Nederland geeft racisme toe bij belastingdienst
TOESLAGENAFFAIRE Voor de eerste keer heeft de Nederlandse regering erkend dat er institutioneel racisme was bij de belastingdienst.
Het gebeurde weliswaar niet ‘te kwader trouw’ en hij wil het ook geen rassenhaat noemen, maar de staatssecretaris van Financiën, Marnix van Rij (CDA), heeft in een brief aan de Tweede Kamer erkend dat er vanaf 2010 sprake was van ‘institutioneel racisme’ bij de Nederlandse belastingdienst.
‘Ook wanneer het niet de bedoeling is geweest om een bevolkingsgroep te profileren, kunnen mensen anders zijn behandeld op basis van hun afkomst of andere kenmerken zoals nationaliteit, leeftijd en geslacht’, schrijft Van Rij. ‘Dat willen zowel wij als de Belastingdienst in de toekomst uitsluiten. Ook al is er geen sprake van een ideologie die mensen indeelt in rassen, dat maakt de aangetroffen voorbeelden niet minder pijnlijk.’
De Nederlandse belastingdienst ligt al jaren onder vuur. Van 2003 tot begin 2020 registreerde die dienst persoonsgegevens van ‘mogelijke fraudeurs’, maar hij had hiervoor geen wettelijke grondslag. Zo werden giften aan moskeeën of Turkse, Marokkaanse en Oost-Europese achternamen aangemerkt als risicofactoren voor fraude, of kwamen mensen op basis van een melding bij de kliklijn van de belastingdienst op een zwarte lijst terecht.
Tienduizenden Nederlanders – vooral van allochtone origine – werden het slachtoffer van een heksenjacht. Ze werden vaak onterecht beschuldigd van fraude met subsidies voor hun kinderopvang. Velen kwamen in de schulden terecht en verloren hun huis. Kinderen werden uit huis geplaatst. Uiteindelijk moest de vorige regeringRutte ervoor aftreden.
Onderscheid nodig Welke institutionele veranderingen de belastingdienst zal doorvoeren om een nieuw schandaal te voorkomen, is nog niet bekend. Van Rij blijft erbij dat de fiscus omwille van efficiëntie onderscheid moet maken tussen burgers. Daarom wil de regering bekijken hoe risicoselectie in de toekomst rechtmatig en transparant kan gebeuren.
Bij de Nederlandse belastingdienst wordt inmiddels al twee jaar aan trajecten gewerkt om de cultuur te verbeteren en dit soort ongelijke behandeling te bestrijden. Ook moet er meer bewustzijn komen over vooroordelen. Want de erkenning van institutioneel racisme zonder aan die erkenning gevolg te geven, is volgens de staatssecretaris zinloos.
communicatieteams de VN gewoonweg ‘te slim af’. ‘China probeert dit bezoek in zijn eigen voordeel te framen en doet dat weinig subtiel’, zei Peter Ir win van de organisatie Uyghur Human Rights Project.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch en onderzoeker Adrian Zenz waren verschroeiend in hun kritiek op Bachelet. ‘Ze zou ontslag moeten nemen’, vond Zenz. ‘Oeigoeren voelen zich verraden.’ Ook de belangengroep World Uyghur Congress zei dat Bachelet haar positie geen eer aandeed. ‘Iemand moet ter verantwoording geroepen worden voor het Oeigoerse leed’, vond voorzitter Dolkun Isa.
Hoogst haalbare
Die ontgoocheling heeft emotionele en politieke redenen. Voor de Oeigoerse diaspora is het verlies van de eigen identiteit, het trauma van een opsluiting en de aanhoudende onzekerheid over familie in China bijzonder pijnlijk. De VS hebben de misbruiken in Xinjiang uitgeroepen tot een ‘genocide’ en willen dat China daar zo snel mogelijk een politieke prijs voor betaalt. 22 westerse landen treden Washington daarin bij.
Maar binnen de Raad voor Mensenrechten van de VN bestaat er geen meerderheid voor. 37 andere leden van de Raad, waaronder veel Afrikaanse landen en grote moslimlanden als Pakistan, noemden de aanpak in Xinjiang ‘een succes’. De Hoge Commissaris voor de Mensenrechten kreeg dus geen mandaat voor een echte fact-finding mission. Dialoog achter de schermen leek voor Bachelet het hoogst haalbare.
Dit bezoek toont alweer de relatieve machteloosheid van de VN, maar ook van het Westen tegenover China. Hoe bot zijn propaganda ook is, toch willen veel landen China niet terechtwijzen over Xinjiang (DS 21 mei).