Vooral stedelingen laten auto staan in juni
Meer dan 5.000 Vlamingen laten deze maand de auto op stal. Vooral stedelingen nemen deel aan de actie ‘30 dagen minder wagen’ en experimenteren met duurzamer transport.
Na de maand ‘Maai Mei Niet’, waarin opgeroepen werd om de tuin met rust te laten, is het in juni de beurt aan ‘30 dagen minder wagen’, een initiatief van Netwerk Duurzame Mobiliteit, dat Vlamingen warm wil maken om de wagen te laten staan.
De oproep kreeg navolging: zo’n 5.000 Vlamingen schreven zich in. ‘Zowat 60 procent van de deelnemers woont in de grotere steden’, zegt Cathy Macharis, professor mobiliteit (VUB), die de actie zes maanden geleden opstartte. ‘De eerste bevraging leert ons dat ze een mix van duurzame alternatieven zien zitten. Op het platteland ervaart men waarschijnlijk meer drempels, zoals een lager aanbod openbaar vervoer.’
Macharis kreeg voor de campagne, die jaarlijks herhaald zal worden, ook de steun van vier mobiliteitspartners (De Lijn, NMBS, Blue Bike en Cambio). Ze profileert zich niet in de eerste plaats als een klimaatactie, veeleer als een oproep tot emancipatie. ‘We willen de mensen vooral aanmoedigen om een maand lang te experimenteren met andere opties om zich te verplaatsen.’
Zowat 60 procent van de deelnemers komt uit Antwerpen en Oost-Vlaanderen. De andere provincies volgen op enige afstand, vooral Limburg (6,5 procent) lijkt minder betrokken. ‘Dat verbaast niet echt’, zegt VUB-onderzoekster Eva Van Eenoo: ‘De omstandigheden om zonder auto te leven, zijn daar minder gunstig.’
Auto-afhankelijk
‘We hebben een samenleving die heel hard op de auto is georiënteerd’, zegt Van Eenoo. ‘Er komen nog steeds randstedelijke ontwikkelingen en shoppingcentra bij die gericht zijn op autogebruik, met bijvoorbeeld grote parkings. Al decennialang worden we autoafhankelijk gemaakt.’
Uit haar recente studie naar
Eva Van Eenoo mobiliteit in verstedelijkt Vlaanderen blijkt dat veel stedelingen zich ‘multimodaal’ verplaatsen: ‘Met de fiets doen ze vooral verplaatsingen binnen de stad, autogebruik komt daarbovenop. Maar “multimodaal” betekent niet per se “duurzamer”. Ze leggen daarom niet minder kilometers af.’
Veel deelnemers, in alle leeftijdsgroepen, passen in dat profiel. Een derde tot bijna de helft verplaatst zich minstens vijf keer per week te voet of met de fiets. Bus, tram en metro zijn wat minder populair, de trein is nog minder in trek en bijna de helft van de deelnemers neemt nooit een deelwagen. Toch zit autodelen volgens Autodelen.net in de lift.
‘Sommige mensen houden hun auto als een “back-up”. Hij is niet noodzakelijk, maar hij is er wel, en die gemoedsrust vinden ze belangrijk’
Onderzoekster VUB
Lezers vertellen hoe ze zich verplaatsen
Verbonden met de wagen
De vraag van de nieuwe campagne én van Van Eenoo is gelijklopend: voelen mensen zich, naarmate ze zich vaker verplaatsen met verschillende transportmiddelen, minder verbonden met hun wagen? Naargelang hun gebruik van auto en fiets, hun kilometerscore en hun dagelijkse noden, besluit Van Eenoo vandaag dat wie vaak fietst het snelst te overtuigen is om de auto weg te doen.
‘Zij zijn wellicht ook tevreden met een deelwagen. Toch vermoed ik dat ook zij nog meer kilometers zullen rijden dan wie wél afhankelijker is van de auto, maar enkel voor korte afstanden. Voor hen is een schaalvergroting van het openbaar vervoer belangrijk.’
Mensen overtuigen is complex. Gender speelt een rol (mannen rijden veel langere afstanden) en inkomen (wie meer verdient, woont vaak verder van het werk en maakt meer autoreisjes). En dan zijn er nog emoties: ‘Sommige mensen houden hun auto als “back-up”. Hij is niet noodzakelijk, maar hij is er, en die gemoedsrust vinden ze belangrijk. Dat zijn dus vaak de mensen die stedelijk wonen, geregeld fietsen, hun plan kunnen trekken op het openbaar vervoer, maar ook het inkomen hebben om zich een auto te kunnen permitteren.’ ‘Ik leef ongeveer drie jaar autoarm: dat wil zeggen dat ik af en toe een deelauto (Cambio) gebruik – laat ons zeggen 1.000 km per jaar – en voor een vakantie durf ik wel eens een auto van familie te lenen. Ik ervaar het openbaar vervoer als rustgevend en relatief goedkoop.
door slechte, foute en gevaarlijke signalisatie en door onhoffelijk rijgedrag van automobilisten. Politici denken veel te snel dat we goed bezig zijn.’
Wim Somers, KesselLo