Bozar moet afscheid nemen van kersverse directeur
Sophie Lauwers, goed een half jaar directeur bij Bozar, is onverwachts overleden. Het Brusselse kunstencentrum verliest een zachte kracht die rust in huis moest brengen.
Het overlijden van Sophie Lauwers dateert al van 29 mei. Lauwers was al twintig jaar in dienst bij Bozar, eerst als tentoonstellingscoördinator en vanaf 2011 als hoofd van de afdeling Bozar Expo. In november vorig jaar volgde ze Paul Dujardin op als directeur-generaal.
Haar aanstelling kwam na een woelige periode waarin de federale regering een eerste aanwervingsprocedure niet rondkreeg. Intussen was bij het personeel van het kunstencentrum op de Kunstberg ook commotie ontstaan over de werkdruk. Het protest van de vakbonden leidde tot een motie van wantrouwen tegen Dujardin. De vernieuwde raad van bestuur, die na de periode-Davignon aan zet kwam, schoof daarop een ervaren kracht naar voor. Lauwers kende het huis op haar duimpje en genoot het vertrouwen van het personeel.
Ervaren kapitein
Sophie Lauwers werd in 1966 in Halle geboren als dochter van een patissier. Ze studeerde eerst rechten en daarna kunstgeschiedenis en was onder meer actief bij het cultuurjaar Brussel 2000. Ze werd moeder van twee kinderen, die intussen volwassen zijn.
De beeldende kunsten waren haar terrein. Onder haar leiding passeerden in Bozar de voorbije jaren succesvolle tentoonstellingen van klassieke snit, van onder meer Fernand Léger, Yves Klein, het beeldhouwwerk van Picasso en Spaanse stillevens. Evengoed pleitte ze voor uitgesproken hedendaagse kunst, onder meer door de traditie van de Antichambres weer in te voeren. Recente bezoekcijferkanonnen waren de retrospectieve Keith Haring, die piekte na de eerste coronagolf, en de dubbelexpo rond David Hockneys lentetaferelen.
Bozar verliest, aldus een mededeling, met Lauwers een ‘ervaren kapitein en inspirerende collega’. In huis gold ze als een harde werker, die achter de schermen altijd mee naar oplossingen zocht. Meteen na haar aanstelling werd ze al met een lastige opdracht geconfronteerd: Bozar weer op volle toeren laten draaien na het rampjaar 2021, met de coronastilstand maar ook een brand en veel waterschade. Met haar, de zakelijk leider, de voorzitter en ondervoorzitter kwam ook een volledig vrouwelijk team aan het stuur van het Brusselse kunstencentrum.
Lauwers had veeleer een artistiek dan een managementprofiel. Ze bleef haar ervaring met kunstenaars ook in haar functie als directrice hoog in het vaandel voeren. ‘In een huis dat Paleis voor Schone Kunsten heet, moet de nadruk op de kunsten liggen’, zei ze in een interview met deze krant (DS 5 februari). ‘We doen dat al, maar er is marge voor meer: vertrekken van de kunstenaars, in alle disciplines die we bestrijken. Kunst biedt een andere kijk op de debatten van vandaag. Met verbeelding, met durven te dromen, kun je concrete dingen realiseren.’
Bourgeois tempel
Naar haar mening werd Bozar nog te veel gepercipieerd als een bourgeois kunsttempel. Ze nam zich voor het huis meer een weerspiegeling te laten worden van de superdiversiteit die Brussel biedt. ‘De drempel is nog te hoog voor bepaalde groepen’, zei ze. ‘Ik zou graag wat verbreding willen zien, in leeftijdscategorieën en het bereiken van gemeenschappen.’
Lauwers’ gezondheid ging eind mei onverwacht en op bijzonder korte termijn achteruit. Ze is thuis in intieme kring overleden.
Het team van Bozar reageerde aangeslagen op haar overlijden. De impact is groot, want het huis staat voor grote uitdagingen. Er loopt een aanstelling voor een nieuwe directeur tentoonstellingen, het bestuur komt vandaag bijeen om het gesprek op te starten over de continuïteit in huis. In afwachting van een nieuwe aanwervingsprocedure voor algemeen directeur neemt zakelijk leider Christine Perpette ad interim de functie waar.
Het Paleis voor Schone Kunsten opent van 10 tot 28 juni een publiek rouwregister, gemaakt door beeldend kunstenaar Valérie Mannaerts.
Onder Lauwers’ leiding passeerden in Bozar de voorbije jaren succesvolle tentoonstellingen van klassieke snit, van onder meer Fernand Léger, Yves Klein, het beeldhouwwerk van Picasso en Spaanse stillevens
Geert Van der Speeten
Examens! Je ploft met een zucht achter je bureau. Eerst nog enkele samenvattingen opzoeken, denk je, en dan begin ik écht met studeren. Waarna je nog een uur door Instagram scrolt, naar de nieuwe aflevering van je lievelingsserie kijkt en het al tijd is voor de middagpauze. Klinkt het herkenbaar? Dan is het hoog tijd om je uitstelgedrag aan te pakken.
Het is juni, de maand die synoniem is met examens. Ook wie niet aan het blokken is of de schoolbanken al lang achter zich heeft gelaten, kan zich inbeelden hoe beangstigend die metersdikke syllabus is of het lege Word-document waarin binnen een week een verhandeling moet staan. Wat doe je dan als de zon verleidelijk schijnt en je tijdens de wandeling naar de supermarkt een vriend tegen het lijf loopt? Eén terrasje om wat bij te praten moet wel kunnen, toch? Er zijn nog enkele dagen tot het volgende examen.
Het mag niet verbazen dat u zichzelf herkent in deze beschrijving. Volgens professor Piers Steel van de Universiteit van Calgary kampt zo’n 20 procent van de bevolking met uitstelgedrag, en bij studenten loopt dat aantal zelfs op tot 80 procent.
Een van hen is Thibeau, die de educatieve masteropleiding in de talen volgt (om latere sollicitaties niet negatief te beïnvloeden wil hij zijn volledige naam niet in de krant). ‘Ik zou nu aan mijn thesis moeten werken, maar in mijn pauze begin ik te gamen of open ik Tiktok en plots is er twee uur voorbij.’ Ook voor Catho Creemers, die het postgraduaat Korean Studies volgt, bestaat de blok uit veel, behalve uit blokken. ‘Ik kijk veel naar series en sociale media zijn mijn grootste vijand. Soms doe ik ook andere klusjes, zoals e-mails beantwoorden of schoonmaken, zodat ik me minder schaam. Maar in feite schuif ik de belangrijke taken steeds voor me uit.’
Vooruitsteller
Toen de vraag kwam of ik iets kon schrijven over uitstelgedrag ‘omdat iedereen daar weleens mee kampt’, dacht ik: iederéén? Ik doe net het tegenovergestelde. Ik schurk niet tegen de deadline aan en presteer niet goed onder druk. Ik voel juist de druk om meteen te beginnen en een taak vroegtijdig af te werken, zodat ik ervan af ben. Weer een vinkje op mijn to-dolijst. Misschien ben ik wel een vooruitsteller?
Maar wacht even. Heb ik vorige week niet aan mijn huisgenoot bekend dat ik niet zo stipt ben met schoonmaken omdat niemand doodgaat van een beetje stof? En wat met de tandartscontrole? Op werkvlak ben ik dan misschien geen uitsteller, helemaal vrij van zonden ben ik ook niet.
Ellen Vandevyvere
‘Ons brein is nogal lui en we willen de capaciteit zo efficiënt mogelijk besteden. Als we kunnen kiezen, zijn we dus geneigd om voor de gemakkelijke optie te gaan’ Timecoach
Er zijn namelijk verschillende gebieden waarbinnen je uitstelgedrag kunt vertonen, zo las ik in Eerste hulp bij uitstelgedrag van Tanja van Essen en Henri C. Schouwenburg: je kunt alledaagse klusjes negeren (de afwas), persoonlijke doelen (een fitnessbeurt) of verantwoordelijkheden tegenover anderen (een vergadering). Die eerste categorie klinkt me vertrouwd in de oren. De keuze tussen een duik in een zwemvijver of een lenteschoonmaak is snel gemaakt.
Iedereen stelt dus weleens iets uit, of dat nu bewust of onbewust gebeurt. Daar zit de accu van het brein voor iets tussen, verklaart timecoach Ellen Vandevyvere van The Time Hub. ‘Telkens als we beslissen