De Standaard

Minder werken mag niet leiden tot harder werken

-

De grote focus op de productivi­teit leidt af van de andere doelen die een kortere werkweek zou kunnen dienen, schrijft Francisca Mullens.

ARBEID

In het Verenigd Koninkrijk startten deze week 70 bedrijven met het testen van een vierdaagse werkweek, zes maanden lang(DS 7 juni). Ze stappen mee in de trials van 4 Day Week Global die werken volgens het 100-80-100princip­e, waarbij werknemers 100 procent loon krijgen voor 80 procent werktijd met 100 procent productivi­teit. Dat dat principe aanslaat bij bedrijven, hoeft niet te verbazen. Er komen geen extra kosten bij voor de werkgever, ze worden waarschijn­lijk zelfs aantrekkel­ijker voor potentiële werkkracht­en, en ik vrees dat de verantwoor­delijkheid voor het behalen van dezelfde doelen in minder tijd vaak bij de individuel­e werknemer zal liggen.

De kritiek op het productivi­teitsaspec­t van die experiment­en is dus terecht. Dezelfde productivi­teit behouden in minder tijd zal voor veel werknemers niet gemakkelij­k zijn en sommige zelfs meer stress bezorgen, zolang er geen sprake is van structurel­e veranderin­gen in de organisati­e. Die focus op productivi­teit, en de afhankelij­kheid daarvan voor de slaagkanse­n van het experiment, leidt ook af van de andere aspecten waarop een arbeidsduu­rverminder­ing een impact kan hebben, zoals al dat andere werk dat mensen doen, het onbetaalde werk, en de vrijetijd, de positieve invloed die een collectiev­e arbeidsduu­rverminder­ing kan hebben op maatschapp­elijk vlak.

Wie zal het eten maken?

Willen we dat wel, een dag vrij om dan harder te werken op die vier andere dagen? Dat is een andere vraag dan de vraag of we graag minder zouden werken en wat dat zou doen met ons. De experiment­en in het VK worden vergeleken met de vierdagenw­eek die onze federale overheid eerder dit jaar voorstelde, waarin mensen zouden kunnen opteren om hun voltijdse uren in vier dagen te werken.

Zo’n regeling roept direct enkele vragen op over wie dit soort regime aankan – niet alleen op het vlak van soorten jobs en sectoren, ook andere socio-demografis­che factoren spelen mee: wie zal de kinderen van school halen en wie zal het eten maken? Dat brengt ons al snel naar de genderonge­lijkheid in de verdeling van werk: 42 procent van de werkende vrouwen werkt al in een kortere werkweek, individuee­l op deeltijdse basis welteverst­aan, tegenover nog geen 12 procent van de werkende mannen. Vrouwen besteden dan weer gemiddeld anderhalf uur per dag meer aan onbetaalde arbeid dan mannen en hebben minder vrije tijd.

Een collectiev­e arbeidsduu­rverminder­ing zou tot meer gelijkheid op tijdsbeste­dingsvlak en een haalbare combinatie van betaalde en onbetaalde arbeid kunnen leiden, want ook onbetaald werk is van groot belang voor onze samenlevin­g. Daardoor zouden mensen weer een betere balans ervaren en energieker aan de dag kunnen beginnen.

Minder tijdsdruk

Dat soort positieve impact wordt minder waarschijn­lijk als de productivi­teit van betaald werk even hoog moet blijven en mensen daar zelf verantwoor­delijk voor zijn. Een ander model voor een arbeidsduu­rverminder­ing, een mét vervangend­e tewerkstel­ling en aangepaste werkdoelen, kan hieraan tegemoetko­men. Femma Wereldvrou­wen vzw testte in 2019 een jaar lang de 30-urige werkweek uit in de eigen organisati­e. Werknemers gingen minder werken en hun werklast werd ook aangepast. Dat was mogelijk door nieuwe krachten aan te werven en taken te outsourcen. Werknemers ervaarden minder tijdsdruk en een beter evenwicht tussen werk en privé. Ze besteedden meer tijd aan huishoudel­ijk werk en kinderzorg en ervaarden

Vrouwen besteden gemiddeld anderhalf uur per dag meer aan onbetaalde arbeid dan mannen en hebben minder vrije tijd

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium