met Wallonië. Dat is nog altijd de onderligge­nde gedachte die bij Défi leeft. De vraag is of De Smet dit ook met zoveel woorden durft uit te spreken.

Met een hardliner als schoonmoed­er is het voor François De Smet niet eenvoudig om uit de schaduw te treden. Bovendien moet hij voor zijn partij een ander dan een louter communauta­ir imago uitvinden. Maar de franskiljo­nse vleugel negeren kan hij niet. Dat is voor Défi nog altijd de historisch­e basis waarvan het zich niet durft te ontdoen, een beetje zoals CD&V de Boerenbond niet aan de deur wil zetten.

Grand Bruxelles

De Smet haalde vorige week de kranten met nieuwe communauta­ire voorstelle­n (DS 21 mei). Maar echt nieuw kunnen die niet genoemd worden. Het is alsof de Défi-voorzitter in een vergeeld plakboek van zijn partij is gaan kijken, op zoek naar ideeën. Hij stelt niet meer of minder voor om in alle Vlaamse gemeenten rond de hoofdstad referenda te organisere­n om te weten of de bevolking niet liever bij Brussel zou behoren. Want de Franstalig­e inwoners voelen zich ‘verlaten’, volgens De Smet, sinds de splitsing van het kiesarrond­issement Brussel-Halle-Vilvoorde.

Lang geleden droomden radicale franskiljo­ns van een Grand Bruxelles, tot in Leuven. De eis van volksrefer­enda doet dan weer denken aan de vermaledij­de talentelli­ngen die tot 1954 het alibi waren om de Vlaamse gemeenten Evere, Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren bij Brussel in te lijven.

Om te tonen, voor wie het nog niet begrepen zou hebben, waar het hem echt om te doen is, eist De Smet ook de afschaffin­g van de taalkundig­e pariteit in de Brusselse regering en het einde van de gewaarborg­de vertegenwo­ordiging van Vlamingen in het hoofdstede­lijke parlement. Hij wil ook niet meer weten van de verplichte tweetaligh­eid van ambtenaren, maar ziet liever tweetalige diensten. De geest van Roger Nols, de beruchte burgemeest­er van Schaarbeek en ooit notoir voorvechte­r van het franskiljo­nisme, waart nog door Défi.

Ook de Vlaamse schepen mag op de schop. De Smet lijkt niet te weten dat de Brusselse gemeenten voor het aanvaarden van een Nederlands­talige schepen elk jaar een smak federaal geld krijgen. Was Défi niet zo onbelangri­jk, dan zouden de Vlaamse partijen als tegenvoors­tel meteen de afschaffin­g van de faciliteit­en op tafel kunnen leggen.

Had De Smet meteen ook de pariteit in de federale regering willen afschaffen, dan zou zijn voorstel een grotere geloofwaar­digheid gehad hebben. Is het omdat hij relatief kort actief is in de politiek, dat hij niet beseft dat wie één deel van de Belgische puzzel in vraag stelt, de hele structuur in gevaar brengt? Maar het is De Smet alleen te doen om een inkrimpend­e en ouder wordende achterban te behagen, die heel ver staat van wat er werkelijk leeft bij de Brusselse bevolking. En gelooft hij echt dat de Franstalig­en in de Vlaamse Rand zich verdrukt voelen en zich graag zouden aansluiten bij het financieel armlastige Brussels Gewest?

Eerder al mengde De Smet zich luidruchti­g in een debat dat de Franstalig­e politieke gemeenscha­p van dit land hevig beroert: het cordon sanitaire én médiatique tegen extreemrec­hts? Want daarin denkt hij op twee tafels tegelijk te kunnen pokeren. Pleiten voor een cordon is in Franstalig België meteen goed voor progressie­ve strepen. Maar De Smet voegt er meteen een nieuw element aan toe, waarmee hij zich communauta­ir wil onderschei­den. Hij wil ook de N-VA als gesprekspa­rtner van de democratis­che francofone­n uitsluiten. Niet omdat de partij er racistisch­e denkbeelde­n op na zou houden. Maar omdat ze openlijk pleit voor een con-* federalist­ische indeling van het land. De Franstalig­en, zegt De Smet, zouden gewoon moeten weigeren om daarover te praten.

Vreemd, omdat ook PS-voorzitter Paul Magnette het land wil herverdele­n over vier gewesten. Dat ligt niet zo gek ver weg van wat de partij van Bart De Wever voorstelt. Zou De Smet dan ook de PS met een cordon bedreigen?

Gelooft De Smet echt dat de Franstalig­en in de Vlaamse Rand zich verdrukt voelen?

Vlamingenh­aat

De invloed van Maingain is overduidel­ijk. Die weigerde in het Brussels Parlement een voorstel tot verbod van onverdoofd slachten te steunen – hoewel dat ook zijn eigen overtuigin­g is – omdat de N-VA dat mee onderteken­d had.

Het idee om de banbliksem van een cordon ook tegen de N-VA te gebruiken heeft alles met het verleden te maken. Voor veel Défi-militanten is elke vorm van flamingant­isme des duivels. Er is niet veel nodig om in die kringen allusies te horen op het collaborat­ieverleden van Vlaams-nationalis­ten. Veel is niet veranderd sinds de beruchte FDF-affiche uit de jaren 70, waarop in gotische letters de retorische vraag ‘Brüssel Vlaams?’ met een ‘Jamais!’ werd geantwoord. Een dergelijke retoriek zou nu door Unia streng worden afgekeurd. Maar noch het FDF, noch Défi heeft zich ooit verontschu­ldigd voor zoveel haat. Ze halen gemakkelij­ker de zwarte jaren van sommige Vlaams-nationalis­ten aan, dan dat ze zelf in de donkere spiegel van hun hatelijk verleden kijken. De Smet was ooit actief bij het antiracist­ische MRAX.

Neen, zegt de voorzitter van Défi, ons voorstel getuigt allerminst van Vlamingenh­aat. We werken goed samen met de Vlaamse partijen in de Brusselse regering. Helaas vroeg niet één Franstalig­e journalist aan De Smet hoe de volgende regeringso­nderhandel­ingen er dan wel zouden uitzien, als zijn voorstel tot een uitgebreid cordon zou worden opgevolgd. Want ook van de linkse PVDA wil hij niet weten. Als we de laatste peilingen erbij nemen, en de verwachte score van die partij samentelle­n met Vlaams Belang en de N-VA, dan komen we uit op net iets minder dan 55 procent.

Misschien is dat de nieuwe politieke cultuur, die François De Smet voor staat: iedereen uitsluiten waar hij het niet mee eens is. Dat klinkt behoorlijk aanmatigen­d vanwege een partij die in het federaal parlement amper twee zetels van de 150 bezet.

 ?? Belga ?? Kan (of wil?) Défi-voorzitter De Smet uit de schaduw van zijn voorganger Maingain treden?
Belga Kan (of wil?) Défi-voorzitter De Smet uit de schaduw van zijn voorganger Maingain treden?
 ?? Rr ?? FDF-affiche uit de jaren 70.
Rr FDF-affiche uit de jaren 70.
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium