Beleg niet bij een bankier die aan politiek doet
De afgelopen twee jaar waren gemakkelijke jaren voor beleggers. De markten zaten in opgaande lijn en het maakte niet zoveel uit wat je kocht. Iedereen kon op de beurs geld verdienen. 2022 is een moeilijker jaar. De 50 grootste Europese aandelen noteren tegenover het jaarbegin een verlies van 12,27 procent. Voor de 600 grootste Europese aandelen komt het verlies uit op 10,14 procent. Dat is vóór inflatie, wel te verstaan. In bepaalde segmenten, zoals de groeiaandelen, is de daling nog meer uitgesproken.
Eén van de sectoren waar de koersen wel nog stegen, en waarmee beleggers elders opgelopen verliezen dus konden compenseren, is de olie- en gasindustrie. Energie-aandelen zijn sinds het jaarbegin wereldwijd met 50,43 procent gestegen. Veel beleggers die aandelenfondsen kochten bij hun bank of de bank hun portefeuille lieten samenstellen, stellen vandaag vast dat ze die bonus gemist hebben. Dat komt omdat olie- en gasaandelen zwaar ondervertegenwoordigd zijn in hun portefeuille, want hun bank wil niet geassocieerd worden met beleggingen in de fossiele industrie.
Sommige beleggers kiezen voor maatschappelijke doelstellingen, anderen mikken op maximaal rendement
Dat komt door de opkomst van het drieletterwoord ESG (environmental, social, governance) en het streven naar een duurzame maatschappij, die een einde maakt aan de roofbouw van de planeet. Niemand kan ertegen zijn dat het ESG-bewustzijn flink aangescherpt wordt. Maar politieke doelstellingen koppelen aan beleggingen, helpt niet om het beste rendement te halen.
Veel banken schrappen bovendien allerlei bedrijven van de beleggingslijst in functie van hun reputatie. Het staat goed om als bank te zeggen dat je over de hele lijn afstand hebt genomen van bepaalde sectoren. Het wordt een probleem als banken dergelijke beslissingen nemen zonder transparant te zijn tegenover hun beleggerscliënteel. Sommige klanten zullen bewust kiezen om bepaalde maatschappelijke doelstellingen mee te nemen in hun beleggingsbeleid, anderen willen een neutraal beleid, gericht op maximaal rendement.
Het beleggingsbeleid van banken is vaak ook niet selectief genoeg. Het volstond in veel gevallen dat een bedrijf hoog scoorde op de ESG-ladder om opgenomen te worden in een fonds. Daarbij werd vaak niet kritisch gekeken naar hoe goed het bedrijf werd geleid of hoe winstgevend het was. ESG-bedrijven die goed presteren belandden in fondsen met bedrijven die slecht presteerden. De belegger bleef teleurgesteld achter.
Banken commercialiseerden de afgelopen maanden heel wat ESG-fondsen, wat resulteerde in een grote vraag naar ESG-aandelen. Dat dreef de koersen van ESG-bedrijven hoger. Desondanks verloren ESG-bedrijven sinds het jaarbegin gemiddeld 15 procent van hun waarde. De conclusie is dat beleggers die zelf belegden en politieke criteria niet vermengden met financiële, wellicht beter scoorden dan de fondsenbeheerders. Het is nochtans in moeilijke beleggingstijden, zoals de huidige, dat fondsenbeheerders hun meerwaarde zouden moeten bewijzen. Dat ze daarin te vaak falen, moet aanzetten tot kritische zelfanalyse.
In ‘De Grote Markt’ duikt de economieredactie dagelijks in een opmerkelijke beweging in de economische wereld.