Zelfs rijk Singapore moet kippenvlees hamsteren
Een van de rijkste regio’s in Azië vreest een tekort aan kippenvlees en slaat massaal aan het invriezen, omdat buurland Maleisië vanaf vandaag geen kip meer wil exporteren.
Damien Lee (35), een zelfstandige in Singapore, vertelde zaterdag aan de krant The Straits Times hoe hij mogelijk zijn laatste verse kip in een hele tijd kocht. ‘Ik wil mijn gezin van vier nog een laatste keer trakteren op een mooie, verse kip’, aldus de Singaporees. ‘Als de prijzen de komende periode stijgen, zal ik waarschijnlijk geen kip meer kopen.’
Vier maanden diepvrieskip Nu de export van voedsel wereldwijd begint vast te lopen, vallen overal zekerheden weg. Zelfs in de supermarkten van Singapore, de onafhankelijke stadstaat in Zuidoost-Azië die – gemeten naar koopkracht van de inwoners – bij de meest welvarende landen ter wereld hoort. Het is een bloeiende economie, waar de vrije markt heilig is.
Maar onlangs moest supermarktketen Fairprice, waar ook Lee inkopen doet, aankondigen dat het genoodzaakt is om voor vier maanden voorraden diepvrieskip aan te leggen. Grote voedselimporteurs beginnen hun Singaporese klanten ook aan te raden om ‘gelijk welk deel van de kip te nemen dat er te krijgen is’, meldt de Straits Times.
Werknemers bij de voedselverwerkende bedrijven in Maleisië hebben de laatste dagen overuren gedraaid, met drie keer meer shifts dan normaal, om toch zo veel mogelijk kippen te verwerken en in allerijl naar Singapore te krijgen.
Buurland Maleisië verbiedt de export van kippen vanaf 1 juni. Het dichtbebouwde Singapore heeft amper ruimte voor landbouw en haalt tot één derde van zijn kippenvlees uit Maleisië. Maar ook dat land ziet de voedselprijzen stijgen door duurdere energie, duurdere grondstoffen en verstoringen in de wereldwijde ketens. Een tijdelijk exportverbod lost al die zaken niet op, maar stelt een land wel in staat om een noodvoorraad op te bouwen. Meteen krijgen kiezers ook het signaal dat de regering aan hen denkt. De keuze tussen binnenlandse stabiliteit en meer export is voor veel landen snel gemaakt.
Geduld en eiwitvervangers De maatregel doet maar liefst 3,6 miljoen kippen per maand verdwijnen van de markt in Singapore. Hoelang het exportverbod zal duren, is nog niet duidelijk. Maar er tekent zich een trend af. Eerder hield Indonesië palmolie binnen de eigen grenzen. Ook India verkiest om geen graan meer te exporteren en in Sri Lanka hebben hoge voedselprijzen fel protest veroorzaakt.
In Singapore is er nog geen sprake van paniek. Hooguit zitten horecazaken en eetstalletjes verveeld met het verminderde aan
De maatregel van buurland Maleisië doet maar liefst 3,6 miljoen kippen per maand verdwijnen van de markt in Singapore
bod, en vragen supermarkten aan klanten om ‘geduldig’ te zijn. ‘Overweeg een eiwitvervanger te kopen’, luidt ook het advies. ‘Er zal een tijdje een tekort aan verse kip zijn’, aldus Ma Chin Chew van de Singaporese Vereniging van Pluimveehandelaars.
Brazilië, Australië en de VS blijven Singapore wel nog bevoorraden met kippenvlees. Toch is het in de stadstaat opnieuw duidelijk hoe riskant bijna totale afhankelijkheid van voedselexport is. Singapore experimenteert al langer met hoogteboerderijen om toch wat meer eigen verse aanvoer van groenten te hebben.
Wereldwijd zijn er wel meer regio’s als Singapore. Miljoenensteden zijn voedselwoestijnen die afhangen van andere regio’s en complexe ketens van handel en transport. In tijden van schaarste, protectionisme en aanzwellend nationalisme loopt alles niet meer zo vlot als voorheen.