Voor Rimini is de oorlog in Oekraïne de zoveelste dreun
Maar op het strand van Rimini hoor je dezer dagen alleen de taal van Dante. Slechts een paar borden met de strandregels in Cyrillisch schrift herinneren aan de zomers van vóór de pandemie.
Voor de toeristische sector is dat, na de pandemie, opnieuw een tegenslag. ‘Deze zomer had de grote comeback moeten worden voor het binnen- én buitenlandse toerisme in Rimini. Dit is een provincie die wat betreft de economische meerwaarde die toerisme per inwoner creëert, in Italië enkel de provincie Bolzano moet laten voorgaan’, zegt de voorzitter van Rimini’s hotelsector Patrizia Rinaldis (61), een kleine dame met een roestkleurige bos krullen die al 37 jaar een familiehotel dicht bij het strand beheert.
De hotelsector aan de Adriatische kust had gehoopt dit jaar de verloren inkomsten van de voorbije twee covid-zomers te compenseren. Toen leden de hotels in Rimini volgens Rinaldis verliezen van meer dan 30 procent.
Net als vorige zomer zullen hotels in de badplaats ook dit jaar vooral moeten rekenen op binnenlandse toeristen en bezoekers uit Duitsland. Vorige zomer konden Russen niet naar Italië reizen, omdat het Spoetnik-vaccin er niet werd erkend. Dit jaar houdt de oorlog in Oekraïne de strandgangers uit Oost-Europa thuis.
Uitgestorven terras
Voor de luchthaven van Rimini is de oorlog in Oekraïne een regelrechte ramp. De luchthaven, vernoemd naar Rimini’s bekendste zoon, de filmmaker Federico Fellini, had de keuze gemaakt om hoofdzakelijk te mikken op bezoekers van buiten de EU. Met dat businessmodel hoopte de kleine luchthaven een belangrijke nichemarkt aan te boren. Tot Poetin in februari besloot om Oekraïne binnen te vallen, vlogen negen Russische luchtvaartmaatschappijen naar Rimini, goed voor zo’n veertig
vluchten vanuit Rusland per week. ‘Noem ons gerust de meest Russische luchthaven in Europa’, zegt luchthavendirecteur Leonardo Corbucci (52). Daar kwamen nog tien vluchten per week uit Oekraïne bij.
De directeur van het vliegveld trekt ruim de tijd uit voor een gesprek op het uitgestorven buitenterras van de vertrekhal, dat een fraai uitzicht biedt op de rots van San Marino. De winkels in de hal, met de typische ‘Made in Italy’-producten die erg in trek zijn bij Russen, zijn allemaal dicht.
Voor Corbucci, een zakenman met ervaring in financiën, is dit zijn eerste job in de luchtvaartsector. Hij is gedelegeerd bestuurder van Airiminum, de privébeheerder van de luchthaven die in 2018 aantrad na een faillissement.
De nieuwe uitdaging ging bepaald niet over rozen, want nauwelijks twee jaar later brak de pandemie uit. ‘Een catastrofe voor een toeristische luchthaven als de onze’, zegt Corbucci, die spreekt van 91 procent verlies in 2020, ten opzicht van het jaar daarvoor. En op het moment dat de luchthaven rekende op de grote terugkeer van toeristen van buiten de EU, begon Poetin een oorlog in Oekraïne, en van de ene dag op de andere werden tientallen vluchten uit Rusland en Oekraïne geschrapt.
Corbucci verbloemt het niet: ‘Had iemand me vooraf gezegd dat er een
Patrizia Rinaldis meteoriet zou inslaan, dan had ik nog liever daarvoor getekend. Dat was makkelijker geweest dan deze oorlog.’
Oost-Europese littekens
Op het strand van Rimini willen de schaarse buitenlandse toeristen liever niet reageren op de oorlog in Oekraïne. Leonardo Corbucci wil dat wél. ‘We zijn in 2022, dit is toch geen tijd meer om nog oorlog te voeren.’ De Russische inval noemt hij een tragedie ‘voor het Oekraïense volk, maar ook voor families in Rusland’. De voorbije jaren investeerde Corbucci intensief in zijn zakelijke contacten met Rusland. Op de luchthaven van Rimini opende hij zelfs een bureau ter promotie van toerisme in SintPetersburg. Hij onderhoudt nog wekelijks contact met zijn Russische zakenpartners, die hem beloven dat ze terugkomen naar Italië, zodra de oorlog voorbij is.
De economische banden tussen Italië en Rusland zijn sterk. Ook Patrizia Rinaldis, de voorzitter van de hotelsector, gelooft daarom dat het snel opnieuw ‘business as usual’ wordt. Geld stinkt niet en heeft ook geen nationaliteit.
‘Zowel het Oekraïense als het Russische volk ondergaat deze oorlog’, vindt Rinaldis. ‘En zodra het opnieuw mag, zullen de Russische toeristen terugkomen naar Rimini en opnieuw welkom zijn’, zegt de hoteluitbater. Iets anders beweren, noemt ze hypocriet. ‘Russische toeristen, die hier mee de economie ondersteunen, zouden plots niet meer welkom zijn? Maar gas van Rusland kopen vinden we wel nog oké?’
Bij het vallen van de avond klapt Mauro Vanni de parasols dicht op zijn strand. Zijn dag zit erop. Vanni is een heel andere mening toegedaan, hij gelooft niet dat de Russen straks weer liggen te zonnen op het strand van Rimini, naast de Poolse, Oekraiense en Hongaarse toeristen. De diepe wonden die nu worden geslagen, zullen flinke littekens achterlaten, denkt hij. ‘Op economisch vlak, maar zeker ook tussen de Oost-Europese volkeren’, zegt de strandbeheerder. ‘Akkoord, Poetin trok ten oorlog, maar er zijn veel Russen die hem daarin steunen. Wie zal hen hierna nog vertrouwen?’
‘Russische toeristen, die hier de economie steunen, zouden niet meer welkom zijn? En gas uit Rusland vinden we wel nog oké?’ Hoteluitbater en voorzitter hotelsector Rimini
Dodelijk woud voor activisten en journalisten
Het Amazonewoud is een zeer gevaarlijk gebied voor klimaatactivisten. In 2014 schreef
dat er sinds 2001 elke week een activist werd gedood.
Het geweld is sinds president Jair Bolsonaro aan de macht kwam, alleen maar toegenomen. Een jaar geleden dreigde een hoge ambtenaar er nog mee om ‘indianen in brand te steken’.
Die ambtenaar, Henry Charles Lima da Silva, is door Bolsonaro benoemd. De inheemse bevolking vraagt al langer het vertrek van de president. Volgens belangengroepen is de overheid medeverantwoordelijk voor oproepen tot geweld en genocide. Ook zijn er aanwijzingen dat de Braziliaanse militaire politie verantwoordelijk is voor moorden.
Het geweld kwam niet alleen vanuit de overheid. In 2011 vermoordden veeboeren en houthakkers de klimaatactivist José Cláudio Ribeiro Da Silva en zijn vrouw Maria Do Espírito Santo . Het koppel vocht tegen illegale boskap. Acht jaar later werden Paulo Paulino van de Guajajara stam en lid van ‘Guardians of the Forest’ doodgeschoten in een hinderlaag.
Ook journalist Adecio Piran van de lokale krant kreeg meerdere bedreigingen na zijn verslaggeving over bosbranden in het Amazonewoud.
Beto Marubo
In 2018 trok Phillips met Pereira op expeditie voor een reportage over de verloren stammen van de Amazone. Hij staat bekend om zijn diepe affectie met de regio en is er ettelijke keren heen gereisd om te berichten over de crisis die het Braziliaanse milieu en de inheemse gemeenschappen bedreigt.
‘Amazônia sua linda (Amazonia, jij schoonheid)’, schreef de journalist vorige week nog op Instagram bij een video van een boot die mee meandert met een van de rivieren.
Vanuit het Verenigd Koninkrijk dringen familieleden van Phillips er bij Brazilië op aan in actie te schieten. Ook zijn vrouw, Alessandra Sampaio, nam een emotionele videoboodschap op. ‘We smeken de autoriteiten om de nationale garde te sturen, de federale politie en alles wat in hun macht ligt om onze geliefde Dom te vinden’, tweette Paul Sherwood, de partner van de zus van de journalist. ‘Hij houdt van Brazilië en heeft zijn carrière gewijd aan de berichtgeving over het Amazoneregenwoud. We weten dat tijd cruciaal is, dus , zoek onze Dom zo snel als dat kan.’
Stamhoofd, kent beide mannen