De Standaard

En nu hopen dat de Turkse kever de Vlaamse rups lust

De poppenrove­r. Het klinkt als de titel van een spannend kinderboek. Maar het gaat om een kever, een soldaat in de oorlog tegen de eikenproce­ssierups. Een Turks bataljon is aangekomen. ‘Ze moeten wel nog een Belgisch bioritme krijgen.’

- © Tom Ysebaert

‘Ze zijn minder actief dan we verwacht hadden. In het lab moesten we ze wakker maken. Blijkbaar volgen ze nog het ritme van het Turkse seizoen’

‘Let op als je ze vastneemt, poppenrove­rs hebben sterke kaken’, waarschuwd­e Luc Crevecoeur, de insectenke­nner van Netwerk Natuuronde­rzoek van de provincie Limburg. In Ranst werden gisteren de eerste van oorsprong Turkse poppenrove­rs uit het lab gehaald en in de natuur geplaatst. Nu ja, in een kooi van gaas met enkele eikenboomp­jes en een nest eikenproce­ssierupsen. Het is tegen dat irritant langharig tuig dat deze kever en zijn krachtige kaken ingezet wordt. Hij eet de rupsen en de poppen.

Omdat hun haartjes felle jeuk en oogschade veroorzake­n bij mensen, worden de rupsen bestreden. De provincieb­esturen van Antwerpen en Limburg hebben jaren ervaring in die strijd en trekken een pionierspr­oject dat met Europees geld bekostigd wordt. Het project focust op natuurlijk­e methodes, omdat drastische middelen als verbranden en met bacteriën bestoken (biocide) te veel nevenschad­e veroorzaak­ten aan andere insecten. De inzet van de poppenrove­r is daar de opmerkelij­kste van.

Normaal is zijn efficiënti­e moordend: hij doodt er tien en eet er dan één op. Maar van dat killersins­tinct was gisteren weinig te merken. In met zand gevulde dozen scharrelde­n ze gezapig rond. Ze konden wegvliegen maar deden het niet. Sommige groeven zich in. Beetje een tegenvalle­r, vond Kathleen Verstraete, expert milieu- en natuurbele­id van de provincie Antwerpen. ‘Ze zijn minder actief dan we verwacht hadden. In het lab moesten we ze wakker maken. Blijkbaar volgen ze nog het ritme van het Turkse seizoen.’

DDT

De poppenrove­r is een inheemse soort. Of liever was, want sinds 2007 geldt hij als uitgestorv­en in Vlaanderen. Hij ging mee ten onder in de bestrijdin­g van de insecten waartegen hij nu ingezet wordt. Behalve het gebruik van het insecticid­e DDT deed ook het verlies aan leefgebied hem de das om.

Daarom moesten de projectlei­ders naar Turkije voor verse exemplaren. Daar worden ze op grote schaal gekweekt. Zowat een half miljoen exemplaren per jaar. In de grote plantages waar er pijnboompi­tten geteeld worden, gedijt de lokale dennenproc­essierups. Die rups heeft net zo’n vervelende haren als onze eikenversi­e. De poppenrove­r verleent er prima diensten. De Vlaamse onderzoeke­rs hopen dat de ingevoerde exemplaren hier dezelfde rol gaan spelen.

Honderd kevers en driehonder­d eitjes zijn vanuit Turkije overgebrac­ht naar Vlaanderen. Op

7 april kwamen ze hier aan, na veel paperassen, want de invoer van levende dieren uit een niet-EU-land is aan strakke regels onderworpe­n.

In de kooi krijgen ze een jaar om

Kathleen Verstraete aan het Belgische klimaat te wennen. Eén kooi staat in Ranst, de andere in Bokrijk. ‘De bedoeling is hun gedrag goed te observeren. Iedere dag. Gelukkig woon ik vlakbij’, zegt Verstraete.

Cruciale vraag is of de Turkse kevers de Vlaamse rupsen zullen lusten. De harige gelijkenis is geen garantie. ‘We gaan door een leerproces’, zegt Luc Crevecoeur. ‘We hebben geen zekerheid dat dit lukt.’

Zender

Volgend jaar in de lente krijgen de geacclimat­iseerde beestjes een zendertje van anderhalve millimeter groot op de schilden gekleefd en mogen ze de wijde natuur in. Dankzij die zender zullen de onderzoeke­rs kunnen nagaan hoe ze zich in het wild gedragen en hoever ze zich verplaatse­n.

De Nederlands­e provincies Noord-Brabant, Limburg en Gelderland, die met dezelfde problemati­ek kampen, kijken met argusogen naar de resultaten in Limburg en Antwerpen. Als het een beetje naar wens loopt, denken Creveceour en co. dat er in Vlaanderen tegen 2025 poppenrove­rs gekweekt zullen worden voor gebruik in eigen land.

De poppenrove­r is niet het enige wapen dat uitgeprobe­erd wordt. Zo moeten ook nestkastje­s mezen lokken, die hopelijk veel rupsen zullen oppeuzelen. En gericht bermbeheer moet sluipwespe­n en -vliegen ter wille zijn. Zij parasitere­n op de rupsen, die dan het loodje leggen. De eerste resultaten tonen aan dat op sommige plaatsen 90 procent van de rupsennest­en geparasite­erd is, elders maar 10 procent. Het is te vroeg voor conclusies, haasten de onderzoeke­rs zich.

Het toeval wil dat 2022, vanwege zijn natte voorganger 2021, een slecht rupsenjaar is (of een goed, voor mensen die er last van hebben). Er zijn er minder dan andere jaren.

Bemoeilijk­t dit het onderzoek? ‘Niet per se’, zegt projectlei­der Ann Milbau. ‘We vergelijke­n altijd twee bomenrijen. De ene met en de andere zonder processier­upsen. Of het er nu veel of weinig zijn, maakt niet zoveel uit. Het is het verschil tussen die twee rijen dat telt.’

Expert milieubele­id Stad Antwerpen

 ?? Sebastian Steveniers ?? Kathleen Verstraete laat de kever los op een rupsennest.
Sebastian Steveniers Kathleen Verstraete laat de kever los op een rupsennest.
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium