Stations moeten ‘levendige ontmoetingsplekken’ worden
De NMBS moet over tien jaar 30 procent meer reizigers vervoeren, met dank aan meer treinen, variabele tarieven en levendige stations. Dat staat in het nieuwe beheerscontract met de overheid, waarop al een decennium wordt gewacht.
In 2032 moeten de treinen van de NMBS elk jaar in totaal 92 miljoen kilometer afleggen – of zo’n 10 miljoen kilometer meer dan vandaag. Op weekdagen zal het aantal treinen toenemen van 3.800 naar ruim 4.200. Ze zullen ’s morgens vroeger vertrekken en ’s avonds later doorrijden. Twee treinen per uur in elke richting in zowat elk station wordt het minimumaanbod. Rond de grote steden gaat het om vier treinen per uur. Dat alles moet de NMBS in staat stellen om 30 procent meer reizigers aan te trekken.
Dat zijn geen vage ambities, maar harde doelstellingen, die zijn vastgelegd in het ontwerp van het nieuwe beheerscontract tussen de NMBS en de federale overheid, dat De Standaard kon inkijken. Het contract legt vast welke eisen de overheid aan het spoorbedrijf stelt in ruil voor subsidies. Opeenvolgende ministers van Mobiliteit beten er hun tanden op stuk, waardoor de NMBS, net zoals infrastructuurbeheerder Infrabel, al tien jaar werkt op basis van een gedateerd contract uit 2008.
Het vernieuwde contract moet een nieuw tijdperk voor het spoor inluiden. Dat zal noodzakelijk zijn in het licht van de klimaatuitdagingen: het Planbureau voorspelde onlangs dat bij ongewijzigd beleid de toename van telewerken vooral tot minder treinreizigers dreigt te leiden, eerder dan tot minder auto’s op de weg (DS 27 april).
Over het contract werd ruim een jaar onderhandeld tussen de top van het spoorbedrijf en het kabinet van federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo). Alle doelstellingen zijn met Infrabel afgestemd op de capaciteit van het spoornet en dus operationeel haalbaar. Het ontwerpcontract is twee weken geleden unaniem goedgekeurd door de raad van bestuur van de NMBS. Deze week komt het voor het eerst op de tafel van de regering. Als ook die het licht op groen zet, wordt het spoorbeleid van 2023 tot 2032 in steen gebeiteld.
Behalve met een forse toename van het aanbod, zal de NMBS ook nieuwe reizigers moeten verleiden door de ‘reizigerservaring’ te verbeteren. Die begint in de stations, die moeten uitgroeien tot ‘levendige en veilige plaatsen voor uitwisselingen en ontmoetingen’, staat in het contract. ‘Zo spelen ze een centrale rol in het lokale leven en vormen ze een essentiële schakel in de keten van duurzame mobiliteit.’ Samen met de lokale besturen zal de NMBS het project ‘Leven in het station’ op poten zetten. Dat moet ‘ongebruikte en beschikbare ruimtes’ tot cafés, zalen voor evenementen, winkels of fietsenmakers omdopen.
Het aantal stations met loketten – een thema waarover Gilkinet en NMBS-ceo Sophie Dutordoir vorig jaar nog openlijk botsten – ‘kan evolueren’, staat in het contract, afhankelijk van onder andere ‘het gedrag van de klanten’.
Treinbegeleider blijft
Ook op de treinen moet de reiziger beter af zijn. Tussen nu en 2032 moet de helft van al het rollend materieel vernieuwd worden. Net geen 100 procent van de treinen zal dan over airco beschikken. De NMBS bestudeert hoe de gsm-ontvangst aan boord verbeterd kan worden. Van het verdwijnen van de treinbegeleiders – een stap waartoe in meerdere landen al werd overgegaan – kan geen sprake zijn.
Om de combinatie tussen trein en fiets te stimuleren, moet in elke nieuwe trein ruimte zijn voor minstens acht fietsen. Ook de opbergruimte om vouwfietsen te stockeren, bijvoorbeeld onder de zetels, wordt groter. Aan de stations zal het aantal fietsparkeerplaatsen toenemen met 40 procent.
Tot slot krijgt de NMBS met het nieuwe contract de vrijheid om een aantal tarieven zelf te bepalen – iets waarvoor het bedrijf al tien jaar vragende partij is. Zo zal het lagere tarieven mogen invoeren tijdens daluren, om zo de drukte op de treinen beter over de dag te spreiden.
Om al die doelstellingen te realiseren, zegt de NMBS 400 miljoen euro extra nodig te hebben, gespreid over tien jaar, ten opzichte van wat op dit moment al is vastgelegd. Dat zou de totale omvang van het investeringsplan voor de komende tien jaar op 8,6 miljard euro brengen. De onderhandelingen daarover lopen. Gilkinet wil nog niet op de inhoud van het contract reageren. Zijn ambitie is om voor eind dit jaar een goedgekeurde tekst te kunnen presenteren.
Twee treinen per uur in elke richting in zowat elk station wordt het minimumaanbod op weekdagen